Local view for "http://purl.org/linkedpolitics/eu/plenary/2011-05-10-Speech-2-013-000"

Predicate	Value (sorted: default)
rdf:type	lpv_eu:Speech6
dcterms:Date	"2011-05-10"^^xsd:date6
dcterms:Is Part Of	lp_eu:Descărcarea de gestiune 2009 (dezbatere)6
dcterms:Language	"nl"^^xsd:language6
lpv:document identification number	"en.20110510.4.2-013-000"6
lpv:hasSubsequent	lp_eu:2011-05-10-Speech-2-014-0006
lpv:speaker	lp:Bart Staes6
lpv:spoken text	"Voorzitter, collega's, mijnheer de commissaris, mijnheer de Raadsvoorzitter, ik moet u een pluim geven, voor het eerst in jaren is de Raad aanwezig in dit debat over de kwijting. Proficiat daarvoor, wij stellen dat zeer op prijs. Beste collega's, ik denk dat ik u een strenge evaluatie voorleg over de werking van het Europees Ontwikkelingsfonds, maar ik denk dat het een rechtvaardige evaluatie is. Ik denk dat mijn verslag heel wat pistes aanreikt voor een beter beheer van de financiële middelen voor ontwikkelingssamenwerking en ik vraag u dan ook met aandrang mijn verslag met een grote meerderheid goed te keuren. 22,6 miljard euro, beste collega's, dat is het bedrag dat het 10e Europees Ontwikkelingsfonds zal besteden over de periode 2008-2013. Daarmee vormt het Europees Ontwikkelingsfonds het belangrijkste financieel instrument van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking met de ACS-landen. Het 10e Europees Ontwikkelingsfonds is qua financieel engagement zelfs erg belangrijk en in omvang 64% groter dan zijn voorganger, het 9e Europees Ontwikkelingsfonds. Ik wil vijf opmerkingen maken. De eerste opmerking is dat het Europees Ontwikkelingsfonds tot op heden geen onderdeel uitmaakt van de reguliere EU-begroting. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar, want het bemoeilijkt de democratische controle, leidt tot te weinig verantwoording en zorgt zeker niet voor transparantie van de financiering. In mijn verslag herinner ik de Commissie eraan dat zij zich bij de besprekingen over het toekomstig financieel kader ertoe heeft geëngageerd om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds inderdaad een volledig onderdeel van de Europese begroting wordt. Ik hoop dat dat nu ook zal gebeuren en ik hoop, mijnheer de Raadsvoorzitter, dat u dat ook zult meenemen naar de Raad, naar de lidstaten om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds vanaf 2014 inderdaad een volledig onderdeel van de Uniebegroting wordt. Natuurlijk is daar dan wel onder te verstaan dat deze operatie niet mag leiden tot een vermindering van de middelen die er globaal gezien voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking worden gesteld. Tweede opmerking: kwantiteit is één zaak, kwaliteit is een andere. Voor wat betreft de reguliere ontwikkelingssamenwerking heeft de Europese Commissie zich ertoe geëngageerd 20% van de steun te besteden aan basis- en middelbaar onderwijs en aan eerstelijns gezondheidszorg. In mijn verslag vraag ik dat ook te doen voor het Europees Ontwikkelingsfonds. Primair te focussen op basis- en middelbaar onderwijs, gezondheidszorg en dat bedrag zelfs op te trekken tot 25% van het geheel. Daarbij is samenwerking met ngo's, zowel lokale ngo's als Europese ngo's, van essentieel belang. Derde opmerking is een opmerking over het financieel beheer. De Europese Rekenkamer heeft op een zeer grondige manier het financieel beheer van het 8e, het 9e en het 10e Europees Ontwikkelingsfonds doorgelicht, behalve in het jaarverslag ook in de vele speciale verslagen, en heel goede opmerkingen, heel waardevolle opmerkingen gemaakt. Er zijn toch ook wel enkele redenen voor bezorgdheid, zoals de vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot openbare aanbestedingsprocedures, de tekortkomingen inzake de controles vooraf bij de delegaties van de Europese Commissie en het falende interne controlesysteem in de partnerlanden. De Rekenkamer merkt expliciet op dat het niet om fraude gaat, maar om tekortkomingen. Ik denk dat we dat moeten meenemen. Er is inderdaad een veel te hoog aantal niet-kwantificeerbare fouten. Mijnheer de commissaris, ik hoop dat u daar ook uw collega over zal aanspreken. Daar moet echt iets gebeuren. Vierde opmerking: begrotingssteun. De opmerking over de begrotingssteun past in een breder debat. Charles Goerens is in de zaal aanwezig; hij is de rapporteur in de Commissie ontwikkelingssamenwerking voor het Groenboek inzake begrotingssteun. We erkennen allemaal dat begrotingssteun een belangrijk element kan zijn voor de verbetering van de ontwikkelingssamenwerking. Het is niet een louter zaligmakende methodiek, er zijn ook een aantal nadelen aan verbonden. Het voordeel is dat de transactiekosten laag zijn, dat er sprake is van een toegenomen eigen verantwoordelijkheid van de partnerlanden, van een betere dialoog tussen partners en donoren, maar tegelijkertijd is er natuurlijk het risico van verduistering, van ongewenst gebruik van middelen. Ik denk dat dat debat nog verder zal worden gevoerd in komende debatten hier in het Parlement. Vijfde en laatste opmerking: de investeringsfaciliteit. De investeringsfaciliteit is een vehikel dat door de Europese Investeringsbank wordt gebruikt om leningen door te sluizen naar onze partnerlanden. Dat mechanisme valt eigenlijk op dit ogenblik niet onder de kwijting en ook niet onder de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer. Dat is eigenlijk niet aanvaardbaar. We moeten een en ander remediëren. Positief in dezen is dat er een zeer goed debat heeft plaatsgevonden tussen de vertegenwoordigers van de Europese Investeringsbank en de leden van de Commissie begrotingscontrole. Ze hebben voor het eerst ook een verslag gepresenteerd. Ik denk dat we daar veel uit kunnen leren. In mijn verslag staan een aantal belangrijke opmerkingen dienaangaande. We geven ook een aantal opdrachten aan de Europese Investeringsbank en aan de Europese Commissie. We vragen om een betere coördinatie van de middelen. Europese Investeringsbank, Europese Commissie, we vragen eigenlijk om een doorlichting van de acties van de Europese Investeringsbank tegen eind september dit jaar ten einde de volgende kwijting met goede documentatie te kunnen starten, we vragen om een grotere betrokkenheid van lokale partners daar waar de Investeringsbank projecten meefinanciert, we vragen om een meer directe en minder theoretische verslaggeving en we vragen om een algemene audit op het geheel van de middelen van de Europese Investeringsbank."@nl3
lpv:spokenAs	member; G/EFA (2009-07-14--2014-06-30)23 vice-chair; Delegation to the EU-Kazakhstan, EU-Kyrgyzstan and EU-Uzbekistan Parliamentary Cooperation Committees, and for relations with Tajikistan, Turkmenistan and Mongolia (2009-09-29--2012-02-12)23 vice-chair; CONT (2009-07-20--2012-01-18)23 member; Delegation to the EU-Russia Parliamentary Cooperation Committee (2009-09-16--2014-06-30)23 substitute; DEVE (2009-07-16--2012-01-18)23 substitute; Delegation to the Euro-Latin American Parliamentary Assembly (2009-09-16--2014-06-30)23 unknown; Groen (2009-07-14--2014-06-30)23 substitute; ENVI (2009-07-16--2012-01-18)23 substitute; Delegation for relations with the countries of the Andean Community (2009-09-16--2012-02-05)23
lpv:translated text	"Pane předsedo, dámy a pánové, pane komisaři, pane úřadující předsedo Rady, zasloužíte si pochvalu. Poprvé po mnoha letech se Rada účastní diskuse o udělení absolutoria za plnění rozpočtu. Blahopřeji, skutečně si toho ceníme. Dámy a pánové, možná se vám moje hodnocení fungování Evropského rozvojového fondu jeví jako příliš přísné, ale já se domnívám, že je spravedlivé. Jsem přesvědčen, že se moje zpráva zabývá mnoha cestami vedoucími ke zlepšení hospodaření s finančními prostředky určenými pro rozvojovou spolupráci, a proto bych vás chtěl vyzvat, abyste ji velkou většinou přijali. Dámy a pánové, 22,6 miliard EUR, to je částka, kterou utratí 10. Evropský rozvojový fond v období 2008–2013. To činí z Evropského rozvojového fondu nejdůležitější finanční nástroj EU pro rozvoj spolupráce s africkými, karibskými a tichomořskými státy (AKT). Desátý Evropský rozvojový fond je rovněž nesmírně důležitý, pokud jde o výši finančního závazku a také z hlediska svého rozsahu – je o 64 % větší než jeho předchůdce, 9. Evropský rozvojový fond. Chtěl bych učinit pět poznámek. Za prvé, Evropský rozvojový fond dosud nebyl součástí běžného rozpočtu Evropské unie. To je v zásadě nepřijatelné, protože je to v rozporu s demokratickou kontrolou, vede to k nedostatku odpovědnosti a rozhodně to nepřispívá k transparentnosti financování. Ve své zprávě připomínám Komisi, že se v rámci diskusí o budoucím finančním rámci zavázala, že zajistí, aby se Evropský rozvojový fond skutečně stal nedílnou součástí rozpočtu EU. Věřím, že tomu tak skutečně bude, a doufám, pane úřadující předsedo Rady, že vyšlete Radě i členským státům jasný vzkaz, že od roku 2014 se Evropský rozvojový fond skutečně musí stát nedílnou součástí rozpočtu Unie. Tento krok by samozřejmě neměl znamenat, že umožníme škrty ve výši finančních prostředků, které jsou obecně k dispozici pro podporu rozvojové spolupráce. Za druhé je třeba rozlišovat kvalitu od kvantity. Co se týká běžné rozvojové spolupráce, Evropská komise se zavázala, že vynaloží 20 % prostředků určených na rozvojovou pomoc na základní a středoškolské vzdělávání a základní zdravotní péči. Ve své zprávě vyzývám Komisi, aby udělala to samé i v případě Evropského rozvojového fondu. To znamená, aby se soustředila především na základní a středoškolské vzdělávání, zdravotní péči a aby zvýšila příspěvek do těchto oblastí na 25 % celkového objemu prostředků, které jsou ve fondu k dispozici. V tomto smyslu je mimořádně důležitá spolupráce s nevládními organizacemi, jak místními, tak evropskými. Za třetí mi dovolte vyjádřit se k finančnímu řízení. Evropský účetní dvůr provedl velmi důkladné šetření finančního řízení osmého, devátého a desátého Evropského rozvojového fondu, a to nejen ve své výroční zprávě, ale i v rámci mnoha zvláštních zpráv, a měl opravdu velmi dobré a cenné připomínky. Nicméně skutečně existují určité důvody pro znepokojení, jako například nedostatky, které Účetní dvůr objevil v souvislosti s postupem při zadávání veřejných zakázek, s předběžnými kontrolami delegací Evropské komise a s nefungujícími systémy vnitřní kontroly u našich partnerských zemí. Evropský účetní dvůr výslovně uvádí, že se nejedná o podvody, nýbrž o nedostatky. Domnívám se, že to musíme vzít na vědomí. Opravdu se zde vyskytlo příliš mnoho nekvantifikovatelných chyb. Pane komisaři, věřím, že se touto otázkou budete se svým kolegou zabývat. Na tomto poli je skutečně potřeba provést změny. Moje čtvrtá poznámka se týká rozpočtové pomoci (tomuto tématu by se měla věnovat širší diskuse). Dnes je tu s námi pan Charles Goerens, zpravodaj Výboru pro rozvojovou spolupráci pro otázku zelené knihy o rozpočtové pomoci. Všichni jsme si vědomi, že rozpočtová pomoc může být důležitým prvkem pro posílení rozvojové spolupráce. Neměla by však být chápána jako všelék, protože se s ní pojí řada nevýhod. Za její výhody můžeme považovat nízké transakční náklady, zvýšenou odpovědnost partnerských zemí za svůj vlastní osud a kvalitnější dialog mezi partnery a dárci. Zároveň však existuje vysoké riziko zpronevěry a zneužití finančních prostředků. Dokážu si představit, že tato diskuse bude v Evropském parlamentu probíhat ještě mnohokrát. Moje pátá a poslední poznámka se týká investičního nástroje. Ten je prostředkem, který využívá Evropská investiční banka pro přesměrování půjček našim partnerským zemím. V současné době tento mechanismus nespadá do rámce postupu pro udělení absolutoria, ani do rámce prohlášení o věrohodnosti Evropského účetního dvora. To je skutečně nepřijatelné. Musíme zjednat nápravu. Na tom všem je pozitivní, že zástupci Evropské investiční banky a členové Výboru pro rozpočtovou kontrolu vedli velmi konstruktivní debatu. Dokonce vůbec poprvé vypracovali společnou zprávu. Ta nám může poskytnout mnoho cenných informací. V této souvislosti uvádím ve své zprávě mnoho důležitých poznámek. Některé úkoly rovněž svěříme Evropské investiční bance a Evropské komisi. Žádáme lepší koordinaci finančních prostředků. Pokud jde o Evropskou investiční banku a Evropskou komisi, žádáme o prošetření aktivit Evropské investiční banky zhruba koncem letošního září, abychom mohli zahájit postup pro následné udělení absolutoria s náležitou dokumentací. Žádáme o větší zapojení místních partnerů z oblastí, kde Evropská investiční banka spolufinancuje projekty, žádáme o přímější a méně teoretické výkazy a rovněž o obecný audit všech finančních prostředků Evropské investiční banky."@cs1 "Hr. formand, hr. kommissær, hr. formand for Rådet, mine damer og herrer! De fortjener et klap på skulderen. Det er første gang i flere år, at Rådet deltager i denne forhandling om budgetdecharge. Det værdsætter vi virkelig. Det er muligt, at min vurdering af Den Europæiske Udviklingsfond er meget streng, men den er efter min opfattelse retfærdig. Jeg mener, at jeg i min betænkning kommer ind på en lang række muligheder for at forbedre forvaltningen af finansielle ressourcer til udviklingssamarbejde, og jeg opfordrer derfor medlemmerne til at vedtage min betænkning med et stort flertal. Der er afsat et støttebeløb på 22,6 mia. EUR under den 10. Europæiske Udviklingsfond for perioden 2008–2013. Den Europæiske Udviklingsfond er således EU's vigtigste finansielle instrument for udviklingssamarbejde med AVS-landene. Den 10. Europæiske Udviklingsfond spiller desuden en yderst vigtig rolle i lyset af fondens tildeling af finansielle ressourcer og dens størrelse, idet den er 64 % større end den forrige fond, den 9. Europæiske Udviklingsfond. Jeg har fem bemærkninger. For det første er Den Europæiske Udviklingsfond endnu ikke blevet indarbejdet i EU's almindelige budget. Det er rent faktisk uacceptabelt, da det svækker den demokratiske kontrol, fører til mangel på ansvarlighed og bestemt ikke bidrager til at øge finansieringens gennemsigtighed. I min betænkning minder jeg Kommissionen om, at den under drøftelserne om den næste finansielle ramme har forpligtet sig til at sikre, at Den Europæiske Udviklingsfond integreres reelt i EU's budget. Jeg håber, at det nu vil ske, og jeg håber, at formanden for Rådet vil sende et budskab til Rådet og medlemsstaterne om, at det virkelig er nødvendigt at integrere Den Europæiske Udviklingsfond i EU's budget fra 2014. Det betyder naturligvis ikke, at vi i denne forbindelse skal acceptere en reduktion af de generelle midler, der stilles til rådighed for udviklingssamarbejde. For det andet er der forskel på kvantitet og kvalitet. Med hensyn til det almindelige udviklingssamarbejde har Kommissionen forpligtet sig til at bruge 20 % af bistanden på grunduddannelse, sekundær uddannelse og primær sundhedspleje. Jeg opfordrer i min betænkning Kommissionen til at gøre det samme med hensyn til Den Europæiske Udviklingsfond, dvs. til primært at fokusere på grunduddannelse, sekundær uddannelse og sundhedspleje og endog forhøje beløbet til 25 % af de samlede midler. Det er i denne forbindelse helt afgørende at samarbejde med både lokale og europæiske ngo'er. Jeg vil for det tredje gerne kommentere den finansielle