Local view for "http://purl.org/linkedpolitics/eu/plenary/2010-10-06-Speech-3-097"

Predicate	Value (sorted: default)
rdf:type	lpv_eu:Speech6
dcterms:Date	"2010-10-06"^^xsd:date6
dcterms:Is Part Of	lp_eu:Contribuţia biodiversităţii şi a ecosistemelor la îndeplinirea Obiectivelor de dezvoltare ale mileniului - Conferinţă privind diversitatea biologică - Nagoya 2010 (dezbatere)6
dcterms:Language	"nl"^^xsd:language6
lpv:document identification number	"en.20101006.12.3-097"6
lpv:hasSubsequent	lp_eu:2010-10-06-Speech-3-0986
lpv:speaker	lp:Joke Schauvliege6
lpv:spoken text	". Voorzitter, geachte Parlementsleden, eerst en vooral bedankt om mij de kans te geven om hier vandaag het woord te voeren over dit zeer belangrijke onderwerp, namelijk biodiversiteit. In de conclusies van 15 maart 2010 met de titel "Biodiversiteit: Post-2010. Visie en doelen voor de EU en de wereld en internationale regeling voor toegang en batenverdeling" heeft de Raad benadrukt dat de biodiversiteit in stand moet worden gehouden en dat moet worden voorkomen dat ecosystemen en hun functies onomkeerbare schade wordt toegebracht, onder meer ook om de sociale en economische stabiliteit te beschermen en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te verwezenlijken. De Raad heeft eraan herinnerd dat biodiversiteit een centrale rol speelt in de wereldwijde strijd tegen honger en voor voedselzekerheid, alsook dat zij essentieel bijdraagt tot het scheppen van welvaart en het terugdringen van armoede. Veel meer dan in de EU is in de meeste ontwikkelingslanden de bescherming van de ecosystemen nauw verbonden met werkgelegenheid, inkomen en bestaansmiddelen. Met het oog op de tiende conferentie van de partijen bij het biodiversiteitsverdrag wil de EU met een realistische, ambitieuze aanpak actief en constructief bijdragen tot een wereldwijde consensus over de maatregelen die na 2010 voor de biodiversiteit moeten worden genomen. Het gaat onder meer over maatregelen die na 2010 een visie moeten kunnen ontwikkelen op het strategisch plan, dat bijvoorbeeld een tijdshorizon kan hebben naar 2020, een visie die een tijdshorizon kan hebben naar 2050, een visie op de secundaire doelstellingen en de belangrijke mijlpalen, gekoppeld aan meetbare indicatoren, en ten slotte een visie op de invoering van passende voorzieningen, voor toezicht, evaluatie en follow-up. De bijeenkomst op hoog niveau van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van twee weken geleden op 22 september in New York was een goede gelegenheid om de internationale gemeenschap op te roepen de kritieke toestand van de biodiversiteit in de hele wereld onder ogen te zien en ook om de noodzaak te benadrukken om de basis van het leven op aarde in het belang van de mensheid en de toekomstige generaties veilig te stellen en op alle niveaus passende initiatieven te nemen. Wat de technische ondersteuning van de minst ontwikkelde landen betreft, meent de Raad dat de uitwerking en de overdracht van beste praktijken en technologieën van wezenlijk belang zijn in de strijd tegen biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en woestijnvorming. Het is belangrijk om tot een gecoördineerd optreden te komen en de middelen op een bevredigende, kosteneffectieve wijze te benutten. Wat de financiering betreft, is de Raad van oordeel dat de instelling van een doeltreffend beleidskader voor na 2010 en de invoering van een nieuw strategisch plan voor biodiversiteit een passende inzet van middelen uit alle mogelijke bronnen zal vergen, zowel publieke als particuliere financiering, waaronder nieuwe financieringsvormen en de financiering van maatregelen in het kader van de bestrijding van de klimaatverandering. Bovendien vindt de Raad dat moet worden overwogen om voor biodiversiteit ook financiële middelen vrij te maken door subsidies die de biodiversiteit schaden, te wijzigen, te schrappen of te heroriënteren. Het integreren van biodiversiteit in de activiteiten van de bedrijfswereld en in ander sectoraal beleid blijft een noodzaak en een prioritaire doelstelling. Reeds in zijn conclusies van 5 december 2006 heeft de Raad er in antwoord op de boodschap van Parijs over biodiversiteit op gewezen dat biodiversiteit en de instandhouding van ecosysteemdiensten moet worden opgenomen in de beleidsdialoog met partnerlanden en partnerregio's. Daarbij moeten zij worden aangespoord om de behoeften verder in kaart te brengen en er bij voorrang aandacht aan te schenken in nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën en -plannen. De Raad blijft ervan overtuigd dat de integratie van ecosysteemdiensten en biodiversiteit in de programma's voor ontwikkelingssamenwerking en financiële steun in aansluiting daarop, de enige weg is om tot duurzame resultaten te komen. Hoewel er een duidelijk verband is tussen het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden enerzijds, en biodiversiteit anderzijds, moet men er rekening mee houden dat dit verdrag is opgesteld in het kader van de Economische commissie voor Europa van de Verenigde Naties. Hoewel dat verdrag openstaat voor toetreding door landen die geen lid zijn van die commissie, zijn onze ontwikkelingspartners op dit ogenblik geen partij bij dit verdrag. Ik dank u voor uw belangstelling en ik kijk uit naar jullie debat, en ik ben ervan overtuigd dat het heel wat nieuwe elementen zal aanreiken."@nl3
lpv:translated text	". Paní předsedající, vážení poslanci, především vám děkuji za možnost dnes se vyjádřit k tomuto velmi důležitému tématu, totiž k biologické rozmanitosti. Ve svých závěrech ze dne 15. března 2010 nazvaných „Biologická rozmanitost: globální a evropská vize a cíle a mezinárodní systém přístupu a sdílení přínosů po roce 2010“ Rada zdůraznila, že biologická rozmanitost by měla být zachována a mělo by se zamezit nevratnému poškození ekosystémů a jejich funkcí, v neposlední řadě proto, aby byla zajištěna sociální a hospodářská stabilita a bylo dosaženo rozvojových cílů tisíciletí. Rada připomněla, že biologická rozmanitost má zásadní význam pro celosvětový boj proti hladu a pro zajištění bezpečnosti potravin a že také rozhodujícím způsobem přispívá k tvorbě prosperity a snižování chudoby. Ve většině rozvojových zemí je spojitost mezi ochranou ekosystémů na jedné straně a zaměstnaností, příjmem a životní úrovní na straně druhé mnohem užší než v EU. Na 10. zasedání Konference smluvních stran Úmluvy o biologické rozmanitosti chce EU prostřednictvím realistického a ambiciózního přístupu aktivně a konstruktivně přispět ke globálnímu konsensu o opatřeních, jež bude třeba přijmout na podporu biologické rozmanitosti po roce 2010. Půjde mimo jiné o opatření, jimiž lze rozvinout perspektivu strategického plánu na období po roce 2010, který může mít například časový horizont do roku 2020, vizi, která může mít časový horizont do roku 2050, perspektivu z hlediska dílčích cílů a důležitých mezníků souvisejících s měřitelnými ukazateli, a konečně perspektivu zavedení vhodných prostředků monitoringu, hodnocení a následné kontroly. Zasedání Valného shromáždění Organizace spojených národů na vysoké úrovni, které se konalo v New Yorku před dvěma týdny, dne 22. září, bylo dobrou příležitostí vyzvat mezinárodní společenství, aby uznalo kritický stav biologické rozmanitosti v celém světě, a také zdůraznit potřebu bránit základ života na Zemi v zájmu lidstva a budoucích generací a přijmout vhodná opatření na všech úrovních. Pokud jde o technickou podporu pro nejméně rozvinuté země, Rada se domnívá, že v boji proti ztrátě biologické rozmanitosti, proti změně klimatu a proti rozšiřování pouští je nezbytné rozvíjet a přenášet osvědčené postupy a technologie. Důležité je dosáhnout koordinovaného postupu a uspokojivě a účelně využívat zdroje. Pokud jde o financování, Rada je toho názoru, že vytvoření efektivního rámce pro politiku po roce 2010 a stanovení nového strategického plánu pro úmluvu o biologické rozmanitosti si vyžádá odpovídající mobilizaci prostředků ze všech možných zdrojů, které zahrnou veřejné i soukromé finance a k nimž budou patřit nové formy financování a finanční prostředky na opatření v rámci boje se změnou klimatu. Rada zastává názor, že je třeba věnovat pozornost uvolňování finančních prostředků na podporu biologické rozmanitosti, a za tím účelem změnit, zrušit nebo přeorientovat subvence, které poškozují biologickou rozmanitost. Nezbytným a prvořadým cílem je i nadále integrace biologické rozmanitosti do činností podnikatelských kruhů a do jiných odvětvových politik. Rada již dávno, v závěrech ze dne 5. prosince 2006, jimiž reagovala na Pařížské poselství o biologické rozmanitosti, poukázala na to, že biologická rozmanitost a udržování služeb ekosystémů by měly být zahrnuty do politického dialogu s partnerskými zeměmi a  regiony. Tito partneři měli být v rámci procesu vyzváni, aby blíže specifikovali potřeby a upřednostnili je ve vnitropolitických a regionálních strategiích a plánech. Rada je i nadále přesvědčena, že integrace služeb ekosystémů a biologické rozmanitosti do programů rozvojové spolupráce a následná finanční podpora je jedinou cestou k dosažení hmatatelných výsledků. Ačkoli existuje jasná souvislost mezi Århuskou úmluvou o přístupu k informacím, účasti veřejnosti na rozhodování a přístupu k právní ochraně v záležitostech životního prostředí na jedné straně a biologickou rozmanitostí na straně druhé, je třeba si uvědomit, že tato úmluva byla vypracována v rámci Hospodářské komise pro Evropu Organizace spojených národů (UNECE). Tato úmluva je otevřená přistoupení jiných zemí, než jsou členové UNECE, avšak naši rozvojoví partneři v současné době nejsou jejími smluvními stranami. Chtěla bych vám poděkovat za váš zájem a těším se na vaši rozpravu, v níž se, jak jsem přesvědčena, objeví mnoho nových prvků."@cs1 "Fru formand, mine damer og herrer! Først tak til Dem for at give mig mulighed for at tale her i dag om dette meget vigtige emne, nemlig biodiversitet. I konklusionerne fra konferencen den 15. marts 2010 med titlen "Biodiversitet: Post-2010 EU and global vision and targets and international ABS [access and benefit sharing] regime" understregede Rådet, at biodiversitet skal bevares, og uigenkaldelig skade på økosystemer og deres funktioner undgås for at sikre social og økonomisk stabilitet og nå årtusindudviklingsmålene. Jeg takker Dem for Deres interesse. Jeg ser frem til Deres forhandling, som jeg er overbevist om, vil afdække mange nye elementer. Rådet udsendte en påmindelse om, at biodiversitet spiller en central rolle i den globale kamp mod sult og for fødevaresikkerhed, og også, at den yder et hovedbidrag til at skabe velstand og reducere fattigdom. I de fleste udviklingslande er forholdet mellem beskyttelse af økosystemer på den ene side og beskæftigelse, indtægt og levebrød på den anden meget tættere end i EU. Inden det 10. møde i konferencen mellem parterne i konventionen om den biologiske mangfoldighed ønsker EU at bidrage aktivt og konstruktivt via en realistisk, ambitiøs tilgang til at skabe global enighed om de foranstaltninger, der skal træffes efter 2010 for at fremme biodiversitet. Det omfatter foranstaltninger til udvikling af et perspektiv for den strategiske plan efter 2010, hvis tidshorisont f.eks. kan være indtil 2020, en vision med en tidshorisont indtil 2050, et perspektiv for delmål og vigtige milepæle forbundet med målelige indikatorer og endelig et perspektiv for indførelsen af passende faciliteter til overvågning, vurdering og opfølgning. FN's generalforsamlings møde på højt niveau, som fandt sted for to uger siden, den 22. september, i New York, var en god mulighed til at opfordre det internationale samfund til at erkende den kritiske situation for biodiversitet i hele verden og også understrege behovet for at sikre livsgrundlaget på jorden for hele menneskeheden og for kommende generationer og at tage relevante initiativer på alle niveauer. Med hensyn til teknisk støtte til de mindst udviklede lande mener Rådet, at udvikling og overførsel af bedste praksis og teknologi er vigtigt i kampen mod tab af biodiversitet, klimaændringer og ørkendannelse Det er vigtigt at koordinere indsatsen og udnytte ressourcerne på en tilfredsstillende, omkostningseffektiv måde. Med hensyn til finansiering mener Rådet, at indførelsen af effektive politiske rammer for tiden efter 2010 og indførelsen af en ny strategiplan for konferencen mellem parterne i konventionen om den biologiske mangfoldighed forudsætter tilstrækkelige ressourcer fra alle mulige kilder, dvs. både offentlig og privat finansiering, og omfatter nye former for finansiering og finansiering af foranstaltninger til bekæmpelse af klimaændringer. Rådet mener også, at man bør overveje at frigive finansielle ressourcer til biodiversitet ved at ændre, ophæve eller omlægge støtte, der er skadelig for biodiversiteten. Integration af biodiversitet i erhvervslivets aktiviteter og i andre sektorpolitikker er en nødvendighed og en prioriteret målsætning. Rådet påpegede i sine konklusioner helt tilbage fra den 5. december 2006 som reaktion på budskabet fra Paris om biodiversitet, at biodiversitet og bevaring af økosystemets ydelser skulle indgå i den politiske dialog med partnerlande og -regioner. I denne proces blev parterne tilskyndet til at fastlægge behov og prioritere dem i nationale og regionale udviklingsstrategier og -planer. Rådet er stadig overbevist om, at integration af økosystemfunktioner og biodiversitet i udviklingssamarbejdsprogrammer og efterfølgende finansiel støtte er den eneste måde, der kan opnås bæredygtige resultater på. Selv om der er en klar forbindelse mellem Århus-konventionen om adgang til information, offentlighedens deltagelse i beslutningstagningen og adgang til domstolsprøvelse i miljøsager på den ene side og biodiversitet på den anden, skal der tages hensyn til det forhold, at konventionen er udarbejdet inden for rammerne af De Forenede Nationers Økonomiske Kommission for Europa (UNECE). Skønt konventionen er åben for adgang for ikkemedlemslande af UNECE, er vores udviklingspartnere ikke parter i denne konvention for nærværende."