forvaltning. Revisionsretten har gennemført en meget grundig undersøgelse af den finansielle forvaltning af 8., 9. og 10. Europæiske Udviklingsfond, ikke kun i sin årsberetning, men også i en lang række særberetninger, og har fremsat virkelig gode og virkelig nyttige bemærkninger. Der er en række forhold, der vækker bekymring, f.eks. de mangler, som Revisionsretten har konstateret med hensyn til offentlige indkøbsprocedurer, forudgående kontroller i Kommissionens delegationer og svigtende interne kontrolsystemer i vores partnerlande. Revisionsretten angiver udtrykkeligt, at der ikke er tale om svig, men om mangler. Vi bør efter min opfattelse rette op på dette. Der er ganske rigtigt alt for mange ikkekvantificerbare fejl. Jeg håber, at De vil drøfte dette spørgsmål med Deres kolleger, hr. kommissær! Der er virkelig nødt til at ske noget på dette område. Min fjerde bemærkning vedrører budgetstøtte (og det ville være mere relevant at drøfte dette i en bredere sammenhæng). Charles Goerens, ordføreren fra Udviklingsudvalget for grønbogen om budgetstøtte, er til stede i dag. Vi er alle klar over, at budgetstøtte kan være et vigtigt element i forbedringen af udviklingssamarbejdet. Vi bør imidlertid ikke tro, at den løser alle problemer, idet der også er en række ulemper. Fordelen er, at transaktionsomkostningerne er lave, at partnerlandene påtager sig et større ansvar, og at der er en bedre dialog mellem partnere og donorer. Der er naturligvis samtidig en risiko for underslæb, for misbrug af midler. Jeg tror, at Parlamentet vil drøfte dette spørgsmål mange gange i fremtiden. Min femte og sidste bemærkning vedrører investeringsfaciliteten. Investeringsfaciliteten er et instrument, som Den Europæiske Investeringsbank bruger til at yde lån til vores partnerlande. Denne mekanisme er i øjeblikket rent faktisk ikke underlagt decharge, og Revisionsretten skal heller ikke afgive en revisionserklæring herom. Det er rent faktisk ikke acceptabelt. Vi er nødt til at rette op på en række forhold. Det positive er, at repræsentanterne for Den Europæiske Investeringsbank og medlemmerne af Budgetkontroludvalget har haft en yderst konstruktiv debat. De har rent faktisk for første gang nogensinde udarbejdet en rapport. Det kan vi lære meget af. Der er en række vigtige bemærkninger i min betænkning desangående. Vi opfordrer desuden Den Europæiske Investeringsbank og Kommissionen til at påtage sig en række opgaver. Vi efterlyser en bedre koordinering af midler. Vi anmoder rent faktisk om, at der foretages en undersøgelse af Den Europæiske Investeringsbanks aktiviteter i slutningen af september i år, således at vi kan indlede den næste dechargeprocedure på baggrund af behørig dokumentation. Vi anmoder om en større inddragelse af lokale partnere i projekter, der samfinansieres af Investeringsbanken, vi anmoder om en mere direkte og mindre teoretisk rapportering, og vi anmoder om en generel revision af alle Den Europæiske Investeringsbanks midler."@da2 "Herr Präsident, meine Damen und Herren, Herr Kommissar, Herr Ratspräsident! Sie verdienen es, dass man Ihnen auf die Schulter klopft. Das erste Mal seit Jahren nimmt der Rat an dieser Aussprache bezüglich der Entlastung des Haushaltsplans teil. Herzlichen Glückwunsch, wir wissen dies wirklich zu schätzen. Meine Damen und Herren, meine Bewertung der Arbeitsweise des Europäischen Entwicklungsfonds ist vielleicht streng, aber ich glaube, dass sie fair ist. Ich glaube, dass mein Bericht viele verschiedene Ansätze zur besseren Verwaltung finanzieller Mittel für die Entwicklungszusammenarbeit berücksichtigt, und ich bitte Sie daher nachdrücklich, meinen Bericht mit einer großen Mehrheit anzunehmen. Meine Damen und Herren, 22,6 Mrd. EUR, so viel wird der 10. Europäische Entwicklungsfonds im Zeitraum zwischen 2008-2013 ausgeben. Das macht den Europäischen Entwicklungsfonds zum wichtigsten Finanzinstrument für die Entwicklungszusammenarbeit mit den AKP-Staaten. Der 10. Europäische Entwicklungsfonds ist auch im Hinblick auf seine finanzielle Verpflichtung äußerst wichtig, und was seinen Umfang betrifft, so ist er um 64 % größer als sein Vorgänger, der 9. Europäische Entwicklungsfonds. Ich möchte gerne fünf Anmerkungen machen. Erstens: Bisher war der Europäische Entwicklungsfonds nicht Teil des ordentlichen Haushaltsplans der EU. Das ist eigentlich inakzeptabel, da dies die demokratische Kontrolle beeinträchtigt, zu mangelnder Verantwortlichkeit führt und der Transparenz der Finanzierung sicherlich nicht zuträglich ist. In meinem Bericht erinnere ich die Kommission daran, dass sie sich während der Diskussionen über den zukünftigen Finanzrahmen dazu verpflichtet hat, sicherzustellen, dass der Europäische Entwicklungsfonds ein wirklich fester Bestandteil des europäischen Haushaltsplans wird. Ich hoffe, dass dies nun der Fall sein wird, und ich hoffe, Herr Ratspräsident, dass Sie dem Rat und den Mitgliedstaaten die Botschaft übermitteln werden, dass der Europäische Entwicklungsfonds ab 2014 ein wirklich fester Bestandteil des Haushaltsplans der Union werden muss. Dies sollte natürlich nicht so aufgefasst werden, als dürfe diese Maßnahme dazu dienen, die allgemein für die Entwicklungszusammenarbeit bereitgestellten Ressourcen zu kürzen. Zweitens: Quantität ist eine Sache, Qualität eine andere. Was die gewöhnliche Entwicklungszusammenarbeit betrifft, hat die Europäische Kommission sich dazu verpflichtet, 20 % der Fördermittel für Grund- und Sekundarbildung und für die medizinische Grundversorgung auszugeben. In meinem Bericht bitte ich die Kommission darum, hinsichtlich des Europäischen Entwicklungsfonds genauso zu verfahren, sich also hauptsächlich auf die Grund- und Sekundärbildung sowie die Gesundheitsversorgung zu konzentrieren und diesen Anteil noch auf 25 % der insgesamt verfügbaren Mittel zu erhöhen. Diesbezüglich ist die Zusammenarbeit mit Nichtregierungsorganisationen, sowohl auf lokaler als auch auf europäischer Ebene, von entscheidender Bedeutung. Drittens: Lassen Sie mich ein paar Anmerkungen zur Rechnungsführung machen. Der Europäische Rechnungshof hat eine äußerst gründliche Untersuchung der Rechnungsführung des 8., 9. und 10. Europäischen Entwicklungsfonds durchgeführt, nicht nur in seinem Jahresbericht, sondern auch in einer Vielzahl von Sonderberichten, und hat sehr gute und sehr nützliche Anmerkungen gemacht. Es gibt jedoch einige Gründe zur Besorgnis, wie z. B. die Mängel, die der Rechnungshof im Hinblick auf Vergabeverfahren, Ex-ante-Kontrollen der Delegationen der Europäischen Kommission sowie nicht funktionierende interne Kontrollsysteme in unseren Partnerländern aufgedeckt hat. Der Rechnungshof merkt ausdrücklich an, dass es sich hierbei nicht um Betrug, sondern um Mängel handelt. Ich glaube, dass wir das bedenken müssen. Es gibt in der Tat viel zu viele nicht quantifizierbare Fehler. Herr Kommissar, ich hoffe, dass Sie das mit Ihrem Kollegen aufgreifen werden. Diesbezüglich muss wirklich etwas geschehen. Meine vierte Anmerkung hat mit Haushaltszuschüssen zu tun (und würde besser in eine umfassendere Aussprache passen). Herr Charles Goerens ist heute hier bei uns. Er ist der Berichterstatter des Ausschusses für Entwicklungszusammenarbeit für das Grünbuch über Haushaltszuschüsse. Wir alle wissen, dass Haushaltszuschüsse ein wichtiges Element für die Verbesserung der Entwicklungszusammenarbeit sein können. Jedoch sollten sie nicht als ein Allheilmittel betrachtet werden, da sie auch eine Reihe von Nachteilen mit sich bringen. Die Vorteile sind, dass die Transaktionskosten gering sind, dass Partnerländer mehr Verantwortung für sich selbst haben und dass der Dialog zwischen Partnern und Gebern besser ist. Zugleich besteht natürlich das Risiko der Veruntreuung, der Unterschlagung von Mitteln. Ich vermute, dass diese Aussprache noch viel öfter in diesem Parlament stattfinden wird. Mein fünftes und letztes Anliegen betrifft die Investitionsfazilität. Die Investitionsfazilität ist ein Behelf, der von der Europäischen Investitionsbank dazu genutzt wird, um Kredite in unsere Partnerländer umzuleiten. Momentan fällt dieser Mechanismus weder direkt unter die Entlastung noch unter die Zuverlässigkeitserklärung des Rechnungshofes. Das ist nicht wirklich akzeptabel. Wir müssen ein paar Dinge beheben. Was bei all dem positiv ist, ist die Tatsache, dass die Vertreter der Europäischen Investitionsbank und die Mitglieder des Haushaltskontrollausschusses eine äußerst konstruktive Aussprache hatten. In der Tat haben sie zum ersten Mal überhaupt einen Bericht erarbeitet. Daraus können wir viel lernen. Mein Bericht enthält diesbezüglich eine Reihe wichtiger Anmerkungen. Des Weiteren vertrauen wir der Europäischen Investitionsbank und der Europäischen Kommission einige Aufgaben an. Wir fordern eine bessere Koordinierung von Finanzmitteln. Europäische Investitionsbank, Europäische Kommission, wir bitten etwa um eine Untersuchung der Aktivitäten der Europäischen Investitionsbank bis Ende September dieses Jahres, damit uns zu Beginn des nächsten Entlastungsverfahrens eine ordnungsgemäße Dokumentation vorliegt. Wir bitten um eine umfangreichere Miteinbeziehung lokaler Partner, dort, wo die Investitionsbank Projekte kofinanziert, wir bitten um eine direktere und weniger theoretische Berichterstattung, und wir bitten um eine allgemeine Überprüfung aller Mittel der Europäischen Investitionsbank."@de9 "Κύριε Πρόεδρε, κυρίες και κύριοι, κύριε Επίτροπε, κύριε Προεδρεύων του Συμβουλίου, σας αξίζουν συγχαρητήρια. Για πρώτη φορά εδώ και χρόνια το Συμβούλιο παρίσταται στη συζήτηση για την απαλλαγή του προϋπολογισμού. Συγχαρητήρια, πραγματικά το εκτιμούμε. Κυρίες και κύριοι, η αξιολόγησή μου για τη λειτουργία του Ευρωπαϊκού Ταμείου Ανάπτυξης μπορεί να είναι αυστηρή, όμως πιστεύω ότι είναι δίκαιη. Πιστεύω ότι η έκθεσή μου λαμβάνει υπόψη πολλά μέσα για την καλύτερη διαχείριση των χρηματοδοτικών πόρων για την αναπτυξιακή συνεργασία και συνεπώς, θα σας καλούσα να εγκρίνετε την έκθεσή μου με μεγάλη πλειοψηφία. Κυρίες και κύριοι, 22,6 δισεκατομμύρια, αυτό είναι το ποσό που θα δαπανήσει το 10ο Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης για την περίοδο 2008-2013. Αυτό καθιστά το Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης το πλέον σημαντικό οικονομικό μέσο της ΕΕ για την αναπτυξιακή συνεργασία με τις χώρες ΑΚΕ. Το 10ο Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης είναι επίσης εξαιρετικά σημαντικό όσον αφορά τη χρηματοδοτική δέσμευση και από πλευράς πεδίου εφαρμογής, είναι κατά 67% μεγαλύτερο από το προηγούμενο, το 9ο Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης. Θα ήθελα να κάνω πέντε παρατηρήσεις. Καταρχάς, μέχρι τώρα, το Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης δεν αποτελούσε μέρος του τακτικού προϋπολογισμού της ΕΕ. Αυτό είναι πραγματικά απαράδεκτο, διότι επηρεάζει τη δημοκρατική εποπτεία, οδηγεί σε έλλειψη ευθύνης και φυσικά δεν βοηθάει τη διαφάνεια της χρηματοδότησης. Στην έκθεσή μου, υπενθυμίζω στην Επιτροπή ότι στη διάρκεια των συζητήσεων για το μελλοντικό δημοσιονομικό πλαίσιο δεσμεύτηκε να διασφαλίσει ότι το Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης θα αποτελέσει ένα πραγματικά αναπόσπαστο μέρος του ευρωπαϊκού προϋπολογισμού. Ευελπιστώ αυτό να συμβεί τώρα καθώς και, κύριε Προεδρεύων του Συμβουλίου, ότι θα αποστείλετε το μήνυμα στο Συμβούλιο και στα κράτη μέλη ότι από το 2014 και εξής, το Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης πρέπει πραγματικά να αποτελέσει αναπόσπαστο μέρος του προϋπολογισμού της Ένωσης. Προφανώς, αυτό δεν θα πρέπει να σημάνει ότι αυτή η λειτουργία θα πρέπει να επιτρέψει να οδηγηθούμε στην περικοπή πόρων που συνήθως διατίθενται για την αναπτυξιακή συνεργασία. Δεύτερον, η ποσότητα και η ποιότητα δεν είναι το ίδιο πράγμα. Όσον αφορά την συνήθη αναπτυξιακή συνεργασία, η Ευρωπαϊκή Επιτροπή δεσμεύτηκε να δαπανήσει το 20% της βοήθειας στην πρωτοβάθμια και δευτεροβάθμια εκπαίδευση και στην πρωτοβάθμια υγειονομική περίθαλψη. Στην έκθεσή μου, ζητώ από την Επιτροπή να κάνει το ίδιο όσον αφορά το Ευρωπαϊκό Ταμείο Ανάπτυξης. Να επικεντρωθεί, κυρίως, στην πρωτοβάθμια και δευτεροβάθμια εκπαίδευση και στην υγειονομική περίθαλψη και να αυξήσει το ποσό εκείνο στο 25% του συνολικού κονδυλίου. Ως εκ τούτου, η συνεργασία με ΜΚΟ, τόσο τοπικές όσο και ευρωπαϊκές, είναι ζωτικής σημασίας. Τρίτον, επιτρέψτε μου μια παρατήρηση σχετικά με τη δημοσιονομική διαχείριση. Το Ελεγκτικό Συνέδριο διεξήγαγε ενδελεχή έλεγχο της δημοσιονομικής διαχείρισης του 8ου, 9ου και 10ου Ευρωπαϊκού Ταμείου Ανάπτυξης, όχι μόνο στην ετήσια έκθεσή του αλλά και σε πολλές ειδικές εκθέσεις, και έκανε πραγματικά καλές και πολύτιμες παρατηρήσεις. Ωστόσο, υπάρχουν πραγματικά λόγοι ανησυχίας, όπως οι ελλείψεις που βρήκε το Ελεγκτικό Συνέδριο όσον αφορά τις διαδικασίες συμβάσεων, τους προληπτικούς ελέγχους των αντιπροσωπειών της Ευρωπαϊκής Επιτροπής και τα προβληματικά εσωτερικά συστήματα ελέγχου στις χώρες εταίρους μας. Το Ελεγκτικό Συνέδριο δηλώνει ρητά ότι δεν πρόκειται για απάτη αλλά για ελλείψεις. Πιστεύω ότι αυτό πρέπει να το λάβουμε υπόψη. Υπάρχουν πραγματικά υπερβολικά πολλά μη προσδιορίσιμα ποσοτικώς σφάλματα. Κύριε Επίτροπε, ευελπιστώ ότι θα ασχοληθείτε με τον συνάδελφό σας με το θέμα αυτό. Πραγματικά πρέπει κάτι να γίνει σε αυτό το μέτωπο. Η τέταρτη παρατήρησή μου αφορά τις δημοσιονομικές ενισχύσεις (και θα ταίριαζε περισσότερο σε μια ευρύτερη συζήτηση). Ο κ. Charles Goerens είναι εδώ μαζί μας· είναι εισηγητής της Επιτροπής Αναπτυξιακής Συνεργασίας για την Πράσινη Βίβλο για τις δημοσιονομικές ενισχύσεις. Όλοι αναγνωρίζουμε ότι οι δημοσιονομικές ενισχύσεις μπορεί να είναι σημαντικό στοιχείο για τη βελτίωση της αναπτυξιακής συνεργασίας. Ωστόσο, δεν πρέπει να θεωρείται ως πανάκεια, διότι συνοδεύεται από μια σειρά μειονεκτημάτων. Τα θετικά είναι ότι το κόστος συναλλαγής είναι χαμηλό, ότι οι χώρες εταίροι έχουν αυξημένη ευθύνη για τον εαυτό τους και ότι υπάρχει καλύτερος διάλογος μεταξύ εταίρων και χορηγών. Παράλληλα, υπάρχει ασφαλώς ο κίνδυνος υπεξαίρεσης, της υπεξαίρεσης κονδυλίων. Μπορώ να δω αυτήν τη συζήτηση να διεξάγεται στο Κοινοβούλιο πολλές φορές ακόμα στο μέλλον. Η πέμπτη και τελευταία παρατήρησή μου αφορά την επενδυτική διευκόλυνση. Η επενδυτική διευκόλυνση είναι ένα όχημα που χρησιμοποιείται από την Ευρωπαϊκή Τράπεζα Επενδύσεων για να κατευθύνει δάνεια στις χώρες εταίρους μας. Επί του παρόντος, αυτός ο μηχανισμός δεν υπόκειται στην απαλλαγή ούτε στη δήλωση αξιοπιστίας του Ελεγκτικού Συνεδρίου. Αυτό είναι πραγματικά απαράδεκτο. Πρέπει να διορθώσουμε μερικά πράγματα. Το θετικό σε όλα αυτά είναι ότι οι εκπρόσωποι της Ευρωπαϊκής Τράπεζας Επενδύσεων και τα μέλη της Επιτροπής Ελέγχου του Προϋπολογισμού διεξήγαγαν μια εξαιρετικά εποικοδομητική συζήτηση. Μάλιστα, για πρώτη φορά, εκπόνησαν έκθεση. Μπορούμε να μάθουμε πολλά από αυτό. Υπάρχει μια σειρά σημαντικών παρατηρήσεων στην έκθεσή μου αναφορικά με αυτό. Αναθέτουμε επίσης ορισμένα καθήκοντα στην Ευρωπαϊκή Τράπεζα Επενδύσεων και στην Ευρωπαϊκή Επιτροπή. Ζητούμε καλύτερο συντονισμό των κονδυλίων. Ευρωπαϊκή Τράπεζα Επενδύσεων, Ευρωπαϊκή Επιτροπή, ζητούμε στην πραγματικότητα έρευνα στις δραστηριότητες της Ευρωπαϊκής Τράπεζας Επενδύσεων προς τα τέλη Σεπτέμβρη του τρέχοντος έτους ώστε να μπορέσουμε να ξεκινήσουμε την επόμενη διαδικασία απαλλαγής με τα κατάλληλα έγγραφα. Ζητούμε μεγαλύτερη συμμετοχή των τοπικών εταίρων όπου η Ευρωπαϊκή Τράπεζα Επενδύσεων συγχρηματοδοτεί έργα, ζητούμε πιο άμεσες και λιγότερο θεωρητικές αναφορές και ζητούμε έναν γενικό έλεγχο όλων των κονδυλίων της Ευρωπαϊκής Τράπεζας Επενδύσεων."