@da2 "Frau Präsidentin, verehrte Abgeordnete, zunächst danke ich Ihnen für die Gelegenheit, hier heute über dieses äußerst wichtige Thema sprechen zu dürfen, nämlich die biologische Vielfalt. In seinen Schlussfolgerungen vom 15. März 2010 mit dem Titel „Biologische Vielfalt: die Zeit nach 2010 und EU-interne und globale Fern- und Zwischenziele und internationale ABS-Regelung (Access and Benefit Sharing, „Zugang zu genetischen Ressourcen und Vorteilsausgleich“)“ hat der Rat hervorgehoben, dass die Artenvielfalt bewahrt und irreversible Schäden an Ökosystemen und ihren Funktionen verhindert werden müssen, um nicht zuletzt soziale und wirtschaftliche Stabilität zu gewährleisten und die Millenniums-Entwicklungsziele zu erreichen. Der Rat erinnerte daran, dass die Artenvielfalt eine zentrale Rolle im weltweiten Kampf gegen Hunger und bei der Gewährleistung der Ernährungssicherheit spielt, und auch entscheidend dazu beiträgt, Wohlstand zu schaffen und die Armut abzubauen. Verglichen mit der EU besteht in den meisten Entwicklungsländern ein größerer Zusammenhang zwischen dem Schutz der Ökosysteme einerseits, sowie der Beschäftigung, dem Einkommen und dem Lebensunterhalt der Menschen andererseits. Im Hinblick auf die 10. Tagung der Vertragsparteien des Übereinkommens über die biologische Vielfalt (Conference of the Parties to the Convention on Biological Diversity, CBD), möchte die EU durch einen realistischen und ehrgeizigen Ansatz aktiv und konstruktiv dazu beitragen, einen globalen Konsens hinsichtlich der Maßnahmen zu schaffen, die für die Zeit nach 2010 ergriffen werden müssen, um die Artenvielfalt zu fördern. Hierzu gehören Maßnahmen zur Entwicklung eines Ausblicks auf den strategischen Plan für die Zeit nach 2010, der beispielsweise einen Zeithorizont bis 2020 haben kann, zur Festlegung eines Fernziels mit einem etwaigen Zeithorizont bis 2050 sowie der Zwischenziele und wichtigen Meilensteine, die mit messbaren Ergebnissen verbunden sein sollten, und schließlich zur Einführung geeigneter Einrichtungen zur Überwachung, Bewertung und Nachbereitung. Die Sondersitzung der UN-Generalversammlung, die vor zwei Wochen, am 22. September, in New York stattfand, bot eine gute Gelegenheit, die internationale Gemeinschaft aufzufordern, den kritischen Zustand der Artenvielfalt auf der ganzen Welt anzuerkennen, und auch darauf hinzuweisen, dass die Grundlage allen Lebens auf der Erde im Interesse der Menschheit und kommender Generationen geschützt werden muss, und angemessene Initiativen auf allen Ebenen zu ergreifen sind. Hinsichtlich der technischen Unterstützung für die am wenigsten entwickelten Länder ist der Rat der Ansicht, dass die Entwicklung und der Weitergabe bewährter Verfahren und Technologien im Kampf gegen den Verlust der biologischen Vielfalt, den Klimawandel und die Wüstenbildung eine wichtige Rolle spielen. Wichtig sind koordinierte Maßnahmen und der ausreichende, kostenwirksame Einsatz von Mitteln. Hinsichtlich der Finanzierung ist der Rat der Auffassung, dass die Schaffung eines wirksamen Politikrahmens für die Zeit nach 2010 und die Einführung eines neuen strategischen Plans für das Übereinkommen über die biologische Vielfalt (CBD) die Mobilisierung von Ressourcen jeglicher verfügbarer Quellen, die sowohl öffentliche als auch private Finanzierung umfassen, sowie neue Finanzierungsformen, und die Finanzierung von Maßnahmen zur Bekämpfung des Klimawandels, erfordern wird. Der Rat ist der Ansicht, dass auch die Freigabe finanzieller Mittel für die biologische Vielfalt in Erwägung gezogen werden sollte, indem Subventionen, die der biologischen Vielfalt schaden, modifiziert, gestrichen oder neu ausgerichtet werden. Die Einbeziehung der biologischen Vielfalt in die Wirtschaftaktivitäten der Unternehmen und in andere Sektorpolitiken bleibt ein notwendiges und vorrangiges Ziel. Schon die Schlussfolgerungen des Rates vom 5. Dezember 2006 wiesen als Reaktion auf die Pariser Erklärung zur biologischen Vielfalt darauf hin, dass die biologische Vielfalt und die Erhaltung der Ökosystem-Dienstleistungen in den politischen Dialog mit Partnerländern und -regionen einfließen müssten. Dabei müssten diese Partner motiviert werden, weitere Bedürfnisse zu ermitteln, und diesen in nationalen und regionalen Entwicklungsstrategien und -plänen Vorrang einzuräumen. Der Rat ist nach wie vor überzeugt, dass die Einbeziehung der Ökosystem-Dienstleistungen und der Biodiversität in die Programme für die Entwicklungszusammenarbeit, und die nachfolgende finanzielle Unterstützung die einzige Möglichkeit bieten, um nachhaltige Ergebnisse zu erzielen. Auch wenn eine eindeutige Verbindung zwischen dem Århus-Übereinkommen über den Zugang zu Informationen, der Beteiligung der Öffentlichkeit am Entscheidungsprozess und den Zugang zur Justiz in Umweltfragen einerseits, und der Biodiversität andererseits besteht, muss der Tatsache Rechnung getragen werden, dass diese Übereinkunft im Rahmen der Wirtschaftskommission für Europa der Vereinten Nationen (United Nations Economic Commission for Europe, UNECE) ausgearbeitet wurde. Wenngleich das Übereinkommen auch für den Beitritt von Nicht-Mitgliedstaaten der UNECE offen ist, sind unsere Entwicklungspartner derzeit nicht Vertragsparteien dieses Übereinkommens. Ich möchte Ihnen für Ihr Interesse danken und ich freue mich auf ihre Aussprache, von der ich überzeugt bin, dass sie viele neue Aspekte hervorbringen wird."@de9 "Κυρία Πρόεδρε, αξιότιμοι βουλευτές, καταρχάς σας ευχαριστώ που μου δίνετε την ευκαιρία να μιλήσω σήμερα ενώπιον υμών για αυτό το πολύ σημαντικό ζήτημα, τη βιοποικιλότητα. Το Συμβούλιο, στα συμπεράσματά του της 15ης Μαρτίου 2010 με τίτλο «Βιοποικιλότητα μετά το 2010 - ΕΕ και παγκόσμιο όραμα και στόχοι και διεθνής πρόσβαση και καθεστώς επιμερισμού των οφελών», το Συμβούλιο τόνισε ότι πρέπει να διατηρηθεί η βιοποικιλότητα και να αποφευχθεί η μη αναστρέψιμη ζημία στα οικοσυστήματα και τις λειτουργίες που επιτελούν, κυρίως προκειμένου να διατηρηθεί η κοινωνική και οικονομική σταθερότητα και να επιτευχθούν οι αναπτυξιακοί στόχοι της Χιλιετίας. Το Συμβούλιο υπενθύμισε ότι η βιοποικιλότητα διαδραματίζει κεντρικό ρόλο στον παγκόσμιο αγώνα για την καταπολέμηση της πείνας και στη διασφάλιση της επισιτιστικής ασφάλειας, καθώς και ότι συμβάλλει σημαντικά στη δημιουργία ευημερίας και τη μείωση της φτώχειας. Στις περισσότερες ανεπτυγμένες χώρες, η σχέση μεταξύ της προστασίας των οικοσυστημάτων, αφενός, και της απασχόλησης, του εισοδήματος και των μέσων διαβίωσης, αφετέρου, είναι πολύ στενότερη από ό,τι στην ΕΕ. Ενόψει της 10ης Συνόδου της Διάσκεψης των Συμβαλλομένων Μερών στη Σύμβαση για τη Βιολογική Ποικιλότητα (ΣΒΠ), η ΕΕ επιθυμεί να συμβάλει ενεργά και εποικοδομητικά, μέσω ρεαλιστικής, φιλόδοξης προσέγγισης, στην επίτευξη καθολικής συναίνεσης