@el10 "Mr President, ladies and gentlemen, Commissioner, President-in-Office of the Council, you deserve a pat on the back. For the first time in years, the Council is attending this debate on the discharge of the budget. Congratulations, we really appreciate that. Ladies and gentlemen, my assessment of the functioning of the European Development Fund may be strict, but I think that it is a fair one. I believe that my report considers a great many avenues for the better management of financial resources for development cooperation and I would therefore urge you to adopt my report with a large majority. Ladies and gentlemen, EUR 22.6 billion, that is how much the 10th European Development Fund will spend in the 2008-2013 period. That makes the European Development Fund the EU’s most important financial instrument for development cooperation with the ACP countries. The 10th European Development Fund is also extremely important in terms of its financial commitment and, in terms of scope, it is 64% larger than its predecessor, the 9th European Development Fund. I would like to make five comments. First of all, so far, the European Development Fund has not been part of the EU’s ordinary budget. That is actually unacceptable because it interferes with democratic supervision, leads to a lack of responsibility and certainly does not help the transparency of funding. In my report, I remind the Commission that, during the discussions on the future financial framework, it has committed itself to ensuring that the European Development Fund becomes a truly integral part of the European budget. I hope that that will now be the case and I hope, President-in-Office of the Council, that you will send out the message to the Council and to Member States that, from 2014, the European Development Fund really must become an integral part of the Union budget. Obviously, that should not be taken to mean that this operation should be allowed to result in resources which are generally made available for development cooperation being cut. Secondly, quantity is one thing, quality is another. As far as ordinary development cooperation is concerned, the European Commission has committed itself to spending 20% of the aid on primary and secondary education and on primary health care. In my report, I ask the Commission to do the same with regard to the European Development Fund. To focus, primarily, on primary and secondary education, health care and even to increase that amount to 25% of the total fund. In that respect, cooperation with NGOs, both local and European, is of vital importance. Thirdly, allow me to comment on financial management. The European Court of Auditors has carried out an extremely thorough investigation of the financial management of the 8th, 9th and 10th European Development Funds, not only in its annual report but in a great many special reports, and made really good and really valuable comments. However, there are indeed some reasons for concern, such as the shortcomings the Court has found with regard to procurement procedures, ex-ante checks of the European Commission’s delegations and failing internal control systems in our partner countries. The Court of Auditors explicitly notes that this is not fraud, but shortcomings. I think that we need to take that on board. There are indeed far too many non-quantifiable errors. Commissioner, I hope that you will take this up with your colleague. Something really needs to happen on that front. My fourth comment is to do with budget aid (and it would be more fitting in a broader debate). Mr Charles Goerens is here with us; he is the rapporteur of the Committee on Development Cooperation for the Green Paper on Budget Aid. We all recognise that budget aid can be an important element for the improvement of development cooperation. However, it should not be regarded as a cure-all, because it also comes with a number of drawbacks. The positives are that transaction costs are low, that partner countries have an increased responsibility for themselves and that there is a better dialogue between partners and donors. At the same time, there is obviously the risk of embezzlement, of the misappropriation of funds. I can see this debate taking place many more times to come in this Parliament. My fifth and last comment concerns the investment facility. The investment facility is a vehicle used by the European Investment Bank to divert loans to our partner countries. At the moment, this mechanism does not actually fall under the discharge, nor does it fall under the declaration of assurance of the Court of Auditors. That is actually not acceptable. We need to remedy a few things. What is positive in all this is that the representatives of the European Investment Bank and the members of the Committee on Budgetary Control have had an extremely constructive debate. As a matter of fact, they have, for the first time ever, produced a report. There is a lot we can learn from that. There are a number of important comments in my report with respect to that. We are also entrusting a few tasks to the European Investment Bank and the European Commission. We are asking for better coordination of funds. European Investment Bank, European Commission, we are actually asking for an investigation into the activities of the European Investment Bank towards the end of September this year so that we can start the next discharge procedure with proper documentation. We are asking for greater involvement of local partners where the Investment Bank cofinances projects, we are asking for more direct and less theoretical reporting and we are asking for a general audit of all funds of the European Investment Bank."@en4 "Señor Presidente, Señorías, señor Comisario, Presidente en ejercicio del Consejo, usted se merece una palmadita en la espalda. Por primera vez en años, el Consejo va a asistir a este debate sobre la aprobación de la gestión del presupuesto. Felicidades, lo apreciamos de verdad. Señorías, mi evaluación del funcionamiento del Fondo Europeo de Desarrollo puede ser estricta, pero creo que es justa. Considero que mi informe contempla muchas vías para gestionar mejor los recursos financieros para la cooperación al desarrollo y por lo tanto les pido que adopten mi informe con una amplia mayoría. Señorías, un total de 22 600 millones de euros es la cantidad que el décimo Fondo Europeo de Desarrollo va a invertir en el período 2008-2013. Eso hace que el Fondo Europeo de Desarrollo sea el instrumento financiero más importante de la UE para la cooperación al desarrollo con los países ACP. El Décimo Fondo Europeo de Desarrollo también resulta sumamente importante en términos de su compromiso financiero y en lo que respecta a su alcance, pues es un 64 % mayor que su predecesor, el noveno Fondo Europeo de Desarrollo. Quisiera realizar cinco comentarios. En primer lugar, hasta ahora, el Fondo Europeo de Desarrollo no ha formado parte del presupuesto ordinario de la UE. En realidad eso resulta inaceptable, ya que interfiere con la supervisión democrática, conduce a una falta de responsabilidad y, efectivamente, no contribuye a la transparencia de la financiación. En mi informe, recuerdo a la Comisión que, durante los debates sobre el futuro marco financiero, se ha comprometido a garantizar que el Fondo Europeo de Desarrollo se convierta en verdadera parte integral del presupuesto europeo. Espero que ese sea el caso ahora y espero, señor Presidente en ejercicio del Consejo, que envíe usted el mensaje al Consejo y a los Estados miembros de que, a partir de 2014, el Fondo Europeo de Desarrollo debe convertirse en una parte integral del presupuesto de la Unión. Obviamente, esto no debe interpretarse en el sentido de que se deba permitir que esta operación genere como resultado recortes en unos recursos por lo general disponibles para la cooperación al desarrollo. En segundo lugar, la cantidad es una cosa, la calidad es otra. En cuanto a la cooperación al desarrollo ordinaria se refiere, la Comisión Europea se ha comprometido a gastar el 20 % de la ayuda en la educación primaria y secundaria y en la atención sanitaria primaria. En mi informe, pido a la Comisión que haga lo mismo con respecto al Fondo Europeo de Desarrollo; que se centre, principalmente, en la educación primaria y secundaria, en la atención médica, e incluso que aumente esa cantidad hasta el 25 % del total del Fondo. En este sentido, la cooperación con las ONG, tanto locales como europeas, resulta de vital importancia. En tercer lugar, permítanme formular unas observaciones sobre la gestión financiera. El Tribunal de Cuentas Europeo ha llevado a cabo una investigación muy exhaustiva de la gestión financiera de los octavo, noveno y décimo Fondos Europeos de Desarrollo, no solo en su informe anual, sino en muchos informes especiales, y ha realizado observaciones realmente buenas y valiosas. Sin embargo, existen, efectivamente, algunos motivos de preocupación, como las deficiencias que el Tribunal ha encontrado con respecto a procedimientos de contratación, controles ; de las delegaciones de la Comisión Europea y defectos en los sistemas de control interno de nuestros países socios. El Tribunal de Cuentas señala explícitamente que no se trata de un fraude, sino de deficiencias. Creo que tenemos que tomar esto en consideración. De hecho, existen demasiados errores no cuantificables. Señor Comisario, espero que se ocupe usted esto con su colega. Algo debe cambiar en ese frente. Mi cuarto comentario tiene que ver con la ayuda presupuestaria (y sería más apropiado en un debate más amplio). Charles Goerens se encuentra aquí con nosotros; él es el ponente de la Comisión de Cooperación para el Desarrollo del Libro Verde sobre la ayuda presupuestaria. Todos somos conscientes de que la ayuda presupuestaria puede ser un elemento importante para la mejora de la cooperación al desarrollo. Sin embargo, no debe considerarse como una panacea, ya que también viene acompañada de una serie de inconvenientes. Los aspectos positivos son que los costes de transacción son bajos, que los países socios tienen una responsabilidad mayor con respecto a sí mismos y que existe un mejor diálogo entre socios y donantes. Al mismo tiempo, es evidente que existe el riesgo de malversación, de apropiación indebida de fondos. Puedo anticipar que este debate se volverá a celebrar en este Parlamento en muchas más ocasiones. Mi quinto y último comentario se refiere al mecanismo de inversión. El mecanismo de inversión es un vehículo utilizado por el Banco Europeo de Inversiones para desviar préstamos a los países socios. Por el momento, este mecanismo no se acoge a la aprobación de la gestión ni se somete a la declaración de fiabilidad del Tribunal de Cuentas Europeo. Eso resulta inaceptable. Tenemos que corregir algunas cosas. Lo positivo de todo esto es que los representantes del Banco Europeo de Inversiones y los miembros de la Comisión de Control Presupuestario han mantenido un debate sumamente constructivo. De hecho, por primera vez, han elaborado un informe. Podemos aprender de ello. Hay una serie de observaciones importantes en mi informe a este respecto. También estamos encomendando algunas tareas al el Banco Europeo de Inversiones y a la Comisión Europea. Estamos pidiendo una mejor coordinación de los fondos. El Banco Europeo de Inversiones, la Comisión Europea, en realidad estamos pidiendo una investigación sobre las actividades del Banco Europeo de Inversiones hacia finales de septiembre de este año, para que podamos iniciar el próximo procedimiento de aprobación de la gestión junto con la documentación adecuada. Pedimos una mayor participación de los socios locales con los que el Banco de Inversiones cofinancia proyectos, pedimos una información más directa y menos teórica y estamos pidiendo una auditoría general de todos los fondos del Banco Europeo de Inversiones."@es21 "Lugupeetud president! Head kolleegid, austatud volinik, nõukogu eesistuja! Väärite tunnustust! Esimest korda aastate jooksul osaleb nõukogu eelarve täitmisele heakskiitu andmist puudutavas arutelus. Õnnitlused! Me tõesti hindame seda. Head kolleegid! Minu hinnang Euroopa Arengufondi toimimisele võib olla range, kuid leian, et see on õiglane. Usun, et minu raportis kaalutakse päris palju viise arengukoostöö rahaliste vahendite paremaks haldamiseks ning seetõttu kutsun teid üles minu raportit suure häälteenamusega kiiresti vastu võtma. Head kolleegid! Vahemikus 2008–2013 kulutab 10. Euroopa Arengufond 22,6 miljardit eurot. See muudab Euroopa Arengufondi ELi kõige tähtsamaks finantsinstrumendiks arengukoostöös AKV riikidega. 10. Euroopa Arengufond on väga oluline ka oma rahalise panuse mõttes ning selle kohaldamisala on 64% suurem kui selle eelkäija 9. Euroopa Arengufondi oma. Tahan teha viis märkust. Esiteks ei ole Euroopa Arengufond siiani ELi tavaeelarve osa olnud. See on tegelikult vastuvõetamatu, sest see sekkub demokraatlikku järelevalvesse, viib vastutuse puudumiseni ega aita kindlasti kaasa rahastamise läbipaistvusele. Oma raportis tuletan komisjonile meelde, et tulevase finantsraamistiku läbirääkimiste raames võttis komisjon endale kohustuse tagada, et Euroopa Arengufondist saaks Euroopa eelarve tõeliselt integreeritud osa. Loodan, et see nüüd nii on ja et saadate, lugupeetud nõukogu eesistuja, nõukogule ja liikmesriikidele sõnumi, et alates 2014. aastast peab Euroopa Arengufondist tõepoolest liidu eelarve integreeritud osa saama. Ilmselgelt ei tohiks see tähendada, et selline teguviis võimaldaks lõpptulemusena arengukoostööks üldiselt kättesaadavaks tehtud vahendite kärpimist. Teiseks on kvantiteet üks asi, kvaliteet aga hoopis teine. Mis tavalist arengukoostööd puudutab, siis on Euroopa Komisjon võtnud endale kohustuse kulutada 20% arenguabist alg- ja keskharidusele ning esimese etapi arstiabile. Oma raportis palun komisjonil Euroopa Arengufondi suhtes sama teha: keskenduda eelkõige alg- ja keskharidusele ning tervishoiule ja isegi suurendada seda summat 25%ni kogueelarvest. Sel puhul on ülitähtis koostöö valitsusväliste organisatsioonidega nii kohalikul kui ka Euroopa tasandil. Kolmandaks lubage mul kommenteerida finantsjuhtimist. Euroopa Kontrollikoda on 8., 9. ja 10. Euroopa Arengufondi finantsjuhtimist põhjalikult uurinud ning seda mitte ainult oma aastaaruandes, vaid ka väga paljudes eriaruannetes, ning teinud tõeliselt häid ja väärtuslikke märkusi. Muret tekitavad aga tõepoolest samad põhjused, näiteks kontrollikoja avastatud puudused hankemenetlustes, Euroopa Komisjoni delegatsioonide eelnevad kontrollid ja sisekontrollisüsteemide läbikukkumine meie partnerriikides. Euroopa Kontrollikoda märgib sõnaselgelt, et tegemist ei ole pettuse, vaid puudustega. Leian, et peame seda arvesse võtma. Arvuliselt väljendamatuid vigu on tõepoolest liiga palju. Lugupeetud volinik! Ma loodan, et te seda teemat oma kolleegidega käsitlete. Midagi peab selles suhtes tõesti muutuma. Minu neljas märkus puudutab eelarveabi (ning sobiks rohkem laiemasse arutellu). Meie seas viibib Charles Goerens, kes on arengukoostöö komisjoni raportöör eelarveabi käsitleva rohelise raamatu kohta. Me kõik tunnistame, et eelarveabi võib olla tähtis arengukoostöö edendamisel. Seda ei tohiks aga siiski käsitleda universaalravimina, sest sellega kaasnevad ka paljud ebasoodsad asjaolud. Positiivne on see, et tehingukulud on madalad, et partnerriikidel on suurem vastutus enda eest ning et partnerite ja abiandjate vahel on parem dialoog. Samal ajal on ilmselge vahendite omastamise ja väärtarvitamise oht. Näen, et see arutelu toimub selles parlamendis veel mitu korda. Minu viies ja viimane märkus puudutab investeerimisrahastut. Investeerimisrahastu on vahend, mida Euroopa Investeerimispank kasutab laenude suunamiseks meie partnerriikidele. Hetkel ei liigitu see mehhanism tegelikult heakskiidu andmise ega kontrollikoja kinnitava avalduse alla. See ei ole tegelikult vastuvõetav! On nii mõndagi, mida parandama peame. Kogu selle asja juures on positiivne see, et Euroopa Investeerimispanga esindajad ja eelarvekontrollikomisjoni esindajad pidasid väga asjalikku arutelu. Tegelikult koostasid nad koos raporti, mis on esimene selline juhus üldse. Sellest on palju õppida. Minu raportis on selle kohta tehtud mitu tähtsat märkust. Usaldame mõned ülesanded ka Euroopa Investeerimispangale ja Euroopa Komisjonile. Nõuame rahastamise paremat kooskõlastamist. Euroopa Investeerimispank, Euroopa Komisjon, tegelikult nõuame Euroopa Investeerimispanga tegevuse uurimist selle aasta septembri lõpuks, nii et saaksime järgmist heakskiidumenetlust nõuetekohaste dokumentidega alustada. Nõuame kohalike partnerite suuremat kaasamist, kui Investeerimispank projekte kaasrahastab. Nõuame vahetumat ja vähemteoreetilist aruandlust ning Euroopa Investeerimispanga kõigi rahaliste vahendite üldauditit."@et5 ". Arvoisa puhemies, hyvät kollegat, arvoisa komission jäsen, arvoisa neuvoston puheenjohtaja, ansaitsette onnittelut. Ensimmäistä kertaa vuosiin neuvosto osallistuu tähän talousarvion toteuttamisesta myönnettävää vastuuvapautta koskevaan keskusteluun. Onnittelut, arvostamme sitä todella. Hyvät kollegat, arvioni Euroopan kehitysrahaston toiminnasta voi olla tiukka, mutta mielestäni se on oikeudenmukainen. Mielestäni mietinnössäni otetaan huomioon monia tapoja parantaa kehitysyhteistyöhön suunnatun rahoituksen hallinnointia, ja siksi kehotan teitä hyväksymään mietintöni laajalla enemmistöllä. Hyvät kollegat, vuosina 2008–2013 kymmenes Euroopan kehitysrahasto käyttää 22,6 miljardia euroa. Tämän vuoksi Euroopan kehitysrahasto on EU:n merkittävin AKT-maiden kanssa tehtävän kehitysyhteistyön rahoitusväline. Kymmenes Euroopan kehitysrahasto on äärimmäisen tärkeä myös rahoitussitoumustensa osalta, ja sen edeltäjästä yhdeksännestä kehitysrahastosta kasvua on tapahtunut 64 prosenttia. Haluan esittää viisi huomiota. Ensinnäkin tähän asti Euroopan kehitysrahasto ei ole ollut osa EU:n yleistä talousarviota. Tätä ei itse asiassa voida hyväksyä, koska se häiritsee demokraattista valvontaa, vähentää vastuullisuutta eikä se missään tapauksessa paranna rahoitustoiminnan avoimuutta. Muistutan mietinnössäni komissiolle, että tulevia rahoitusnäkymiä koskevien keskustelujen aikana komissio on sitoutunut varmistamaan, että Euroopan kehitysrahasto sisällytetään todellakin täysin EU:n yleiseen talousarvioon. Toivon, että nyt näin tehdään, ja arvoisa neuvoston puheenjohtaja, toivon, että viette neuvostolle ja jäsenvaltioille viestin, että vuodesta 2014 alkaen Euroopan kehitysrahasto on todella sisällytettävä täysin unionin talousarvioon. Tätä ei tietenkään saa ymmärtää niin että tämän seurauksena yleisesti kehitysyhteistyöhön varattuja varoja voidaan leikata. Toiseksi, määrä ja laatu ovat kaksi eri asiaa. Tavanomaisen kehitysyhteistyön osalta komissio on sitoutunut käyttämään 20 prosenttia avusta perus- ja keskiasteen koulutukseen sekä perusterveydenhoitoon. Pyydän mietinnössäni komissiota tekemään samoin Euroopan kehitysrahaston osalta. Pyydän komissiota keskittymään ensisijaisesti perus- ja keskiasteen koulutukseen, terveydenhoitoon ja jopa lisäämään tätä määrää 25 prosenttiin koko rahaston varoista. Tässä paikallisten ja eurooppalaisten kansalaisjärjestöjen kanssa tehtävä yhteistyö on erittäin tärkeää. Kolmanneksi haluan kommentoida varainhoitoa. Euroopan tilintarkastustuomioistuin on tutkinut erittäin tarkasti kahdeksannen, yhdeksännen ja kymmenennen Euroopan kehitysrahaston varainhoitoa paitsi vuosikertomuksessaan myös hyvin monessa erityiskertomuksessa ja esittänyt todella hyviä ja todella arvokkaita huomioita. Tiettyjä huolenaiheita todellakin kuitenkin on, kuten tilintarkastustuomioistuimen havaitsemat heikkoudet hankintamenettelyissä, Euroopan komission edustustojen ennakkovalvonnassa ja kumppanuusmaiden sisäisissä valvontajärjestelmissä. Tilintarkastustuomioistuin toteaa yksiselitteisesti, ettei kysymys ole petoksesta vaan heikkouksista. Mielestäni tämä on otettava huomioon. Sellaisia virheitä, joita ei voida ilmaista kvantitatiivisesti, on todellakin liian paljon. Arvoisa komission jäsen, toivon, että otatte tämän puheeksi kolleganne kanssa. Tälle asialle on todella tehtävä jotain. Neljäs huomioni liittyy talousarviotukeen (ja se sopisi paremmin laajemman keskustelun yhteyteen). Charles Goerens, talousarviotukea koskevan vihreän kirjan esittelijä kehitysyhteistyövaliokunnasta, on täällä kanssamme. Me kaikki myönnämme sen, että talousarviotuki voi olla tärkeä kehitysyhteistyötä parantava tekijä. Sitä ei kuitenkaan saa pitää parannuskeinona kaikkiin ongelmiin, koska siihen sisältyy myös useita epäkohtia. Hyviä puolia ovat alhaiset toimituskulut, vastuullisuuden lisääntyminen kumppanimaissa sekä kumppaneiden ja avunantajien välisen vuoropuhelun lisääntyminen. Samalla siihen liittyy selvä kavallusten, varojen väärinkäytön, riski. Uskon, että tätä keskustelua käydään täällä parlamentissa vielä monta kertaa. Viides ja viimeinen huomioni liittyy investointikehykseen. Investointikehys on Euroopan investointipankin käyttämä väline, jolla se suuntaa lainoja kumppanimaillemme. Tällä hetkellä mekanismi ei varsinaisesti kuulu vastuuvapauden piiriin eikä se kuulu myöskään tilintarkastustuomioistuimen antaman tarkastuslausuman piiriin. Tätä ei voida hyväksyä. Tiettyjä asioita on korjattava. Myönteistä tässä kaikessa on se, että Euroopan investointipankin edustajat ja talousarvion valvontavaliokunnan jäsenet ovat käyneet erittäin rakentavaa keskustelua. Itse asiassa he ovat ensimmäistä kertaa laatineet raportin. Voimme oppia tästä paljon. Mietinnössäni on useita tärkeitä tähän liittyviä huomioita. Annamme Euroopan investointipankille ja Euroopan komissiolle myös muutamia tehtäviä. Pyydämme niitä koordinoimaan varoja paremmin. Tarkkaan ottaen pyydämme Euroopan investointipankkia ja Euroopan komissiota tutkimaan Euroopan investointipankin toimintaa tämän vuoden syyskuun loppuun mennessä, jotta voimme aloittaa seuraavan vastuuvapausmenettelyn asianmukaisten asiakirjojen pohjalta. Pyydämme paikallisia kumppaneita osallistumaan aktiivisemmin niillä alueilla, joilla Euroopan investointipankki yhteisrahoittaa hankkeita, pyydämme suorempaa ja käytännönläheisempää raportointia ja pyydämme tarkastamaan yleisesti kaikki Euroopan investointipankin rahoittamat hankkeet."@fi7 "Monsieur le Président, Mesdames et Messieurs, Monsieur le Commissaire, Monsieur le Président en exercice du Conseil, vous méritez des applaudissements. Pour la première fois depuis des années, le Conseil assiste à ce débat sur la décharge budgétaire. Félicitations, nous nous réjouissons de votre présence. Ils ont en fait produit pour la première fois un rapport. C’est très instructif. Mon rapport comporte de nombreux commentaires importants à ce sujet. Nous confions également certaines tâches à la Banque européenne d’investissement et à la Commission européenne. Nous demandons une meilleure coordination des fonds de la part de la Banque européenne d’investissement et de la Commission européenne. Nous demandons en fait d’effectuer une enquête sur les activités de la Banque européenne d’investissements pour la fin du mois de septembre de cette année afin de pouvoir démarrer la prochaine procédure de décharge avec la documentation appropriée. Nous demandons un plus grand engagement de la part des partenaires locaux qui cofinancent des projets avec la Banque européenne d’investissement, nous demandons des comptes rendus plus directs et moins théoriques et nous demandons un audit général de tous les fonds de la Banque européenne d’investissement. Mesdames et Messieurs, mon évaluation du fonctionnement du Fonds européen de développement est peut-être sévère, mais je crois qu’elle est juste. Je pense que mon rapport examine de nombreuses façons d’améliorer la gestion des ressources financières de la coopération au développement, et je vous invite dès lors à adopter mon rapport à une large majorité. Mesdames et Messieurs, 22,6 milliards d’euros, voilà le montant que le 10e Fonds européen de développement dépensera pour la période 2008-2013. Cela fait du Fonds européen de développement le plus important instrument financier pour la coopération au développement avec les pays ACP. Le 10e Fonds européen de développement est aussi extrêmement important sur le plan des engagements financiers; en ce qui concerne sa portée, il est de 64 % plus important que son prédécesseur, le 9e Fonds européen de développement. Je souhaite émettre cinq commentaires. Tout d’abord, jusqu’à présent, le Fonds européen de développement ne fait pas partie du budget ordinaire de l’UE. Ce qui est réellement inacceptable, puisque cela constitue une entrave au contrôle démocratique, mène à un déficit de responsabilité et n’aide en aucune manière la transparence du financement. Dans mon rapport, je rappelle à la Commission qu’au cours des discussions sur le futur cadre financier, elle s’est engagée à garantir que le Fonds européen de développement devienne partie intégrante du budget européen. J’espère que ce sera à présent le cas et j’espère, Monsieur le Président en exercice du Conseil, que vous ferez comprendre au Conseil et aux États membres qu’il est nécessaire que le Fonds européen de développement devienne réellement partie intégrante du budget de l’Union à partir de 2014. Cela n’implique pas pour autant, bien entendu, que cette opération entraîne une réduction des ressources qui sont généralement mobilisées pour la coopération au développement. Deuxièmement, si la quantité est une chose, la qualité en est une autre. En ce qui concerne la coopération au développement ordinaire, la Commission européenne s’est engagée à dépenser 20 % des aides à l’éducation primaire et secondaire et aux soins de santé primaires, et même à augmenter le montant à 25 % du financement global. À cet égard, la coopération avec les ONG, tant locales qu’européennes, est d’importance vitale. Permettez-moi, en troisième lieu, de faire quelques commentaires sur la gestion financière. La Cour des comptes européenne a mené une enquête extrêmement approfondie sur la gestion financière des 8e, 9e et 10e Fonds européens de développement, non seulement dans son rapport annuel, mais dans de nombreux rapports spéciaux, et a émis de très bons et très précieux commentaires. Il y a toutefois de vraies raisons de s’inquiéter, comme en témoignent les irrégularités relevées par la Cour au niveau des procédures de passation de marchés, les contrôles ex-ante des délégations de la Commission européenne et les dysfonctionnements relatifs aux systèmes de contrôle interne dans nos pays partenaires. La Cour des comptes signale explicitement qu’il ne s’agit pas de fraudes, mais bien de dysfonctionnements. J’estime qu’il est nécessaire que nous en tenions compte. Il y a en effet par trop d’erreurs non quantifiables. Monsieur le Commissaire, j’espère que vous aborderez cette question avec votre collègue. Il faut réellement faire quelque chose à ce sujet. Mon quatrième commentaire concerne l’aide budgétaire (et il serait bon de le replacer dans un débat plus large). M. Charles Goerens est ici avec nous. Il est le rapporteur de la commission de la coopération au développement pour le Livre vert sur l’aide budgétaire. Nous admettons tous que l’aide budgétaire peut contribuer grandement à améliorer la coopération au développement. Il ne s’agit pas, toutefois, d’un remède miracle; elle comporte un certain nombre d’inconvénients. Elle présente comme avantage que les coûts de transaction sont légers, que les pays partenaires ont une responsabilité accrue dans les affaires qui les concernent et qu’il y a un meilleur dialogue entre les partenaires et les donateurs. Mais d’autre part, il y a bien sûr le risque de détournement de fonds, de malversations financières. Je m’attends à ce que cette question fasse l’objet de nombreux débats au Parlement à l’avenir. Mon cinquième et dernier commentaire concerne la facilité d’investissement. La facilité d’investissement est un instrument utilisé par la Banque européenne d’investissement pour transférer des fonds vers les pays partenaires. Pour le moment, ce mécanisme ne relève pas de la décharge, ni de la déclaration d’assurance de la Cour des comptes, et c’est inacceptable. Certaines choses doivent vraiment être corrigées. Le point positif dans tout cela est que les représentants de la Banque européenne d’investissement et les membres de la commission du contrôle budgétaire ont eu un débat extrêmement constructif."@fr8 "Voorzitter, collega's, mijnheer de commissaris, mijnheer de Raadsvoorzitter, ik moet u een pluim geven, voor het eerst in jaren is de Raad aanwezig in dit debat over de kwijting. Proficiat daarvoor, wij stellen dat zeer op prijs. Beste collega's, ik denk dat ik u een strenge evaluatie voorleg over de werking van het Europees Ontwikkelingsfonds, maar ik denk dat het een rechtvaardige evaluatie is. Ik denk dat mijn verslag heel wat pistes aanreikt voor een beter beheer van de financiële middelen voor ontwikkelingssamenwerking en ik vraag u dan ook met aandrang mijn verslag met een grote meerderheid goed te keuren. 22,6 miljard euro, beste collega's, dat is het bedrag dat het 10e Europees Ontwikkelingsfonds zal besteden over de periode 2008-2013. Daarmee vormt het Europees Ontwikkelingsfonds het belangrijkste financieel instrument van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking met de ACS-landen. Het 10e Europees Ontwikkelingsfonds is qua financieel engagement zelfs erg belangrijk en in omvang 64% groter dan zijn voorganger, het 9e Europees Ontwikkelingsfonds. Ik wil vijf opmerkingen maken. De eerste opmerking is dat het Europees Ontwikkelingsfonds tot op heden geen onderdeel uitmaakt van de reguliere EU-begroting. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar, want het bemoeilijkt de democratische controle, leidt tot te weinig verantwoording en zorgt zeker niet voor transparantie van de financiering. In mijn verslag herinner ik de Commissie eraan dat zij zich bij de besprekingen over het toekomstig financieel kader ertoe heeft geëngageerd om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds inderdaad een volledig onderdeel van de Europese begroting wordt. Ik hoop dat dat nu ook zal gebeuren en ik hoop, mijnheer de Raadsvoorzitter, dat u dat ook zult meenemen naar de Raad, naar de lidstaten om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds vanaf 2014 inderdaad een volledig onderdeel van de Uniebegroting wordt. Natuurlijk is daar dan wel onder te verstaan dat deze operatie niet mag leiden tot een vermindering van de middelen die er globaal gezien voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking worden gesteld. Tweede opmerking: kwantiteit is één zaak, kwaliteit is een andere. Voor wat betreft de reguliere ontwikkelingssamenwerking heeft de Europese Commissie zich ertoe geëngageerd 20% van de steun te besteden aan basis- en middelbaar onderwijs en aan eerstelijns gezondheidszorg. In mijn verslag vraag ik dat ook te doen voor het Europees Ontwikkelingsfonds. Primair te focussen op basis- en middelbaar onderwijs, gezondheidszorg en dat bedrag zelfs op te trekken tot 25% van het geheel. Daarbij is samenwerking met ngo's, zowel lokale ngo's als Europese ngo's, van essentieel belang. Derde opmerking is een opmerking over het financieel beheer. De Europese Rekenkamer heeft op een zeer grondige manier het financieel beheer van het 8e, het 9e en het 10e Europees Ontwikkelingsfonds doorgelicht, behalve in het jaarverslag ook in de vele speciale verslagen, en heel goede opmerkingen, heel waardevolle opmerkingen gemaakt. Er zijn toch ook wel enkele redenen voor bezorgdheid, zoals de vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot openbare aanbestedingsprocedures, de tekortkomingen inzake de controles vooraf bij de delegaties van de Europese Commissie en het falende interne controlesysteem in de partnerlanden. De Rekenkamer merkt expliciet op dat het niet om fraude gaat, maar om tekortkomingen. Ik denk dat we dat moeten meenemen. Er is inderdaad een veel te hoog aantal niet-kwantificeerbare fouten. Mijnheer de commissaris, ik hoop dat u daar ook uw collega over zal aanspreken. Daar moet echt iets gebeuren. Vierde opmerking: begrotingssteun. De opmerking over de begrotingssteun past in een breder debat. Charles Goerens is in de zaal aanwezig; hij is de rapporteur in de Commissie ontwikkelingssamenwerking voor het Groenboek inzake begrotingssteun. We erkennen allemaal dat begrotingssteun een belangrijk element kan zijn voor de verbetering van de ontwikkelingssamenwerking. Het is niet een louter zaligmakende methodiek, er zijn ook een aantal nadelen aan verbonden. Het voordeel is dat de transactiekosten laag zijn, dat er sprake is van een toegenomen eigen verantwoordelijkheid van de partnerlanden, van een betere dialoog tussen partners en donoren, maar tegelijkertijd is er natuurlijk het risico van verduistering, van ongewenst gebruik van middelen. Ik denk dat dat debat nog verder zal worden gevoerd in komende debatten hier in het Parlement. Vijfde en laatste opmerking: de investeringsfaciliteit. De investeringsfaciliteit is een vehikel dat door de Europese Investeringsbank wordt gebruikt om leningen door te sluizen naar onze partnerlanden. Dat mechanisme valt eigenlijk op dit ogenblik niet onder de kwijting en ook niet onder de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer. Dat is eigenlijk niet aanvaardbaar. We moeten een en ander remediëren. Positief in dezen is dat er een zeer goed debat heeft plaatsgevonden tussen de vertegenwoordigers van de Europese Investeringsbank en de leden van de Commissie begrotingscontrole. Ze hebben voor het eerst ook een verslag gepresenteerd. Ik denk dat we daar veel uit kunnen leren. In mijn verslag staan een aantal belangrijke opmerkingen dienaangaande. We geven ook een aantal opdrachten aan de Europese Investeringsbank en aan de Europese Commissie. We vragen om een betere coördinatie van de middelen. Europese Investeringsbank, Europese Commissie, we vragen eigenlijk om een doorlichting van de acties van de Europese Investeringsbank tegen eind september dit jaar ten einde de volgende kwijting met goede documentatie te kunnen starten, we vragen om een grotere betrokkenheid van lokale partners daar waar de Investeringsbank projecten meefinanciert, we vragen om een meer directe en minder theoretische verslaggeving en we vragen om een algemene audit op het geheel van de middelen van de Europese Investeringsbank."@hu11 "Signor Presidente, onorevoli colleghi, signor Commissario, signor Presidente in carica del Consiglio, meritereste una bella pacca sulla spalla. Per la prima volta in diversi anni il Consiglio partecipa a una discussione sul discarico relativo all'esecuzione del bilancio. Congratulazioni, ve ne siamo davvero grati. Onorevoli colleghi, la mia valutazione del funzionamento del Fondo di sviluppo europeo è forse stringente, ma credo che sia equa. Ritengo che la mia relazione individui diverse strade per un possibile miglioramento della gestione finanziaria per la cooperazione allo sviluppo e pertanto vi esorto ad adottare questa relazione a larga maggioranza. Onorevoli colleghi, la spesa del decimo Fondo europeo di sviluppo nel periodo 2008-2013 ammonta a 22,6 miliardi di euro. Questo rende il Fondo europeo di sviluppo lo strumento finanziario più importante per lo sviluppo della cooperazione con i paesi ACP. Il decimo Fondo europeo di sviluppo è anche estremamente rilevante per l’impegno finanziario che comporta, e, in termini di dimensioni è più grande del 64 per cento, rispetto al suo predecessore – il nono Fondo europeo di sviluppo. Farò cinque considerazioni a riguardo. Innanzi tutto, finora il Fondo di sviluppo europeo non ha fatto parte del bilancio ordinario dell’Unione europea. Questo è inaccettabile, in quanto interferisce con il controllo democratico, comporta una mancanza di responsabilità e sicuramente non contribuisce alla trasparenza dei finanziamenti. Nella mia relazione ricordo alla Commissione che nel corso delle discussioni sul prossimo quadro finanziario essa si è impegnata a fare in modo che il Fondo di sviluppo europeo diventi effettivamente parte integrante del bilancio europeo. Mi auguro che ora questo avvenga e auspico, signor Presidente in carica del Consiglio, che lei darà indicazioni al Consiglio europeo e agli Stati membri sul fatto che, a partire dal 2014, il Fondo di sviluppo europeo diventi a tutti gli effetti parte integrante del bilancio dell’Unione europea. Naturalmente, ciò non deve significare che questa operazione comporti dei tagli alle risorse normalmente disponibili alla cooperazione per lo sviluppo. Secondo, la quantità e la qualità non sono la stessa cosa. Per quanto concerne l’ordinaria cooperazione per lo sviluppo, la Commissione europea si è impegnata a spendere il 20 per cento degli aiuti a favore dell’istruzione primaria e secondaria e dell’assistenza sanitaria di base. Nella mia relazione chiedo alla Commissione di fare altrettanto con il Fondo di sviluppo europeo: concentrarsi innanzi tutto sull’istruzione primaria e secondaria, sull’assistenza sanitaria, aumentando oltretutto tale quota al 25 per cento del totale del fondo. In tal senso è assolutamente di vitale importanza la collaborazione con le organizzazioni non governative sia a livello locale che europeo. Terzo, consentitemi un commento sulla gestione finanziaria. La Corte dei conti europea ha svolto un’indagine molto rigorosa sulla gestione dell’ottavo, nono e decimo Fondo di sviluppo europeo, non solo nella sua relazione annuale, ma anche in molte relazioni speciali, proponendo osservazioni eccellenti e commenti davvero preziosi. Ciononostante, esistono davvero dei motivi di preoccupazione relativamente alle lacune riscontrate dalla Corte nelle procedure d’appalto, ai controlli ex-ante delle delegazioni della Commissione europea, e al pessimo funzionamento dei sistemi di controllo nei nostri paesi partner. La Corte dei Conti rileva in maniera esplicita che non si tratta di casi di frode, ma solo di lacune. Credo che dobbiamo tenerne conto. Vi sono, infatti, troppi errori non quantificabili. Signor Commissario, spero che affronterà la questione con il suo collega: deve accedere qualcosa in merito. La mia quarta considerazione riguarda il sostegno al bilancio (e sarebbe più opportuno affrontare la questione all’interno di una discussione più ampia). L’onorevole Goerens è qui tra noi ed egli è il relatore della commissione per lo sviluppo in merito al Libro Verde sul sostegno al bilancio. Tutti noi ammettiamo che il sostegno al bilancio possa essere un fattore importante per il miglioramento della cooperazione allo sviluppo. Tuttavia, non dobbiamo considerarli una panacea, poiché comportano anche una serie di svantaggi. Tra gli effetti postivi contiamo il basso costo delle transazioni, il fatto che i paesi partner si assumano responsabilità maggiori e che si instauri un dialogo migliore tra partner e donatori. Nel contempo, ovviamente c’è il rischio che si verifichino dei casi di peculato e di appropriazione indebita dei fondi. Temo che questa discussione si ripeterà ancora in futuro in quest’Aula. La mia quinta e ultima considerazione riguarda il Fondo investimenti, il quale è uno strumento utilizzato dalla Banca europea degli investimenti per elargire prestiti a favore dei nostri paesi partner. Al momento, questo meccanismo effettivamente non rientra nel discarico, né nella dichiarazione sull’affidabilità e la regolarità della Corte dei conti. Questo è inaccettabile e dobbiamo porvi rimedio. Quello che è positivo in tutto ciò è che i rappresentanti della Banca europea degli investimenti e i membri della commissione per il controllo dei bilanci hanno avuto una discussione estremamente proficua, e per la prima volta hanno prodotto una relazione, e questo la dice lunga. Vi è un certo numero di osservazioni importanti in tal senso nella mia relazione. Inoltre, assegniamo alcuni compiti alla Banca europea degli investimenti e alla Commissione europea. Chiediamo un miglior coordinamento dei fondi. Chiediamo alla Banca europea degli investimenti e alla Commissione un’indagine sulle attività della Banca europea degli investimenti di settembre di quest’anno, affinché possiamo avviare la prossima procedura di discarico con tutta la documentazione necessaria. Chiediamo un maggiore coinvolgimento dei partner locali, laddove la Banca europea degli investimenti cofinianzi i progetti, chiediamo una rendicontazione più diretta e meno teorica di tutti i fondi della Banca europea degli investimenti."@it12 "Pone pirmininke, ponios ir ponai, pone Komisijos nary, pone Tarybos Pirmininke, jūs nusipelnote pagyrimo. Pirmą kartą per daugelį metų Taryba dalyvauja šioje diskusijoje dėl biudžeto įvykdymo patvirtinimo. Sveikinu, mes iš tikrųjų tai vertiname. Ponios ir ponai, galbūt griežtai vertinu Europos plėtros fondo veikimą, tačiau manau, kad mano vertinimas yra sąžiningas. Tikiu, kad mano pranešime apsvarstomi įvairūs būdai, kaip geriau valdyti vystomojo bendradarbiavimo finansinius išteklius ir todėl norėčiau jus paraginti patvirtinti mano pranešimą didele balsų dauguma. Ponios ir ponai, 22,6 mln. EUR, būtent tiek dešimtajam Europos plėtros fondui bus skirta 2008–2013 m. laikotarpiu. Todėl Europos plėtros fondas yra svarbiausia AKR šalims skirta ES vystomojo bendradarbiavimo finansinė priemonė. Dešimtasis Europos plėtros fondas taip pat labai svarbus dėl jame nustatytų finansinių įsipareigojimų, o kalbant apie apimtį – jis 64 proc. didesnis nei ankstesnis fondas, t. y. devintasis Europos plėtros fondas. Norėčiau pateikti penkias pastabas. Pirma, iki šiol Europos plėtros fondas nebuvo tradicinio ES biudžeto dalis. Tai, tiesą sakant, yra nepriimtina, nes jis trukdo vykdyti demokratijos priežiūrą, dėl jo atsiranda atsakomybės trūkumas ir jis praktiškai nepadidina finansavimo skaidrumo. Savo pranešime Komisijai primenu, kad diskutuojant apie būsimą finansinę programą ji pati įsipareigojo užtikrinti, kad Europos plėtros fondas taptų tikra Europos biudžeto sudedamąja dalimi. Tikiuosi, kad dabar taip ir bus, ir tikiuosi, kad jūs, pone Tarybos Pirmininke, Tarybą ir valstybes nares informuosite, kad nuo 2014 m. Europos plėtros fondas iš tikrųjų turi tapti sudedamąja Europos Sąjungos biudžeto dalimi. Aišku, tai neturėtų reikšti, kad dėl šios operacijos turėtų būti sumažintos lėšos, kurios paprastai skiriamos vystomajam bendradarbiavimui. Antra, kiekybė yra viena, kokybė – visai kas kita. Kalbant apie paprastą vystomąjį bendradarbiavimą Europos Komisija pati įsipareigojo 20 proc. paramos išleisti pradiniam ir viduriniam išsilavinimui ir pirminei sveikatos priežiūrai. Savo pranešime prašau, kad Komisija tą patį padarytų su Europos plėtros fondu. Didžiausią dėmesį visų pirma skirti pradiniam ir viduriniam išsilavinimui, sveikatos priežiūrai ir net padidinti tą sumą iki 25 proc. viso fondo lėšų. Šiuo atveju labai svarbu bendradarbiauti su vietos ir Europos lygmens nevyriausybinėmis organizacijomis. Trečia, leiskite pateikti pastabų dėl finansų valdymo. Europos Audito Rūmai atliko labai išsamų aštuntojo, devintojo ir dešimtojo Europos plėtros fondo tyrimą ne tik savo metinėje ataskaitoje, bet ir daugybėje specialių ataskaitų, ir pateikė iš tikrųjų geras bei vertingas pastabas. Tačiau iš tikrųjų yra tam tikrų priežasčių nerimauti, pvz., Audito Rūmų nustatyti trūkumai, susiję su viešųjų pirkimų procedūromis, Europos Komisijos delegacijų patikrinimais ir neveikiančiomis kontrolės sistemomis mūsų šalyse partnerėse. Audito Rūmai aiškiai pažymi, kad tai yra ne sukčiavimas, bet trūkumai. Manau, kad turime į tai atkreipti dėmesį. Iš tikrųjų esama per daug kiekybiškai neįvertinamų klaidų. Pone Komisijos nary, tikiuosi, kad jūs kartu su savo kolega imsitės darbo. Toje srityje iš tikrųjų turi būti kas nors daroma. Mano ketvirtoji pastaba yra susijusi su biudžeto parama (ir tai labiau tiktų platesnio masto diskusijoje). Charles Goerens yra čia su mumis; jis yra Vystomojo bendradarbiavimo komiteto Žaliosios knygos dėl biudžeto paramos pranešėjas. Visi pripažįstame, kad biudžeto parama gali būti svarbus elementas vystomajam bendradarbiavimui pagerinti. Tačiau ši parama neturėtų būti laikoma vaistu nuo visų ligų, nes ji taip pat turi daug trūkumų. Teigiami dalykai yra susiję su mažomis sandorių išlaidomis, didesne pačių šalių partnerių atsakomybe ir geresniu partnerių ir donorų dialogu. Kartu esama akivaizdaus grobstymo, neteisėto pasisavinimo pavojaus. Manau, kad šiame Parlamente ateityje vis dažniau diskutuosime šiuo klausimu. Mano penktoji ir paskutinė pastaba yra susijusi su investicijų priemone. Investicijų priemonė yra Europos investicijų banko naudojama priemonė nukreipiant mūsų šalims partnerėms paskolas. Šiuo metu šis mechanizmas, tiesą sakant, nėra susijęs su biudžeto įvykdymo patvirtinimu, dėl jo Audito Rūmai taip pat nepateikia patikinimo deklaracijos. Tai, tiesą sakant, nėra priimtina. Turime ištaisyti keletą dalykų. Vienintelis visa tai vienijantis teigiamas dalykas yra tai, kad Europos investicijų banko ir Biudžeto kontrolės komiteto nariai surengė ypač konstruktyvią diskusiją. Tiesą sakant, jie pirmą kartą parengė pranešimą. Iš to galime daug ko pasimokyti. Mano pranešime yra daug su tuo susijusių pastabų. Taip pat keletą užduočių pavedame atlikti Europos investicijų bankui ir Europos Komisijai. Prašome geriau koordinuoti lėšas. Europos investicijų banko ir Europos Komisijos iš tikrųjų prašome iki šių metų rugsėjo mėn. pabaigos ištirti Europos investicijų banko veiklą, kad kitą biudžeto įvykdymo patvirtinimo procedūrą galėtume pradėti turėdami tinkamus dokumentus. Prašome aktyviau dalyvauti vietos partnerius, kurių projektus bendrai finansuoja Europos investicijų bankas, prašome teikti labiau praktines ir ne tokio teorinio pobūdžio ataskaitas ir prašome atlikti bendrą visų Europos investicijų banko lėšų auditą."