σχετικά με τα μέτρα που πρέπει να ληφθούν μετά το 2010 για την προώθηση της βιοποικιλότητας. Σε αυτά περιλαμβάνονται επαρκή μέτρα για την ανάπτυξη μιας προοπτικής σχετικά με το στρατηγικό σχέδιο για την περίοδο μετά το 2010 που μπορεί, για παράδειγμα, να έχει χρονικό ορίζοντα έως το 2020, ένα όραμα που μπορεί να έχει χρονικό ορίζοντα έως το 2050, μια προοπτική σχετικά με τους επιμέρους στόχους και σημαντικά ορόσημα που συνδέονται με μετρήσιμους δείκτες και, τέλος, μια προοπτική σχετικά με τη θέσπιση κατάλληλων μέσων για τον έλεγχο, την αξιολόγηση και την παρακολούθηση. Η συνεδρίαση υψηλού επιπέδου της Γενικής Συνέλευσης των Ηνωμένων Εθνών που πραγματοποιήθηκε στη Νέα Υόρκη πριν από δύο εβδομάδες, στις 22 Σεπτεμβρίου, ήταν μια καλή ευκαιρία να ζητηθεί από τη διεθνή κοινότητα να αναγνωρίσει την κρίσιμη κατάσταση της βιοποικιλότητας σε ολόκληρο τον κόσμο, και ταυτόχρονα να τονιστεί η ανάγκη να διασφαλιστεί η βάση της ζωής στη Γη προς το συμφέρον της ανθρωπότητας και των μελλοντικών γενεών και να αναληφθούν κατάλληλες πρωτοβουλίες σε όλα τα επίπεδα. Σχετικά με την τεχνική υποστήριξη για τις λιγότερο ανεπτυγμένες χώρες, το Συμβούλιο πιστεύει ότι η ανάπτυξη και η μεταφορά βέλτιστων πρακτικών και τεχνολογιών είναι απαραίτητη για την καταπολέμηση της απώλειας βιοποικιλότητας, της αλλαγής του κλίματος και της απερήμωσης. Είναι σημαντικό να επιτευχθεί συντονισμένη δράση και ικανοποιητική, οικονομικά αποδοτική χρήση πόρων. Όσον αφορά τη χρηματοδότηση, το Συμβούλιο εκφράζει την άποψη ότι για τη θέσπιση ενός αποτελεσματικού πλαισίου πολιτικής για την περίοδο μετά το 2010 και την κατάρτιση ενός νέου στρατηγικού σχεδίου για τη σύμβαση για τη βιολογική ποικιλότητα (ΣΒΠ) θα χρειαστεί κατάλληλη κινητοποίηση πόρων από όλες τις δυνατές πηγές, που θα καλύπτουν και τις δημόσιες και τις ιδιωτικές χρηματοδοτήσεις, και θα συμπεριλαμβάνουν νέα είδη χρηματοδότησης και χρηματοδότηση για μέτρα καταπολέμησης της αλλαγής του κλίματος. Το Συμβούλιο πιστεύει ότι πρέπει να εξεταστεί επίσης η απελευθέρωση χρηματοδοτικών πόρων για τη βιοποικιλότητα μέσω της τροποποίησης, της εξάλειψης ή του αναπροσανατολισμού επιδοτήσεων που βλάπτουν τη βιοποικιλότητα. Η ενσωμάτωση της βιοποικιλότητας στις δραστηριότητες της επιχειρηματικής κοινότητας και σε άλλες τομεακές πολιτικές εξακολουθεί να αποτελεί ανάγκη και στόχο προτεραιότητας. Ήδη στα συμπεράσματά του της 5ης Δεκεμβρίου 2006, το Συμβούλιο επεσήμανε, απαντώντας στο «Μήνυμα από το Παρίσι» σχετικά με τη βιοποικιλότητα, ότι η βιοποικιλότητα και η συντήρηση υπηρεσιών οικοσυστήματος πρέπει να συμπεριληφθούν στον διάλογο σχετικά με τις πολιτικές με εταίρους χώρες και περιφέρειες. Στο πλαίσιο της συγκεκριμένης διαδικασίας, αυτοί οι εταίροι έπρεπε να ενθαρρυνθούν να προσδιορίσουν περαιτέρω ανάγκες και να τις ιεραρχήσουν σε στρατηγικές και σχέδια εθνικής και περιφερειακής ανάπτυξης. Το Συμβούλιο εξακολουθεί να είναι πεπεισμένο ότι η ενσωμάτωση των υπηρεσιών οικοσυστήματος και της βιοποικιλότητας στα προγράμματα αναπτυξιακής συνεργασίας και η επακόλουθη οικονομική στήριξη είναι ο μόνος τρόπος να επιτευχθούν βιώσιμα αποτελέσματα. Παρότι υπάρχει σαφής σχέση μεταξύ της σύμβασης του Århus για την πρόσβαση σε πληροφορίες, τη συμμετοχή του κοινού στη λήψη αποφάσεων και την πρόσβαση στη δικαιοσύνη για περιβαλλοντικά θέματα, αφενός, και της βιοποικιλότητας, αφετέρου, πρέπει να ληφθεί υπόψη το γεγονός ότι αυτή η σύμβαση καταρτίστηκε στο πλαίσιο της Οικονομικής Επιτροπής των Ηνωμένων Εθνών για την Ευρώπη (UNECE). Παρά το γεγονός ότι στη σύμβαση μπορούν να προσχωρήσουν χώρες που δεν είναι μέλη της UNECE, οι αναπτυξιακοί εταίροι μας δεν είναι προς το παρόν συμβαλλόμενα μέρη της σύμβασης. Θα ήθελα να σας ευχαριστήσω για το ενδιαφέρον σας, και ανυπομονώ να παρακολουθήσω τη συζήτησή σας, η οποία είμαι βέβαιος ότι θα θέσει πολλά νέα θέματα."@el10 "Madam President, honourable Members, first of all, thank you for giving me the opportunity to speak here today on this very important subject, namely biodiversity. In its conclusions of 15 March 2010 entitled ‘Biodiversity: Post-2010 EU and global vision and targets and international ABS [access and benefit sharing] regime’, the Council emphasised that biodiversity was to be conserved and irreversible damage to ecosystems and their functions avoided, not least in order to secure social and economic stability and achieve the Millennium Development Goals. The Council issued a reminder that biodiversity plays a central role in the global fight against hunger and in ensuring food security, and also that it makes a key contribution to creating prosperity and reducing poverty. In most developing countries, the relation between the protection of ecosystems, on the one hand, and employment, income and livelihoods, on the other, is much closer than in the EU. With a view to the 10th meeting of the Conference of the Parties to the Convention on Biological Diversity (CBD), the EU wants to contribute actively and constructively, via a realistic, ambitious approach, to a global consensus on the measures to be taken beyond 2010 to promote biodiversity. These include measures capable of developing a perspective on the strategic plan beyond 2010 that may, for instance, have a time horizon up to 2020, a vision that may have a time horizon up to 2050, a perspective on the sub-targets and important milestones linked to measurable indicators, and finally, a perspective on the introduction of appropriate facilities for monitoring, assessment and follow-up. The High-Level Meeting of the General Assembly of the United Nations held in New York two weeks ago, on 22 September, was a good opportunity to call on the international community to recognise the critical state of biodiversity throughout the world, and also to emphasise the need to safeguard the basis of life on earth in the interests of humankind and of future generations and to take appropriate initiatives at all levels. With regard to technical support for the least developed countries, the Council believes that the development and transfer of best practices and technologies is essential in the fight against biodiversity loss, climate change and desertification. It is important to achieve coordinated action and to make satisfactory, cost-effective use of resources. With regard to financing, the Council takes the view that the establishment of an effective post-2010 policy framework and the introduction of a new strategic plan for the CBD will require appropriate mobilisation of resources from all possible sources, covering both public and private finance, and including new forms of financing and financing for measures to combat climate change. The Council takes the view that consideration should be given also to releasing financial resources for biodiversity by altering, eliminating or reorienting subsidies harmful to biodiversity. The integration of biodiversity into the activities of the business community and into other sectoral policies remains a necessity