@lt14 "Priekšsēdētāja kungs, dāmas un kungi, komisār, Padomes priekšsēdētāj! Jūs esat pelnījuši uzslavu. Pirmo reizi daudzu gadu laikā Padome piedalās šajās debatēs par budžeta izpildes apstiprināšanu. Apsveicam, mēs to patiesi novērtējam. Dāmas un kungi, iespējams, mans Eiropas Attīstības fonda darbības novērtējums ir stingrs, taču es uzskatu, ka tas ir godīgs. Es uzskatu, ka manā ziņojumā ir izskatīts daudz vairāk iespēju piemērotāk pārvaldīt attīstības sadarbības finanšu resursus, un tāpēc es mudinu jūs apstiprināt manu ziņojumu ar balsu vairākumu. Dāmas un kungi, laika periodā no 2008. līdz 2013. gadam no 10. Eiropas Attīstības fonda tiks iztērēti EUR 22,6 miljardi. Tas padara Eiropas attīstības fondu par Eiropas Savienības svarīgāko finanšu instrumentu attīstības sadarbības veicināšanai ar ĀKK valstīm. Desmitais Eiropas Attīstības fonds ir arī ļoti svarīgs tā finansiālā ieguldījuma dēļ, un apjoma ziņā tas ir par 64 % lielāks nekā iepriekšējais 9. Eiropas Attīstības fonds. Es vēlos izteikt piecus komentārus. Pirmkārt, līdz šim Eiropas Attīstības fonds nav bijis Eiropas Savienības parastā budžeta daļa. Tas patiesībā nav pieņemams, jo tas ir pretrunā ar demokrātisku uzraudzību, izraisa atbildības trūkumu un noteikti nepalīdz nodrošināt finansējuma pārredzamību. Savā ziņojumā es atgādinu Komisijai, ka apspriedēs par nākamo finanšu sistēmu tā apņēmās nodrošināt, ka Eiropas Attīstības fonds kļūs par Eiropas budžeta sastāvdaļu. Es ceru, ka tagad tā notiks, un, Padomes priekšsēdētāj, es ceru, ka jūs nodosiet Padomei un dalībvalstīm ziņu, ka no 2014. gada Eiropas Attīstības fondam ir jākļūst par Eiropas Savienības budžeta sastāvdaļu. Protams, tas nenozīmē, ka šī iemesla dēļ attīstības sadarbībai pieejamie līdzekļi tiks samazināti. Otrkārt, kvantitāte ir viena lieta, kvalitāte — cita. Ciktāl tas attiecas uz parastu attīstības sadarbību, Eiropas Komisija ir apņēmusies tērēt 20 % no palīdzības pamatskolas un vidusskolas izglītībai un primārajai veselības aprūpei. Savā ziņojumā es lūdzu Komisiju rīkoties līdzīgi attiecībā uz Eiropas Attīstības fondu. Galvenokārt pievērsties pamatskolas un vidusskolas izglītībai, veselības aprūpei un pat palielināt apjomu līdz 25 % no kopējā finansējuma. Saistībā ar minēto sadarbībai ar NVO gan vietējā, gan Eiropas līmenī ir būtiska nozīme. Treškārt, vēlos komentēt finanšu pārvaldību. Eiropas Revīzijas palāta ir veikusi ļoti rūpīgu 8., 9. un 10. Eiropas Attīstības fonda finanšu pārvaldības izpēti ne tikai gada pārskatā, bet arī daudzos īpašajos ziņojumos, un ir izteikusi patiešām noderīgus un vērtīgus komentārus. Tomēr ir daži iemesli bažām, piemēram, Revīzijas palātas atklātās nepilnības iepirkuma procedūrās, Eiropas Komisijas delegāciju veiktajās iepriekšējās pārbaudēs un trūkumi mūsu partnervalstu iekšējās kontroles sistēmās. Revīzijas palāta skaidri norāda, ka tā nav krāpšana, bet gan nepilnības. Es uzskatu, ka mums tas ir jāņem vērā. Patiesi, ir pārāk daudz kļūdu, kuru apjoms nav nosakāms. Komisār, es ceru, ka jūs to izskatīsiet kopā ar kolēģiem. Kaut kas šai ziņā patiešām ir jādara. Mans ceturtais komentārs ir saistīts ar budžeta atbalstu (un tas būtu piemērotāks plašākām debatēm). ir šeit kopā ar mums; viņš ir Attīstības sadarbības komitejas Zaļās grāmatas par budžeta atbalstu referents. Mēs visi saprotam, ka budžeta atbalsts var būt svarīgs attīstības sadarbības uzlabošanas aspekts. Tomēr to nedrīkst uzskatīt par zālēm pret visām kaitēm, jo tam piemīt arī vairāki trūkumi. Pozitīvi ir tas, ka darījumu izmaksas ir zemas, partnervalstīm ir lielāka atbildība pašām par sevi un veidojas labāks dialogs starp partneriem un līdzfinansējuma devējiem. Vienlaikus pastāv acīmredzams līdzekļu izšķiešanas, piesavināšanās risks. Es domāju, ka šajā Parlamentā debates par šo jautājumu notiks vēl daudzas reizes. Mans piektais un pēdējais komentārs ir par ieguldījumu instrumentu. Ieguldījumu instruments ir līdzeklis, kuru izmanto Eiropas Investīciju banka aizdevumu piešķiršanai mūsu partnervalstīm. Pašlaik uz šo mehānismu neattiecas ne izpildes apstiprināšana, ne Revīzijas palātas ticamības deklarācija. Tas patiesībā nav pieņemams. Mums ir jālabo dažas lietas. Tomēr pozitīvi ir tas, ka Eiropas Investīciju bankas pārstāvjiem un Komisijas Budžeta kontroles komitejas locekļiem ir jau notikušas ļoti konstruktīvas debates. Patiesībā viņi pirmo reizi ir sagatavojuši ziņojumu. No tā mēs varam daudz mācīties. Manā ziņojumā ir vairāki svarīgi komentāri par to. Mēs arī uzticam vairākus uzdevumus Eiropas Investīciju bankai un Eiropas Komisijai. Mēs lūdzam labāk koordinēt līdzekļus. Eiropas Investīciju banka, Eiropas Komisija un mēs patiesībā lūdzam līdz šā gada septembra beigām veikt Eiropas Investīciju bankas darbību izpēti, lai mēs varētu sākt nākamo budžeta izpildes apstiprināšanas procedūru ar atbilstošiem dokumentiem. Mēs aicinām vairāk iesaistīties vietējos partnerus, kuru projektus līdzfinansē Investīciju banka, mēs aicinām ziņot tieši un ne tik teorētiski, un mēs aicinām veikt visu Eiropas Investīciju bankas līdzekļu vispārēju revīziju."@lv13 "Voorzitter, collega's, mijnheer de commissaris, mijnheer de Raadsvoorzitter, ik moet u een pluim geven, voor het eerst in jaren is de Raad aanwezig in dit debat over de kwijting. Proficiat daarvoor, wij stellen dat zeer op prijs. Beste collega's, ik denk dat ik u een strenge evaluatie voorleg over de werking van het Europees Ontwikkelingsfonds, maar ik denk dat het een rechtvaardige evaluatie is. Ik denk dat mijn verslag heel wat pistes aanreikt voor een beter beheer van de financiële middelen voor ontwikkelingssamenwerking en ik vraag u dan ook met aandrang mijn verslag met een grote meerderheid goed te keuren. 22,6 miljard euro, beste collega's, dat is het bedrag dat het 10e Europees Ontwikkelingsfonds zal besteden over de periode 2008-2013. Daarmee vormt het Europees Ontwikkelingsfonds het belangrijkste financieel instrument van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking met de ACS-landen. Het 10e Europees Ontwikkelingsfonds is qua financieel engagement zelfs erg belangrijk en in omvang 64% groter dan zijn voorganger, het 9e Europees Ontwikkelingsfonds. Ik wil vijf opmerkingen maken. De eerste opmerking is dat het Europees Ontwikkelingsfonds tot op heden geen onderdeel uitmaakt van de reguliere EU-begroting. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar, want het bemoeilijkt de democratische controle, leidt tot te weinig verantwoording en zorgt zeker niet voor transparantie van de financiering. In mijn verslag herinner ik de Commissie eraan dat zij zich bij de besprekingen over het toekomstig financieel kader ertoe heeft geëngageerd om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds inderdaad een volledig onderdeel van de Europese begroting wordt. Ik hoop dat dat nu ook zal gebeuren en ik hoop, mijnheer de Raadsvoorzitter, dat u dat ook zult meenemen naar de Raad, naar de lidstaten om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds vanaf 2014 inderdaad een volledig onderdeel van de Uniebegroting wordt. Natuurlijk is daar dan wel onder te verstaan dat deze operatie niet mag leiden tot een vermindering van de middelen die er globaal gezien voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking worden gesteld. Tweede opmerking: kwantiteit is één zaak, kwaliteit is een andere. Voor wat betreft de reguliere ontwikkelingssamenwerking heeft de Europese Commissie zich ertoe geëngageerd 20% van de steun te besteden aan basis- en middelbaar onderwijs en aan eerstelijns gezondheidszorg. In mijn verslag vraag ik dat ook te doen voor het Europees Ontwikkelingsfonds. Primair te focussen op basis- en middelbaar onderwijs, gezondheidszorg en dat bedrag zelfs op te trekken tot 25% van het geheel. Daarbij is samenwerking met ngo's, zowel lokale ngo's als Europese ngo's, van essentieel belang. Derde opmerking is een opmerking over het financieel beheer. De Europese Rekenkamer heeft op een zeer grondige manier het financieel beheer van het 8e, het 9e en het 10e Europees Ontwikkelingsfonds doorgelicht, behalve in het jaarverslag ook in de vele speciale verslagen, en heel goede opmerkingen, heel waardevolle opmerkingen gemaakt. Er zijn toch ook wel enkele redenen voor bezorgdheid, zoals de vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot openbare aanbestedingsprocedures, de tekortkomingen inzake de controles vooraf bij de delegaties van de Europese Commissie en het falende interne controlesysteem in de partnerlanden. De Rekenkamer merkt expliciet op dat het niet om fraude gaat, maar om tekortkomingen. Ik denk dat we dat moeten meenemen. Er is inderdaad een veel te hoog aantal niet-kwantificeerbare fouten. Mijnheer de commissaris, ik hoop dat u daar ook uw collega over zal aanspreken. Daar moet echt iets gebeuren. Vierde opmerking: begrotingssteun. De opmerking over de begrotingssteun past in een breder debat. Charles Goerens is in de zaal aanwezig; hij is de rapporteur in de Commissie ontwikkelingssamenwerking voor het Groenboek inzake begrotingssteun. We erkennen allemaal dat begrotingssteun een belangrijk element kan zijn voor de verbetering van de ontwikkelingssamenwerking. Het is niet een louter zaligmakende methodiek, er zijn ook een aantal nadelen aan verbonden. Het voordeel is dat de transactiekosten laag zijn, dat er sprake is van een toegenomen eigen verantwoordelijkheid van de partnerlanden, van een betere dialoog tussen partners en donoren, maar tegelijkertijd is er natuurlijk het risico van verduistering, van ongewenst gebruik van middelen. Ik denk dat dat debat nog verder zal worden gevoerd in komende debatten hier in het Parlement. Vijfde en laatste opmerking: de investeringsfaciliteit. De investeringsfaciliteit is een vehikel dat door de Europese Investeringsbank wordt gebruikt om leningen door te sluizen naar onze partnerlanden. Dat mechanisme valt eigenlijk op dit ogenblik niet onder de kwijting en ook niet onder de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer. Dat is eigenlijk niet aanvaardbaar. We moeten een en ander remediëren. Positief in dezen is dat er een zeer goed debat heeft plaatsgevonden tussen de vertegenwoordigers van de Europese Investeringsbank en de leden van de Commissie begrotingscontrole. Ze hebben voor het eerst ook een verslag gepresenteerd. Ik denk dat we daar veel uit kunnen leren. In mijn verslag staan een aantal belangrijke opmerkingen dienaangaande. We geven ook een aantal opdrachten aan de Europese Investeringsbank en aan de Europese Commissie. We vragen om een betere coördinatie van de middelen. Europese Investeringsbank, Europese Commissie, we vragen eigenlijk om een doorlichting van de acties van de Europese Investeringsbank tegen eind september dit jaar ten einde de volgende kwijting met goede documentatie te kunnen starten, we vragen om een grotere betrokkenheid van lokale partners daar waar de Investeringsbank projecten meefinanciert, we vragen om een meer directe en minder theoretische verslaggeving en we vragen om een algemene audit op het geheel van de middelen van de Europese Investeringsbank."@mt15 "Panie Przewodniczący, Panie i Panowie, Panie Komisarzu, Panie Urzędujący Przewodniczący Rady! Zasłużyli Państwo na pochwałę. Po raz pierwszy od lat Rada jest obecna podczas debaty na temat absolutorium z wykonania budżetu. Gratulujemy i naprawdę doceniamy ten fakt. Panie i Panowie! Moja ocena funkcjonowania Europejskiego Funduszu Rozwoju jest być może surowa, ale moim zdaniem sprawiedliwa. W swoim sprawozdaniu, jak sądzę, przedstawiłem wiele dróg poprawy zarządzania zasobami finansowymi służącymi współpracy rozwojowej, w związku z czym wzywam do jego przyjęcia znaczną większością. Panie i Panowie! W latach 2008–2013 dziesiąty Europejski Fundusz Rozwoju wyda 22,6 miliarda euro. Czyni to EFR najważniejszym instrumentem finansowym UE służącym współpracy rozwojowej z krajami AKP. Dziesiąty Europejski Fundusz Rozwoju jest też niezwykle ważny z punktu widzenia zobowiązań finansowych; jeżeli chodzi o skalę działań, przewyższa on o 64 % poprzedzający go dziewiąty Europejski Fundusz Rozwoju. Chciałbym tutaj przedstawić pięć spostrzeżeń. Po pierwsze, jak do tej pory Europejski Fundusz Rozwoju nie wchodzi w skład zwykłego budżetu UE. Jest to tak naprawdę nie do przyjęcia, gdyż jest sprzeczne z zasadą demokratycznego nadzoru, skutkuje brakiem odpowiedzialności i z pewnością nie poprawia przejrzystości finansowania. W swoim sprawozdaniu przypominam Komisji, że podczas rozmów na temat przyszłych ram finansowych zobowiązała się zadbać, aby Europejski Fundusz Rozwoju wszedł naprawdę w skład budżetu europejskiego. Mam nadzieję, że teraz tak się stanie i mam też nadzieję, Panie Urzędujący Przewodniczący Rady, iż przekaże Pan Radzie oraz państwom członkowskim przesłanie mówiące, że od 2014 roku Europejski Fundusz Rozwoju naprawdę musi stać się nieodłączną częścią budżetu Unii. Nie należy oczywiście interpretować tego jako przyzwolenia na redukcję zasobów udostępnianych ogólnie na cele współpracy rozwojowej. Po drugie, ilość to nie wszystko, liczy się też jakość. Jeżeli chodzi o zwykłą współpracę rozwojową, Komisja Europejska zobowiązała się przeznaczyć 20 % pomocy na kształcenie na poziomie podstawowym i średnim oraz podstawowe usługi zdrowotne. W sprawozdaniu wnoszę, aby Komisja uczyniła to samo w odniesieniu do Europejskiego Funduszu Rozwoju – skupiając się przede wszystkim na kształceniu na poziomie podstawowym i średnim oraz opiece zdrowotnej, a wręcz zwiększając tę kwotę do 25 % środków ogółem. W tym zakresie niezwykle ważna jest współpraca z lokalnymi i europejskimi organizacjami pozarządowymi. Po trzecie, pragnę skomentować kwestie zarządzania finansowego. Europejski Trybunał Obrachunkowy niezwykle wnikliwie zbadał zarządzanie finansowe ósmym, dziewiątym i dziesiątym Europejskim Funduszem Rozwoju nie tylko w swoim sprawozdaniu rocznym, ale i w licznych sprawozdaniach specjalnych, czyniąc bardzo trafne i cenne spostrzeżenia. Istnieją jednak pewne powody do niepokoju, takie jak braki zidentyfikowane przez Trybunał w odniesieniu do zamówień publicznych i kontroli w delegaturach Komisji Europejskiej oraz niewydolne systemy kontroli wewnętrznej w krajach partnerskich. Trybunał Obrachunkowy wyraźnie stwierdza, że nie chodzi o nadużycia, lecz o braki. Myślę, że musimy wziąć to pod uwagę. Jest w istocie zdecydowanie zbyt wiele błędów niekwantyfikowalnych. Panie Komisarzu, mam nadzieję, że poruszy Pan tę kwestię w rozmowie ze swoim kolegą – naprawdę trzeba coś uczynić w tym względzie. Moja czwarta uwaga dotyczy wsparcia budżetowego i tak naprawdę byłaby bardziej na miejscu podczas ogólniejszej debaty. Jest tutaj pan poseł Charles Goerens, który pełni funkcję sprawozdawcy Komisji Rozwoju w odniesieniu do zielonej księgi w sprawie wsparcia budżetowego. Wszyscy wiemy, że wsparcie budżetowe może stanowić ważny element usprawnienia współpracy rozwojowej. Nie należy jednak uważać go za panaceum, gdyż ma ono również liczne wady. Do pozytywnych aspektów należy zaliczyć niskie koszty transakcji, zwiększenie poczucia odpowiedzialności krajów partnerskich oraz rozwój dialogu między partnerami i darczyńcami. Jednocześnie występuje oczywiście ryzyko defraudacji, sprzeniewierzenia środków. Sądzę, że do tej debaty będziemy w Parlamencie wracać wielokrotnie. Moja piąta i ostatnia uwaga dotyczy instrumentu inwestycyjnego. Instrument inwestycyjny jest narzędziem wykorzystywanym przez Europejski Bank Inwestycyjny w celu kierowania pożyczek do krajów partnerskich. Obecnie mechanizm ten nie jest objęty ani absolutorium ani poświadczeniem wiarygodności Trybunału Obrachunkowego. To sytuacja nie do przyjęcia i musimy podjąć działania naprawcze. Pozytywnym aspektem jest fakt, że przedstawiciele Europejskiego Banku Inwestycyjnego oraz członkowie Komisji Kontroli Budżetowej odbyli niezwykle konstruktywną debatę. W istocie po raz pierwszy udało im się sporządzić sprawozdanie. Myślę, że możemy wyciągnąć z tego wiele wniosków. Moje sprawozdanie zawiera liczne ważne uwagi na ten temat. Powierzamy też pewne zadania Europejskiemu Bankowi Inwestycyjnemu i Komisji Europejskiej. Wzywamy do lepszej koordynacji funduszy. Przedstawicielom Europejskiego Banku Inwestycyjnego i Komisji pragnę zwrócić uwagę, że wnioskujemy o zbadanie do końca września działalności Europejskiego Banku Inwestycyjnego, aby następną procedurę udzielenia absolutorium rozpocząć, posiadając niezbędną dokumentację. Wnosimy o większe zaangażowanie partnerów lokalnych w projekty współfinansowane przez EBI, oczekujemy bardziej bezpośrednich i mniej teoretycznych sprawozdań, jak też wnioskujemy o ogólny audyt dotyczący wszystkich środków Europejskiego Banku Inwestycyjnego."