and a priority objective. The Council conclusions as far back as 5 December 2006 pointed out, in response to the Message from Paris on biodiversity, that biodiversity and the sustenance of ecosystem services were to be included in policy dialogue with partner countries and regions. In the process, these partners were to be encouraged to further identify needs and prioritise them in national and regional development strategies and plans. The Council remains convinced that the integration of ecosystem services and biodiversity into development cooperation programmes and subsequent financial support is the only way of achieving sustainable results. Even though there is a clear link between the Århus Convention on access to information, public participation in decision making and access to justice in environmental matters, on the one hand, and biodiversity, on the other, account must be taken of the fact that this convention was drawn up within the framework of the United Nations Economic Commission for Europe (UNECE). Although the convention is open to accession by non-member countries of UNECE, our development partners are not parties to this convention at present. I should like to thank you for your interest, and I look forward to your debate, which I am convinced will raise many new elements."@en4 "Voorzitter, geachte Parlementsleden, eerst en vooral bedankt om mij de kans te geven om hier vandaag het woord te voeren over dit zeer belangrijke onderwerp, namelijk biodiversiteit. In de conclusies van 15 maart 2010 met de titel "Biodiversiteit: Post-2010. Visie en doelen voor de EU en de wereld en internationale regeling voor toegang en batenverdeling" heeft de Raad benadrukt dat de biodiversiteit in stand moet worden gehouden en dat moet worden voorkomen dat ecosystemen en hun functies onomkeerbare schade wordt toegebracht, onder meer ook om de sociale en economische stabiliteit te beschermen en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te verwezenlijken. De Raad heeft eraan herinnerd dat biodiversiteit een centrale rol speelt in de wereldwijde strijd tegen honger en voor voedselzekerheid, alsook dat zij essentieel bijdraagt tot het scheppen van welvaart en het terugdringen van armoede. Veel meer dan in de EU is in de meeste ontwikkelingslanden de bescherming van de ecosystemen nauw verbonden met werkgelegenheid, inkomen en bestaansmiddelen. Met het oog op de tiende conferentie van de partijen bij het biodiversiteitsverdrag wil de EU met een realistische, ambitieuze aanpak actief en constructief bijdragen tot een wereldwijde consensus over de maatregelen die na 2010 voor de biodiversiteit moeten worden genomen. Het gaat onder meer over maatregelen die na 2010 een visie moeten kunnen ontwikkelen op het strategisch plan, dat bijvoorbeeld een tijdshorizon kan hebben naar 2020, een visie die een tijdshorizon kan hebben naar 2050, een visie op de secundaire doelstellingen en de belangrijke mijlpalen, gekoppeld aan meetbare indicatoren, en ten slotte een visie op de invoering van passende voorzieningen, voor toezicht, evaluatie en follow-up. De bijeenkomst op hoog niveau van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van twee weken geleden op 22 september in New York was een goede gelegenheid om de internationale gemeenschap op te roepen de kritieke toestand van de biodiversiteit in de hele wereld onder ogen te zien en ook om de noodzaak te benadrukken om de basis van het leven op aarde in het belang van de mensheid en de toekomstige generaties veilig te stellen en op alle niveaus passende initiatieven te nemen. Wat de technische ondersteuning van de minst ontwikkelde landen betreft, meent de Raad dat de uitwerking en de overdracht van beste praktijken en technologieën van wezenlijk belang zijn in de strijd tegen biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en woestijnvorming. Het is belangrijk om tot een gecoördineerd optreden te komen en de middelen op een bevredigende, kosteneffectieve wijze te benutten. Wat de financiering betreft, is de Raad van oordeel dat de instelling van een doeltreffend beleidskader voor na 2010 en de invoering van een nieuw strategisch plan voor biodiversiteit een passende inzet van middelen uit alle mogelijke bronnen zal vergen, zowel publieke als particuliere financiering, waaronder nieuwe financieringsvormen en de financiering van maatregelen in het kader van de bestrijding van de klimaatverandering. Bovendien vindt de Raad dat moet worden overwogen om voor biodiversiteit ook financiële middelen vrij te maken door subsidies die de biodiversiteit schaden, te wijzigen, te schrappen of te heroriënteren. Het integreren van biodiversiteit in de activiteiten van de bedrijfswereld en in ander sectoraal beleid blijft een noodzaak en een prioritaire doelstelling. Reeds in zijn conclusies van 5 december 2006 heeft de Raad er in antwoord op de boodschap van Parijs over biodiversiteit op gewezen dat biodiversiteit en de instandhouding van ecosysteemdiensten moet worden opgenomen in de beleidsdialoog met partnerlanden en partnerregio's. Daarbij moeten zij worden aangespoord om de behoeften verder in kaart te brengen en er bij voorrang aandacht aan te schenken in nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën en -plannen. De Raad blijft ervan overtuigd dat de integratie van ecosysteemdiensten en biodiversiteit in de programma's voor ontwikkelingssamenwerking en financiële steun in aansluiting daarop, de enige weg is om tot duurzame resultaten te komen. Hoewel er een duidelijk verband is tussen het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden enerzijds, en biodiversiteit anderzijds, moet men er rekening mee houden dat dit verdrag is opgesteld in het kader van de Economische commissie voor Europa van de Verenigde Naties. Hoewel dat verdrag openstaat voor toetreding door landen die geen lid zijn van die commissie, zijn onze ontwikkelingspartners op dit ogenblik geen partij bij dit verdrag. Ik dank u voor uw belangstelling en ik kijk uit naar jullie debat, en ik ben ervan overtuigd dat het heel wat nieuwe elementen zal aanreiken."@es21 "Austatud juhataja! Lugupeetud parlamendiliikmed! Kõigepealt tänan mulle antud võimaluse eest võtta siin täna sõna sellel väga olulisel, nimelt bioloogilise mitmekesisuse teemal. Oma 15. märtsil 2010 pealkirjaga „Bioloogiline mitmekesisus: ELi visioon ja eesmärgid ning geneetilistele ressurssidele juurdepääsu ja kasu jagamisega seonduv rahvusvaheline kord 2010. aasta järgseks ajaks” avaldatud järeldustes rõhutas nõukogu, et tuleb kaitsta bioloogilist mitmekesisust ja vältida ökosüsteemide ning nende funktsioonide pöördumatut kahjustamist, muu hulgas selleks, et tagada sotsiaalne ja majanduslik stabiilsus ning saavutada aastatuhande arengueesmärgid. Nõukogu väljastas meeldetuletuse, et bioloogiline mitmekesisus etendab keskset rolli üleilmses võitluses näljaga ja toiduga kindlustatuse tagamisel ning aitab oluliselt kaasa õitsengu tekitamisele ja vaesuse vähendamisele. Enamikus arengumaades on suhe, mis on ühelt poolt ökosüsteemide kaitse ja teisalt tööhõive, sissetuleku ning elatusallikate vahel, palju tihedam kui ELis. Bioloogilise mitmekesisuse konventsiooni osaliste 10. kohtumise vaimus soovib EL võtta realistliku ja põhjaliku lähenemisviisi ning aidata seeläbi aktiivselt ja kaalukalt kaasa üleilmse üksmeele saavutamisele selles, milliseid meetmeid bioloogilise mitmekesisuse edendamiseks pärast 2010. aastat tuleks võtta. Nende hulka kuuluvad meetmed, mis võimaldaksid töötada välja strateegilise kava perspektiivi 2010. aasta järgseks ajaks, mille tähtaeg võib olla näiteks kuni 2020. aastani; visiooni, mille ajavahemik võib olla kuni 2050. aastani; alleesmärkide ja mõõdetavate näitajatega seotud oluliste verstapostide perspektiivi ning lõpuks sobivate vahendite rakendamise perspektiivi seireks, hindamiseks ja järeltegevusteks. Kaks nädalat tagasi, 22. septembril toimunud ÜRO Peaassamblee kõrgetasemeline kohtumine oli hea võimalus kutsuda rahvusvahelist üldsust üles tunnistama bioloogilise mitmekesisuse kriitilist seisundit kogu maailmas ja rõhutada ka vajadust kaitsta elu alust maal inimkonna ning tulevaste põlvede huvides ning rakendada kõikidel tasanditel asjakohaseid algatusi. Vähimarenenud riikidele osutatava tehnilise toe kohta arvab nõukogu, et areng ning hea tava ja tehnoloogiasiire on oluline võitluses bioloogilise mitmekesisuse kao, kliimamuutuse ja kõrbestumisega. Oluline on saavutada kooskõlastatud tegutsemine ja kasutada ressursse rahuldaval kulusäästlikult moel. Rahastamise puhul on nõukogu seisukohal, et tulemusliku raamistiku kehtestamine 2010. aasta järgseks ajaks ning bioloogilise mitmekesisuse konventsiooni uue strateegilise kava kasutuselevõtmine nõuab ressursside asjakohast kaasamist kõikidest võimalikest allikatest, hõlmates nii avaliku kui ka erasektori rahalisi vahendeid ja uusi rahastamisvorme ning kliimamuutusega võitlemise meetmete rahastamist. Nõukogu on seisukohal, et arvesse tuleks võtta ka rahaliste vahendite eraldamist bioloogilise mitmekesisuse tarbeks bioloogilisele mitmekesisusele kahjulike toetuste muutmise, kõrvaldamise või ümbersuunamise teel. Bioloogilise mitmekesisuse integreerimine ettevõtjate tegevusse ja muudesse valdkondlikesse poliitikasuundadesse on jätkuvalt vajalik ning prioriteene eesmärk. Juba 5. detsembril 2006 kinnitatud nõukogu järeldustes juhiti tähelepanu vastusena bioloogilist mitmekesisust käsitlevale Pariisi sõnumile, et bioloogiline mitmekesisus ja ökosüsteemide teenuste toetamine tuleb lülitada partnerriikide ning -regioonidega poliitikadialoogi. Tegevuse käigus pidi partnereid ergutatama tuvastama lisavajadusi ja neid eelistama riigisisestes ning regionaalsetes arengustrateegiates ja -kavades. Nõukogu on jätkuvalt veendunud, et ökosüsteemide teenuste ja bioloogilise mitmekesisuse integreerimine arengukoostöö programmide ning nendele järgnevasse rahalisse toetusse on ainus moodus jätkusuutlike tulemuste saavutamiseks. Ehkki on selge, et ühelt poolt Århusi konventsioon – keskkonnainfo kättesaadavus, üldsuse osalemine keskkonnaasjade otsustamises ning kohtu poole pöördumine nendes küsimustes – ja teisalt bioloogiline mitmekesisus on omavahel seotud, tuleb võtta arvesse asjaolu, et konventsioon koostati ÜRO Euroopa Majanduskomisjoni raames. Ehkki mitteliikmetest riigid võivad konventsiooniga ühineda, ei ole meie arengupartnerid hetkel konventsiooni osalised. Sooviksin tänada teid huvi eest ja ootan pikisilmi teie arutelu, milles – olen veendunud – tõstatatakse palju uusi elemente!"@et5 ". Arvoisa puhemies, arvoisat parlamentin jäsenet, kiitän tilaisuudesta puhua tänään tästä erittäin tärkeästä aiheesta, nimittäin luonnon monimuotoisuudesta. Neuvosto korosti 15. maaliskuuta 2010 antamissaan päätelmissä nimeltä "Biologinen monimuotoisuus: Vuoden 2010 jälkeinen aika EU:n ja maailmanlaajuinen visio ja tavoitteet sekä perintöaineksen saatavuutta ja hyötyjen jakoa koskeva kansainvälinen järjestelmä", että on tärkeää ylläpitää biologista monimuotoisuutta ja välttää aiheuttamasta peruuttamattomia vahinkoja ekosysteemeille ja niiden toiminnoille, ei vähiten sosiaalisen ja taloudellisen vakauden turvaamiseksi ja vuosituhannen kehitystavoitteiden saavuttamiseksi. Neuvosto muistutti siitä, että biologinen monimuotoisuus on keskeisessä asemassa pyrittäessä maailmanlaajuisesti torjumaan nälkää ja takaamaan elintarviketurva, ja että se on myös keskeinen vaurastumista ja köyhyyden vähentämistä edesauttava tekijä. Suurimmassa osassa kehitysmaita toisaalta ekosysteemien suojelun ja toisaalta työllisyyden, tulojen ja elinkeinojen välinen suhde on paljon tiiviimpi kuin EU:ssa. Biologista monimuotoisuutta koskevan yleissopimuksen osapuolien 10. konferenssin osalta EU haluaa osaltaan edistää aktiivisesti ja rakentavasti realistisen ja kunnianhimoisen lähestymistavan kautta maailmanlaajuista yhteisymmärrystä vuoden 2010 jälkeen toteutettavista toimenpiteistä luonnon monimuotoisuuden edistämiseksi. Näitä ovat toimenpiteet, joilla pystytään kehittämään näkökulma strategisesta suunnitelmasta vuoden 2010 jälkeen, joka voi esimerkiksi ulottua vuoteen 2020, visiosta, joka voi ulottua vuoteen 2050, näkökulma osatavoitteista ja merkittävistä virstanpylväistä, jotka koskevat mitattavia indikaattoreita, ja lopuksi näkökulma asianmukaisten palvelujen käyttöönotosta seurantaa, arviointia ja jatkotoimia varten. Kaksi viikkoa sitten New Yorkissa pidetty Yhdistyneiden Kansakuntien yleiskokouksen korkean tason kokous oli mainio tilaisuus kehottaa kansainvälistä yhteisöä tunnustamaan biologisen monimuotoisuuden kriittinen tila kaikkialla maailmassa ja korostaa tarvetta turvata maapallon elämän perusta ihmiskunnan ja tulevien sukupolvien hyväksi sekä tehdä asianmukaisia aloitteita kaikilla tasoilla. Vähiten kehittyneiden maiden teknisen tuen osalta neuvosto uskoo, että kehitysyhteistyö ja parhaiden käytäntöjen sekä teknologioiden siirto ovat olennaisia biologisen monimuotoisuuden köyhtymisen, ilmastonmuutoksen ja aavikoitumisen torjunnassa. On tärkeää saada aikaan koordinoitua toimintaa ja hyödyntää resursseja tyydyttävällä ja kustannustehokkaalla tavalla. Rahoituksen osalta neuvosto katsoo, että tehokkaan poliittisen kehyksen perustaminen vuoden 2010 jälkeiselle ajalle ja uuden strategisen suunnitelman käyttöönotto biologista monimuotoisuutta koskevan yleissopimuksen osalta edellyttää varojen asianmukaista mobilisointia kaikista lähteistä, niin julkisesta kuin yksityisestä rahoituksesta. Tähän sisältyvät myös uudet rahoitusmuodot ja ilmastonmuutoksen torjuntaa koskevien toimenpiteiden rahoitus. Neuvosto katsoo, että on tarkasteltava myös määrärahojen vapauttamista biologiselle monimuotoisuudelle muuttamalla, eliminoimalla tai uudelleensuuntaamalla biologiselle monimuotoisuudelle vahingollisia aineita. Biologisen monimuotoisuuden sisällyttäminen liike-elämän toimintaan ja muuhun alakohtaiseen politiikkaan on välttämätöntä ja