@pl16 "Senhor Presidente, Senhoras e Senhores Deputados, Senhor Comissário, Senhor residente em exercício do Conselho, V. Exa. está de parabéns. Pela primeira vez depois de vários anos, o Conselho está presente neste debate sobre a quitação do orçamento. Parabéns! Isto é algo que muito nos apraz. Minhas Senhoras e meus Senhores, a minha avaliação do funcionamento do Fundo Europeu de Desenvolvimento pode ser rigorosa, mas penso que é justa. Penso que o meu relatório analisa numerosas vias para melhorar a gestão dos recursos financeiros destinados à cooperação para o desenvolvimento, e gostaria por isso de exortar a Assembleia a aprovar o meu relatório com uma ampla maioria. Minhas Senhoras e meus Senhores, 22,6 mil milhões de euros é o montante que o 10.º Fundo Europeu de Desenvolvimento irá despender no período de 2008-2013, tornando-se assim o principal instrumento financeiro da UE em matéria de cooperação para o desenvolvimento com os países ACP. Este Fundo é também extremamente importante em termos de dotações financeiras e âmbito de aplicação, e o seu montante é 64% superior ao do seu antecessor, o 9.º Fundo Europeu de Desenvolvimento. Gostaria de fazer cinco comentários. Em primeiro lugar, gostaria de assinalar que, até este momento, o Fundo Europeu de Desenvolvimento não estava inscrito no orçamento ordinário da UE. Tal facto é verdadeiramente inaceitável porque interfere com o controlo democrático, resulta numa falta de responsabilidade e seguramente não contribui para a transparência do financiamento. No meu relatório, recordo à Comissão que, durante os debates sobre o futuro quadro financeiro, se comprometeu a assegurar a integração total do Fundo Europeu de Desenvolvimento no orçamento da União Europeia. Espero que isso aconteça já agora e espero também, Senhor Presidente em exercício do Conselho, que transmita a mensagem ao Conselho e aos Estados-Membros que, a partir de 2014, o Fundo Europeu de Desenvolvimento terá de fazer parte integrante do orçamento da União. Obviamente, não se deve daí depreender que se deve permitir que esta operação conduza a cortes em recursos que por regra se destinam à cooperação para o desenvolvimento. Em segundo lugar, quantidade e qualidade são coisas diferentes. No que respeita à cooperação para o desenvolvimento habitual, a Comissão Europeia comprometeu-se a dedicar 20% da ajuda ao ensino primário e secundário e aos cuidados de saúde primários. No meu relatório, solicito à Comissão que faça o mesmo em relação ao Fundo Europeu de Desenvolvimento. Que se concentre sobretudo no ensino primário e secundário e nos cuidados de saúde e que aumente inclusivamente esse valor par 25% do montante total do fundo. Nesse sentido, a cooperação com ONG, tanto locais como europeias, reveste-se de importância vital. Em terceiro lugar, permitam-me um comentário sobre a gestão financeira. O Tribunal de Contas Europeu submeteu a uma investigação extremamente exaustiva a gestão financeira dos 8.º, 9.º e 10.º Fundos Europeus de Desenvolvimento, não só no seu relatório anual mas também em numerosos relatórios especiais, e teceu comentários muito positivos e verdadeiramente valiosos. Todavia, há efectivamente alguns motivos de preocupação, como as deficiências que o Tribunal detectou nos procedimentos de concurso público, nos controlos das delegações da Comissão Europeia e nos sistemas de controlo interno dos países parceiros. O Tribunal de Contas observa explicitamente que não se trata de fraudes, mas sim de deficiências. Penso que é necessário termos isso em conta. A verdade é que há demasiados erros não quantificáveis. Senhor Comissário, espero que aborde esta questão com o seu colega. De facto, é necessário que fazer alguma coisa nessa frente. O meu quarto comentário prende-se com o apoio orçamental (e seria mais adequado num debate mais alargado). O senhor deputado Charles Goerens está aqui connosco; é o relator da Comissão da Cooperação para o Desenvolvimento para o Livro Verde sobre apoio orçamental. Todos reconhecemos que o apoio orçamental pode ser um elemento importante para melhorar a cooperação para o desenvolvimento. Não deve, contudo, ser encarado como uma panaceia, porque também não está isento de uma série de inconvenientes. Os aspectos positivos são os baixos custos de transacção, uma maior responsabilização dos países parceiros e o reforço do diálogo entre parceiros e doadores. Ao mesmo tempo, corre-se naturalmente o risco de peculato, de apropriação indevida dos fundos. Penso que este é um debate que irá ter lugar com muito mais frequência neste Parlamento. O quinto e último comentário que gostaria de fazer diz respeito ao mecanismo de investimento. Trata-se de um veículo que o Banco Europeu de Investimento utiliza para desviar empréstimos para os países parceiros. Presentemente, este mecanismo não é efectivamente abrangido pelo procedimento de quitação, nem pela declaração de fiabilidade do Tribunal de Contas. Ora isso é inaceitável. Há algumas coisas que vamos ter de corrigir. O que tudo isto tem de positivo é o debate extremamente construtivo que houve entre o Banco Europeu de Investimento e os membros da Comissão do Controlo Orçamental. Na verdade elaboraram pela primeira vez um relatório. Há muitas lições que podemos retirar daí. O meu relatório contém uma série de comentários importantes a esse respeito. Estamos igualmente a confiar algumas tarefas ao Banco Europeu de Investimento e à Comissão Europeia. Estamos a pedir uma melhor coordenação dos fundos. De facto, estamos a pedir ao Banco Europeu de Investimento e à Comissão Europeia que se proceda a uma investigação sobre as actividades do Banco Europeu de Investimento lá para finais de Setembro do corrente ano, para que possamos iniciar o próximo procedimento de quitação com documentação adequada. Estamos a pedir maior envolvimento dos parceiros locais nos países onde o Banco de Investimento co-financia projectos, estamos a pedir que sejam apresentados relatórios mais práticos e menos teóricos e estamos a pedir uma auditoria geral a todos os fundos do Banco Europeu de Investimento."@pt17 "Dle Președinte, doamnelor și domnilor, dle comisar, dle președinte în exercițiu al Consiliului, meritați aprecierea noastră. Pentru prima dată după mulți ani, Consiliul participă la această dezbatere privind descărcarea de gestiune pentru execuția bugetului. Felicitări, apreciem cu adevărat acest lucru. Doamnelor și domnilor, este posibil ca evaluarea mea privind funcționarea Fondului european de dezvoltare să fie exigentă, dar cred că este una corectă. Cred că raportul meu conține un număr mare de modalități pentru o mai bună gestionare a resurselor financiare în vederea cooperării pentru dezvoltare și, prin urmare v-aș îndemna să adoptați raportul meu cu o largă majoritate. Doamnelor și domnilor, 22,6 milioane de euro, atât de mult se va cheltui pentru cel de al zecelea Fond european de dezvoltare în perioada 2008 - 2013. Acest lucru face ca Fondul european de dezvoltare să fie cel mai important instrument financiar al UE de cooperare pentru dezvoltare cu țările ACP. Cel de al zecelea Fond european de dezvoltare este, de asemenea, foarte important în ceea ce privește angajamentul financiar al acestuia, iar în ceea ce privește domeniul de aplicare, acesta este cu 64 % mai mare decât predecesorul său, cel de al nouălea Fond european de dezvoltare. Aș dori să fac cinci observații. În primul rând, până în prezent, Fondul european de dezvoltare nu a făcut parte din bugetul obișnuit al UE. De fapt, acest lucru este inacceptabil deoarece intervine în controlul democratic, conduce la o lipsă de responsabilitate și, cu siguranță, nu ajută la transparența finanțării. În raportul meu, reamintesc Comisiei că, în timpul discuțiilor privind următorul cadru financiar, aceasta s-a angajat să asigure că Fondul european de dezvoltare devine cu adevărat o parte integrantă din bugetul european. Sper că acest lucru se va întâmpla acum și sper, dle președinte în exercițiu al Consiliului, că veți transmite mesajul Consiliului și statelor membre, astfel încât din 2014 Fondul european de dezvoltare trebuie, cu adevărat, să devină o parte integrantă a bugetului Uniunii. Evident, nu ar trebui să se înțeleagă că această operațiune ar trebui să conducă la reducerea resurselor care, în general, sunt puse la dispoziție în vederea cooperării pentru dezvoltare. În al doilea rând, cantitatea este diferită de calitate. În ceea ce privește cooperarea normală pentru dezvoltare, Comisia Europeană s-a angajat să cheltuiască 20 % din ajutor în domeniul învățământului primar și secundar și al asistenței medicale primare. În raportul meu, solicit Comisiei să procedeze în același mod în ceea ce privește Fondul european de dezvoltare. În primul rând, să se concentreze pe învățământul primar și secundar, asistența medicală și chiar să crească procentul la 25 % din întregul fond. În acest sens, cooperarea cu ONG-urile, fie locale, fie europene, are o importanță vitală. În al treilea rând, permiteți-mi să fac unele observații privind gestionarea financiară. Curtea de Conturi Europeană a efectuat o investigație extrem de aprofundată asupra gestionării financiare a celui de al optulea, de al nouălea și de al zecelea Fond european de dezvoltare, nu numai în raportul său anual, ci și în numeroase rapoarte speciale, și a formulat comentarii foarte bune și foarte valoroase. Cu toate acestea, există, într-adevăr, unele motive de îngrijorare, cum ar fi deficiențele pe care le-a constatat Curtea privind procedurile de achiziții, verificările ex-ante ale delegațiilor Comisiei Europene și lipsa sistemelor de control intern în țările noastre partenere. Curtea de Conturi constată în mod explicit că acest lucru nu este o fraudă, ci o deficiență. Cred că ar trebui să reținem acest lucru. Într-adevăr, există mult prea multe erori necuantificabile. Dle comisar, sper că veți analiza acest lucru împreună cu colegul dvs. Ceva trebuie, cu adevărat, să se întâmple pe acest front. Cea de-a patra observație a mea se referă la ajutorul bugetar (și s-ar putea încadra mai bine într-o dezbatere mai amplă). Dl Charles Goerens este aici cu noi; el este raportorul Comisiei de cooperare pentru dezvoltare pentru Cartea verde privind ajutorul bugetar. Cu toții recunoaștem că ajutorul bugetar poate fi un element important pentru îmbunătățirea cooperării pentru dezvoltare. Cu toate acestea, nu poate fi considerat un remediu general, deoarece are o serie de neajunsuri. Rezultatele pozitive sunt costurile de tranzacționare scăzute, faptul că țările partenere au o responsabilitate crescută și că există un dialog mai bun între parteneri și donatori. Evident, în același timp, există riscul de delapidare, de deturnare de fonduri. Prevăd că această dezbatere va avea loc de mai multe ori în Parlament. Cea de-a cincea și ultima observație se referă la facilitatea pentru investiții. Facilitatea pentru investiții este un instrument utilizat de Banca Europeană de Investiții pentru a redirecționa împrumuturile acordate țărilor noastre partenere. În prezent, acest mecanism nu se încadrează, de fapt, în descărcarea de gestiune și nici în declarația de asigurare a Curții de Conturi. Acest lucru este de fapt inacceptabil. Trebuie să corectăm câteva chestiuni. Aspectul pozitiv din toate acestea este faptul că reprezentanții Băncii Europene de Investiții și membrii Comisiei pentru control bugetar au avut o dezbatere extrem de constructivă. În realitate, pentru prima dată, aceștia au elaborat un raport. Există o mulțime de lucruri pe care le putem învăța de aici. În acest sens, în raportul meu există o serie de observații importante. De asemenea, acordăm câteva sarcini Băncii Europene de Investiții și Comisiei Europene. Solicităm o mai bună coordonare a fondurilor. Banca Europeană de Investiții, Comisia Europeană, de fapt, solicităm o investigație asupra activității Băncii Europene de Investiții spre sfârșitul lunii septembrie a acestui an, astfel încât să putem începe următoarea procedură de descărcare de gestiune cu o documentație corespunzătoare. Solicităm o mai mare implicare a partenerilor locali unde Banca de Investiții cofinanțează proiecte, solicităm o raportare mai directă și mai puțin teoretică și solicităm un audit general al tuturor fondurilor Băncii Europene de Investiții."