ensisijainen tavoite. Niinkin kauan sitten kuin 5. joulukuuta 2006 annetuissa neuvoston päätelmissä korostettiin vastauksena biologista monimuotoisuutta koskeneeseen Pariisin viestiin, että biologinen monimuotoisuus ja ekosysteemipalvelujen ylläpitäminen on sisällytettävä kumppanimaiden ja -alueiden kanssa käytävään poliittiseen vuoropuheluun. Prosessissa kumppaneita oli kannustettava määrittämään edelleen tarpeita ja priorisoimaan ne kansallisissa ja alueellisissa kehitysstrategioissa ja -suunnitelmissa. Neuvosto on edelleen vakuuttunut siitä, että ekosysteemipalvelujen ja biologisen monimuotoisuuden sisällyttäminen kehitysyhteistyöohjelmiin ja vastaavaan rahoitustukeen on ainoa tapa saada aikaan kestäviä tuloksia. Vaikka tiedon saatavuutta, yleisön osallistumista päätöksentekoon sekä oikeuden saatavuutta ympäristöasioissa koskevan Århusin yleissopimuksen ja biologista monimuotoisuutta koskevan yleissopimuksen välillä onkin selkeä yhteys, on otettava huomioon, että tämä yleissopimus laadittiin Yhdistyneiden Kansakuntien Euroopan talouskomission puitteissa. Vaikka muut kuin Yhdistyneiden Kansakuntien Euroopan talouskomission jäsenet voivat liittyä yleissopimukseen, kehitysyhteistyökumppanimme eivät toistaiseksi ole yleissopimuksen osapuolia. Haluaisin kiittää teitä mielenkiinnosta ja odotan innokkaasti keskusteluanne, jossa uskon nousevan esiin monia uusia tekijöitä."@fi7 "Madame la Présidente, Mesdames et Messieurs les députés, je voudrais avant tout vous remercier de me donner l’occasion de m’exprimer ici aujourd’hui sur le sujet éminemment important de la biodiversité. Dans ses conclusions du 15 mars 2010 intitulées « » [Biodiversité: vision et objectifs européens et mondiaux pour l’après-2010 et régime international d’accès et de partage des avantages (APA)], le Conseil souligne qu’il faut préserver la biodiversité et éviter tout dommage irréversible aux écosystèmes et aux fonctions qu’ils remplissent, notamment pour garantir la stabilité sociale et économique et atteindre les objectifs du Millénaire pour le développement. Le Conseil y rappelle que la biodiversité joue un rôle essentiel dans la lutte mondiale contre la faim et pour la sécurité alimentaire, et apporte aussi une contribution notable à la prospérité et à la réduction de la pauvreté. Dans la plupart des pays en développement, le rapport entre protection des écosystèmes, d’une part, et emploi, revenus et subsistance, d’autre part, est beaucoup plus étroit que dans l’UE. À la veille de la 10 réunion de la conférence des parties à la convention sur la diversité biologique (CDB), l’UE entend apporter, par une approche à la fois réaliste et ambitieuse, une contribution active et constructive à un consensus international sur les mesures à prendre pour favoriser la diversité biologique après 2010. Parmi celles-ci, des mesures susceptibles d’ouvrir la perspective d’un plan stratégique post-2010, qui pourrait par exemple avoir pour objectif l’horizon 2020, voire l’horizon 2050, la perspective aussi de sous-objectifs et d’étapes intermédiaires importantes liées à des indicateurs quantifiables, la perspective enfin de mettre en place des instruments adéquats en termes de surveillance, d’évaluation et de suivi. La réunion de haut niveau de l’Assemblée générale des Nations unies, qui s’est tenue à New York voici deux semaines, le 22 septembre dernier, a été l’occasion d’inviter la communauté internationale à prendre acte de l’état critique de la biodiversité dans le monde, mais aussi de souligner la nécessité de préserver les fondements de la vie sur terre dans l’intérêt de l’humanité et des générations futures, et de prendre les initiatives qui s’imposent à tous les niveaux. Concernant le soutien technique aux pays les moins avancés, le Conseil estime que le développement et le transfert des meilleures pratiques et technologies revêt une importance cruciale dans la lutte contre l’appauvrissement de la biodiversité, les changements climatiques et la désertification. À cet égard, il faut déployer une action coordonnée et parvenir à une utilisation satisfaisante et rentable des ressources. En matière de financement, le Conseil estime que l’instauration d’un cadre de politique efficace pour l’après-2010 et la mise en place d’un nouveau plan stratégique pour la CDB exigeront de veiller à une bonne mobilisation des ressources, publiques comme privées, et d’inclure de nouvelles formes de financement ainsi que le financement des mesures de lutte contre les changements climatiques. Le Conseil juge également qu’il faudra envisager de dégager des fonds en faveur de la biodiversité en modifiant, supprimant, ou réorientant des subventions nuisibles à la biodiversité. Quant à l’intégration de celle-ci dans les activités du monde économique et dans d’autres politiques sectorielles, elle demeure un objectif nécessaire et prioritaire. Dès le 5 décembre 2006, le Conseil soulignait dans ses conclusions, en réponse au Message de Paris sur la biodiversité, que ce concept et celui du maintien des services écosystémiques devaient être intégrés dans le dialogue politique avec les pays et régions partenaires. Les partenaires en question devaient être encouragés, au cours du processus, à pousser plus avant l’identification des besoins et à en établir l’ordre de priorité dans leurs stratégies et plans de développement national et régional. Le Conseil demeure convaincu que l’intégration des services écosystémiques et de la biodiversité dans les programmes de coopération au développement et dans l’aide financière qui en découle est la seule façon d’obtenir des résultats durables. Même s’il existe un lien patent entre, d’une part, la convention d’Aarhus sur l’accès à l’information, la participation du public au processus décisionnel, et l’accès à la justice en matière d’environnement et, d’autre part, la biodiversité, il ne faut pas oublier que cette convention a été élaborée dans le cadre de la commission économique des Nations unies pour l’Europe (CEE-ONU). Bien que l’adhésion à cette convention soit ouverte aux États non membres de la CEE-ONU, nos partenaires de développement n’y sont pas parties à l’heure actuelle. Je voudrais vous remercier pour votre attention et je me réjouis à l’avance de la discussion qui, j’en suis sûre, ne manquera pas de souligner bon nombre d’éléments nouveaux."