@ro18 "Vážený pán úradujúci predseda Rady, zaslúžite si potľapkanie po pleci. Po prvýkrát za posledné roky sa Rada zúčastňuje na rozprave o absolutóriu za plnenie rozpočtu. Gratulujem. Skutočne si to ceníme. Dámy a páni, moje hodnotenie fungovania Európskeho rozvojového fondu je možno prísne, ale myslím si, že je spravodlivé. Myslím si, že moja správa zohľadňuje množstvo ciest lepšieho riadenia finančných prostriedkov v rámci rozvojovej spolupráce, a preto by som vás chcel naliehavo požiadať, aby ste moju správu prijali veľkou väčšinou. Dámy a páni, 22,6 miliardy EUR – to je suma, ktorú v období rokov 2008 – 2013 minie Európsky rozvojový fond. Tým sa Európsky rozvojový fond stáva najdôležitejším finančným nástrojom EÚ na rozvoj spolupráce s krajinami AKT. Desiaty Európsky rozvojový fond je tiež mimoriadne dôležitý z hľadiska finančných záväzkov a z hľadiska rozsahu je o 64 % väčší než jeho predchodca, teda deviaty Európsky rozvojový fond. Chcel by som uviesť päť poznámok. Po prvé, Európsky rozvojový fond doteraz nebol súčasťou bežného rozpočtu EÚ. To je vlastne neprijateľné, pretože je to v rozpore s demokratickým dohľadom, vedie to k nedostatku zodpovednosti a určite to nepomôže transparentnosti financovania. Vo svojej správe pripomínam Komisii, že v priebehu diskusií o budúcom finančnom rámci sa zaviazala zabezpečiť, že Európsky rozvojový fond sa stane skutočne neoddeliteľnou súčasťou európskeho rozpočtu. Dúfam, že sa tak teraz stane, a dúfam, pán úradujúci predseda Rady, že vyšlete Rade a členským štátom signál, že od roku 2014 sa Európsky rozvojový fond musí naozaj stať neoddeliteľnou súčasťou európskeho rozpočtu. To však, samozrejme, nemožno vyložiť tak, že by sa malo dopustiť, aby tento postup viedol ku kráteniu prostriedkov, ktoré sú vo všeobecnosti poskytované na rozvojovú spoluprácu. Po druhé, kvantita je jedna vec, kvalita je druhá. Čo sa týka bežnej rozvojovej spolupráce, Európska komisia sa zaviazala vynaložiť 20 % pomoci na primárne a sekundárne vzdelávanie a primárnu zdravotnú starostlivosť. V správe žiadam Komisiu, aby urobila to isté, pokiaľ ide o Európsky rozvojový fond. To znamená, zamerať sa hlavne na primárne a sekundárne vzdelávanie a dokonca zvýšiť túto sumu na 25 % celkových prostriedkov. V tejto súvislosti má mimoriadny význam spolupráca s miestnymi i európskymi mimovládnymi organizáciami. Po tretie, dovoľte mi uviesť poznámku k finančnému riadeniu. Európsky dvor audítorov vykonal mimoriadne dôkladný prieskum finančného riadenia ôsmeho, deviateho a desiateho Európskeho rozvojového fondu nielen vo svojej výročnej správe, ale aj v množstve špeciálnych správ a predložil skutočne dobré a naozaj hodnotné pripomienky. Je tu však aj niekoľko dôvodov pre obavy, napríklad nedostatky, ktoré Dvor audítorov objavil v súvislosti s postupmi verejného obstarávania, kontroly delegácií Európskej komisie a nedostatky systémov vnútornej kontroly v našich partnerských krajinách. Dvor audítorov výslovne uvádza, že nejde o podvody, ale o nedostatky. Myslím si, že to musíme zohľadniť. Vyskytuje sa naozaj príliš veľa nekvantifikovateľných chýb. Pán komisár, dúfam, že sa tým budete spolu s kolegom zaoberať. V tejto oblasti sa skutočne musí niečo udiať. Moja štvrtá poznámka má do činenia s rozpočtovou pomocou a hodila by sa viac do širšej diskusie. Pán Charles Goerens je tu s nami. Je spravodajcom Výboru pre rozvojovú spoluprácu pre zelenú knihu o rozpočtovej pomoci. Všetci uznávame, že rozpočtová pomoc môže byť dôležitým prvkom zlepšenia rozvojovej spolupráce. Nemala by sa však považovať za univerzálny liek, pretože má tiež niekoľko nevýhod. Pozitívne je, že transakčné náklady sú nízke, že partnerské krajiny majú viac zodpovednosti za seba a že medzi partnermi a darcami funguje lepší dialóg. Zároveň tu však existuje zrejmé riziko sprenevery, neoprávneného použitia prostriedkov. Myslím si, že táto rozprava sa v tomto Parlamente ešte veľmi často zopakuje. Moja piata a posledná poznámka sa týka investičného nástroja. Investičný nástroj je nástrojom, ktorý využíva Európska investičná banka na nasmerovanie úverov do našich partnerských krajín. V súčasnosti tento mechanizmus vlastne nepatrí do absolutória ani do vyhlásenia vierohodnosti Dvora audítorov. To je vlastne neprijateľné. Musíme niekoľko vecí napraviť. Pozitívne pri tom všetkom je, že zástupcovia Európskej investičnej banky a členovia Výboru pre kontrolu rozpočtu viedli mimoriadne konštruktívnu diskusiu. Vôbec po prvýkrát skutočne vypracovali správu. Môžeme sa z toho veľa naučiť. V mojej správe je v súvislosti s tým množstvo dôležitých pripomienok. Niekoľkými úlohami poverujeme aj Európsku investičnú banku a Európsku komisiu. Žiadame o lepšiu koordináciu finančných prostriedkov. Európska investičná banka, Európska komisia, my vlastne žiadame prieskum činnosti Európskej investičnej banky ku koncu septembra tohto roka, aby sme mohli začať budúci postup udeľovania absolutória s príslušnými podkladmi. Žiadame o väčšie zapojenie miestnych partnerov do projektov, ktoré spolufinancuje Európska investičná banka, žiadame priamejšie a menej teoretické správy a žiadame o všeobecný audit všetkých finančných prostriedkov Európskej investičnej banky."@sk19 "Gospod predsednik, gospe in gospodje, komisar, predsedujoči Svetu, zaslužite si pohvalo. Prvič v vseh teh letih se Svet udeležuje te razprave o razrešnici proračuna. Čestitke, to res cenimo. Gospe in gospodje, moja ocena delovanja Evropskega razvojnega sklada je morda stroga, toda menim, da je pravična. Menim, da moje poročilo upošteva veliko možnosti za boljše upravljanje finančnih sredstev za razvojno sodelovanje, zato bi vas pozval, da poročilo sprejmete z veliko večino. Gospe in gospodje, 22,6 milijarde EUR, toliko bo porabil deseti Evropski razvojni sklad v obdobju 2008–2013. S tem postaja Evropski razvojni sklad najpomembnejši finančni instrument EU za razvojno sodelovanje z državami AKP. Deseti Evropski razvojni sklad je izredno pomemben v smislu finančne zaveze in po obsegu, saj je kar 64 % večji od svojega predhodnika, devetega Evropskega razvojnega sklada. Podati želim pet pripomb. Prvič, doslej Evropski razvojni sklad ni bil del rednega proračuna EU. To je nesprejemljivo, saj posega v demokratični nadzor, vodi v pomanjkanje odgovornosti in zagotovo ne pomaga pri preglednosti financiranja. V svojem poročilu opominjam Komisijo, da se je v razgovorih o prihodnjem finančnem okviru zavezala zagotovilu, da bo Evropski razvojni sklad postal sestavni del evropskega proračuna. Upam, da se bo to zdaj zgodilo, in upam, predsedujoči Svetu, da boste Svetu in državam članicam poslali sporočilo, da mora z letom 2014 Evropski razvojni sklad postati sestavni del proračuna Unije. Jasno pa je, da to ne bi smelo biti razumljeno kot nekaj, kar bo omogočilo, da se sredstva, ki so običajno na razpolago za razvojno sodelovanje, zmanjšajo. Drugič, količina je eno, kakovost pa drugo. Kar zadeva redno razvojno sodelovanje, se je Evropska komisija zavezala, da bo namenila 20 % pomoči za osnovnošolsko in srednješolsko izobraževanje ter osnovno zdravstveno varstvo. V svojem poročilu prosim Komisijo, da stori enako z Evropskim razvojnim skladom. Da se v prvi vrsti osredotoči na osnovnošolsko in srednješolsko izobraževanje, zdravstveno varstvo in celo poviša znesek na 25 % vseh sredstev. V tem pogledu je sodelovanje z NVO, tako lokalnimi kot evropskimi, bistvenega pomena. Tretjič, dovolite mi, da podam pripombo glede finančnega poslovodenja. Evropsko računsko sodišče je opravilo izjemno temeljito preiskavo finančnega poslovodenja osmega, devetega in desetega Evropskega razvojnega sklada, ne le v svojem letnem poročilu, pač pa tudi v več posebnih poročilih, in podalo zelo dobre in dragocene pripombe. Vendar obstajajo nekateri razlogi za zaskrbljenost, kot so pomanjkljivosti, ki jih je Evropsko sodišče ugotovilo glede postopkov javnih naročil, predhodnih preverjanj delegacij Evropske komisije in glede neuspešnih sistemov notranjega nadzora v naših partnerskih državah. Računsko sodišče izrecno navaja, da to niso goljufije, pač pa pomanjkljivosti. Mislim, da je to treba upoštevati. Preveč je napak, ki jih ni mogoče kvantificirati. Komisar, upam, da boste to s kolegom upoštevali. Glede tega je resnično treba nekaj ukreniti. Moja četrta pripomba se navezuje na proračunsko pomoč (in prej bi spadala v širšo razpravo). Gospod Charles Goerens je tukaj z nami; je poročevalec Odbora za razvojno sodelovanje za zeleno knjigo o proračunski pomoči. Vsi priznavamo, da je lahko proračunska pomoč pomemben element za izboljšanje razvojnega sodelovanja. Toda nanjo ne smemo gledati kot na zdravilo, ki pozdravi vse bolezni, saj prinaša tudi veliko slabosti. Pozitivne strani so te, da so stroški transakcije nizki, partnerske države imajo povečano odgovornost do samih sebe in dialog med donatorji in partnerji je boljši. Obenem pa obstaja očitno tveganje za poneverbe, za nezakonito prisvojitev sredstev. Menim, da se bo ta razprava še velikokrat odvijala v tem parlamentu. Moja peta in zadnja pripomba zadeva investicijski sklad. Investicijski sklad je orodje, ki ga uporablja Evropska investicijska banka za preusmerjanje posojil našim partnerskim državam. Trenutno ta mehanizem ne spada niti pod razrešnico niti pod izjavo o zanesljivosti Računskega sodišča. To ni sprejemljivo. Nekaj stvari moramo popraviti. Pozitivno pri vsem tem je, da so predstavniki Evropske investicijske banke in člani Odbora za proračunski nadzor imeli zelo tvorno razpravo. Dejansko so prvič do zdaj izdelali poročilo. Iz tega se lahko veliko naučimo. V mojem poročilu je glede tega veliko pomembnih pripomb. Prav tako zaupamo nekaj nalog Evropski investicijski banki in Evropski komisiji. Zahtevamo boljše usklajevanje skladov. Evropska investicijska banka, Evropska komisija, dejansko zahtevamo preiskavo dejavnosti Evropske investicijske banke proti koncu letošnjega septembra, tako da lahko začnemo naslednji postopek razrešnice z ustrezno dokumentacijo. Zahtevamo večjo vključenost lokalnih partnerjev, kjer Evropska investicijska banka sofinancira projekte, zahtevamo bolj neposredno in manj teoretično poročanje ter zahtevamo splošno revizijo vseh skladov Evropske investicijske banke."@sl20 "Herr talman, mina damer och herrar, herr kommissionsledamot, herr rådsordförande! Ni förtjänar en klapp på axeln. För första gången på åratal närvarar rådet under denna debatt om beviljandet av ansvarsfrihet för budgeten. Gratulerar! Vi uppskattar verkligen detta. Min bedömning av Europeiska utvecklingsfondens funktion kanske är hård, men jag anser den vara rättvis. Jag anser att jag i mitt betänkande tar hänsyn till flera olika möjligheter att åstadkomma en bättre förvaltning av utvecklingssamarbetets ekonomiska resurser och jag vill därför uppmana er att anta betänkandet med stor majoritet. Så mycket som 22,6 miljarder euro kommer att spenderas inom ramen för tionde Europeiska utvecklingsfonden under perioden 2008–2013. Det innebär att Europeiska utvecklingsfonden är EU:s viktigaste finansieringsinstrument för utvecklingssamarbete med AVS-länderna. Tionde Europeiska utvecklingsfonden är också ytterst viktig när det gäller dess finansiella åtagande, och omfattningen är 64 procent större än dess föregångare, dvs. nionde Europeiska utvecklingsfonden. Jag vill göra fem kommentarer. För det första har Europeiska utvecklingsfonden hittills inte varit en del av EU:s ordinarie budget. Detta är i själva verket oacceptabelt eftersom det hindrar den demokratiska tillsynen, leder till ett bristande ansvar och bidrar definitivt inte till en öppenhet kring finansieringen. I mitt betänkande påminner jag kommissionen om att den under diskussionerna om den framtida budgetramen har åtagit sig att se till att Europeiska utvecklingsfonden blir en helt integrerad del av EU:s budget. Jag hoppas att detta nu kommer att ske och jag hoppas att du Herman Van Rompuy, i egenskap av Europeiska rådets ordförande, kommer att sända ett budskap till rådet och medlemsstaterna att Europeiska utvecklingsfonden från och med 2014 verkligen måste bli en integrerad del av unionens budget. Detta ska uppenbarligen inte uppfattas som att denna åtgärd ska tillåtas resultera i resurser som generellt tagits fram för att kunna skära ner på utvecklingssamarbetet. För det andra är det viktigt att skilja på kvantitet och kvalitet. Vad beträffar det ordinarie utvecklingssamarbetet har kommissionen åtagit sig att spendera 20 procent av biståndet på grundskola och gymnasium samt på primärvård. I mitt betänkande uppmanar jag kommissionen att göra samma sak när det gäller Europeiska utvecklingsfonden, dvs. att den först och främst ska inriktas på grund- och gymnasieskolan samt hälso- och sjukvården, och att man till och med höjer beloppet till 25 procent av den totala summan. I detta avseende är samarbetet med både lokala och europeiska icke-statliga organisationer av största betydelse. Jag vill för det tredje säga något om den ekonomiska förvaltningen. Europeiska revisionsrätten har genomfört en ytterst noggrann utredning av den ekonomiska förvaltningen av åttonde, nionde och tionde Europeiska utvecklingsfonden, inte bara av årsrapporterna utan av ett stort antal särskilda rapporter, och har sedan gjort mycket utförliga och värdefulla kommentarer. Det finns emellertid viss anledning till oro, t.ex. i fråga om de brister som revisionsrätten har funnit när det gäller upphandlingsförfaranden, förhandskontroller av kommissionens delegationer och bristfälliga interna kontrollsystem i våra partnerländer. Revisionsrätten har tydligt konstaterat att detta inte är bedrägeri utan brister. Jag anser att vi bör ta itu med detta. Det finns definitivt alltför många icke kvantifierbara fel. Kommissionsledamot Algirdas Šemeta, jag hoppas att du kommer att ta upp detta med dina kolleger. Något behöver verkligen göras på den här fronten. Min fjärde kommentar gäller budgetbistånd (som förvisso skulle passa bättre i en bredare debatt). Charles Goerens är här med oss, och han är föredragande för utskottet för utveckling för grönboken om budgetbistånd. Vi känner alla till att budgetbistånd kan vara en viktig faktor för att förbättra utvecklingssamarbetet. Det bör dock inte betraktas som ett universalmedel, eftersom det också medför ett antal nackdelar. De positiva aspekterna är att transaktionskostnaderna är låga, att partnerländerna har ett ökat egenansvar och att dialogen mellan partnerländer och givarländer är bättre. Samtidigt finns det uppenbarligen en risk för att medel förskingras. Jag kan tänka mig att denna debatt kommer att hållas många fler gånger här i parlamentet. Min femte och sista kommentar gäller investeringsanslaget. Detta är ett instrument som används av Europeiska investeringsbanken för att dirigera om lån till våra partnerländer. För närvarande faller denna mekanism inte inom ramen för ansvarsfrihetsförfarandet, och inte heller inom ramen för revisionsrättens revisionsförklaring. Detta är i själva verket inte godtagbart. Vi måste korrigera vissa saker. Det positiva med allt detta är att företrädarna för Europeiska investeringsbanken och ledamöterna av budgetkontrollutskottet har haft en ytterst konstruktiv diskussion. De har i själva verket, för första gången någonsin, utarbetat en rapport. Det finns mycket vi kan lära av detta. Det finns ett antal viktiga kommentarer i mitt betänkande avseende detta. Vi anförtror också vissa uppgifter till Europeiska investeringsbanken och kommissionen. Vi efterlyser en bättre samordning av medel. Europeiska investeringsbanken och kommissionen, vi efterlyser i själva verket en utredning av Europeiska investeringsbankens verksamhet fram till slutet av september i år så att vi kan påbörja nästa ansvarsfrihetsförfarande med vederbörlig dokumentation. Vi efterlyser ett större deltagande från de lokala partner där investeringsbanken samfinansierar projekt, vi efterlyser en mer direkt och mindre teoretisk rapportering och vi efterlyser en allmän revision av Europeiska investeringsbankens samtliga tillgångar."@sv22
lpv:unclassifiedMetadata	"Bart Staes,"15,11,3 "Charles Goerens"13 "Rapporteur"15,11 "ex ante"19,14,16,21 "ex-ante"17 "rapporteur."3
lpv:videoURI	<go to Events_and_structure europarl>6

Named graphs describing this resource:

The resource appears as object in 2 triples

Context graph