@fr8 ". Elnök asszony, tisztelt képviselők! Először is köszönöm, hogy lehetőséget kapok arra, hogy beszélhessek itt ma erről az igen fontos témáról, mégpedig a biológiai sokféleségről. A „Biológiai sokféleség: 2010 után – Uniós és globális elképzelések és célok, valamint a hozzáférésnek és az előnyök megosztásának nemzetközi rendszere” című, 2010. március 15-i következtetéseiben a Tanács hangsúlyozta, hogy a biológiai sokféleséget meg kell őrizni, és el kell kerülni az ökoszisztémák és funkcióik visszafordíthatatlan károsítását, nem utolsósorban a társadalmi és a gazdasági stabilitás biztosítása, valamint a millenniumi fejlesztési célok elérése érdekében. A Tanács emlékeztetőt adott ki arról, hogy a biológiai sokféleség központi szerepet játszik az éhezés elleni globális küzdelemben és az élelmezésbiztonság biztosításában, valamint arról is, hogy alapvetően hozzájárul a jólét megteremtéséhez és a szegénység csökkentéséhez. A fejlődő országok többségében egyrészt az ökoszisztémák védelme, másrészt pedig a foglalkoztatás, a jövedelem és a megélhetés közötti kapcsolat jóval szorosabb, mint az EU-ban. A Biológiai Sokféleség Egyezmény részes felei konferenciájának 10. ülésére az EU – egy realista, ambiciózus megközelítésen keresztül – tevékenyen és konstruktív módon hozzá akar járulni a biológiai sokféleség előmozdítása érdekében 2010 után meghozandó intézkedésekre vonatkozó globális konszenzushoz. Ezek között szerepelnek a 2010 utáni stratégiai tervvel kapcsolatos távlati elképzelések kidolgozására alkalmas intézkedések, amelyeknek lehet például 2020-ig terjedő idősíkjuk, 2050-ig terjedő idősíkra vonatkozó jövőképük, a mérhető mutatókhoz kapcsolódó alcélokra és fontos mérföldkövekre vonatkozó távlati megközelítésük, végezetül pedig a nyomon követésre, értékelésre és utókövetésre vonatkozó megfelelő eszközök bevezetésével kapcsolatos távlati megközelítésük. Az ENSZ-közgyűlés két héttel ezelőtt, szeptember 22-én New Yorkban tartott magas szintű ülése jó alkalom volt arra, hogy felszólítsa a nemzetközi közösséget a biológiai sokféleség világszerte kritikus állapotának elismerésére, valamint hangsúlyozza annak szükségességét is, hogy az emberiség és a jövő generációk érdekében megóvják a földi élet alapját és valamennyi szinten megfelelő kezdeményezéseket indítsanak. A legkevésbé fejlett országoknak nyújtott technikai támogatás tekintetében a Tanács úgy véli, hogy a legjobb gyakorlatok és technológiák kifejlesztése és átadása elengedhetetlen a biológiai sokféleség csökkenése, az éghajlatváltozás és az elsivatagosodás elleni küzdelemben. Fontos az összehangolt fellépés elérése, valamint az erőforrások kielégítő, költséghatékony felhasználása. A finanszírozás tekintetében a Tanács arra az álláspontra helyezkedik, hogy egy hatékony, 2010 utáni politikai keretrendszer létrehozása és a Biológiai Sokféleség Egyezményhez tartozó új stratégiai terv bevezetése szükségessé fogja tenni az erőforrások megfelelő mozgósítását minden olyan lehetséges forrásból, amelyek a köz- és magánfinanszírozásra egyaránt kiterjednek, új finanszírozási formákat tartalmaznak és az éghajlatváltozás elleni küzdelemre irányuló intézkedéseket finanszíroznak. A Tanács véleménye szerint mérlegelni kellene a biológiai sokféleségre szánt pénzügyi erőforrások felszabadítását is a biológiai sokféleségre káros támogatások módosításával, felszámolásával vagy átirányításával. A biológiai sokféleségnek az üzleti közösség és más ágazati politikák tevékenységeibe való beépítése továbbra is szükséges és kiemelt célkitűzés. Már a 2006. december 5-i tanácsi következtetések – a biológiai sokféleségről szóló párizsi üzenetre válaszul – is rámutattak arra, hogy a biológiai sokféleséget és az ökoszisztéma-szolgáltatások fenntartását bele kell foglalni a partnerországokkal és -régiókkal folytatott politikai párbeszédbe. A folyamat során ezeket a partnereket ösztönözni kell arra, hogy folytassák a szükségletek meghatározását és állítsák azokat prioritási sorrendbe a nemzeti és regionális fejlesztési stratégiákban és tervekben. A Tanácsnak továbbra is meggyőződése, hogy a fenntartható eredmények elérésének egyetlen módja az ökoszisztéma-szolgáltatások és a biológiai sokféleség fejlesztési együttműködési programokba való beépítése és a későbbi pénzügyi támogatás. Annak ellenére, hogy egyértelmű összefüggés van egyrészt a környezeti ügyekben az információhoz való hozzáférésről, a nyilvánosságnak a döntéshozatalban történő részvételéről és az igazságszolgáltatáshoz való jog biztosításáról szóló aarhusi egyezmény, másrészt pedig a biológiai sokféleség között, figyelembe kell venni azt a tényt, hogy ezt az egyezményt az ENSZ Európai Gazdasági Bizottságának (ENSZ-EGB) keretében dolgozták ki. Bár az egyezményhez szabadon csatlakozhatnak azok az országok is, amelyek nem tagjai az ENSZ-EGB-nek, fejlődő partnereink jelenleg nem részes felei az egyezménynek. Szeretném megköszönni önöknek az érdeklődést, és alig várom vitájukat, amely – meggyőződésem szerint – számos új elemet fog felvetni."@hu11 "Signora Presidente, onorevoli deputati, in primo luogo vi ringrazio per avermi offerto l’opportunità di intervenire oggi in quest’Aula su un tema di eccezionale importanza come la biodiversità. Nelle conclusioni del 15 marzo 2010 intitolate “Biodiversità: Obiettivi e visione globale e dell’Unione europea per il dopo 2010 e regime internazionale ABS [accesso e ripartizione dei benefici]” il Consiglio ha posto in rilievo l’esigenza di conservare la biodiversità ed evitare danni irreversibili agli ecosistemi e alle loro funzioni, anche allo scopo di garantire la stabilità economica e sociale e realizzare gli obiettivi di sviluppo del Millennio. Il Consiglio ha così voluto ricordare la funzione cruciale della biodiversità nella lotta globale contro la fame e per la sicurezza alimentare, nonché l’essenziale contributo che essa reca per la creazione di prosperità e la riduzione della povertà. In gran parte dei paesi in via di sviluppo, il nesso fra protezione degli ecosistemi da un lato, e occupazione, reddito e tenore di vita dall’altro, è assai più stretto di quanto appaia nell’Unione europea. In vista della decima riunione della Conferenza delle parti della Convenzione sulla diversità biologica (CBD), l’Unione europea intende recare un contributo attivo e costruttivo, per mezzo di un approccio realistico e ambizioso, alla costruzione di un consenso globale sulle misure da adottare dopo il 2010 per promuovere la biodiversità. Fra queste si dovranno annoverare misure suscettibili di sviluppare per il piano strategico successivo al 2010 una prospettiva il cui orizzonte temporale giunga, per esempio, fino al 2020, una visione di fondo che spazi fino al 2050, una prospettiva per sotto-obiettivi e principali tappe intermedie collegata a indicatori misurabili, e infine una prospettiva per l’introduzione di adeguati strumenti di monitoraggio, valutazione e . La riunione ad alto livello dell’Assemblea generale delle Nazioni Unite che si è tenuta a New York due settimane fa, il 22 settembre, è stata l’occasione adatta per invitare la comunità internazionale a riconoscere la condizione critica della biodiversità in tutto il mondo, oltre che per sottolineare l’esigenza di salvaguardare la base della vita sulla terra nell’interesse dell’umanità e delle generazioni future, e di adottare iniziative adeguate a tutti i livelli. Per quanto riguarda il sostegno tecnico ai paesi meno sviluppati, il Consiglio ritiene che l’elaborazione e il trasferimento di migliori prassi e tecnologie rappresenti un’arma indispensabile nella lotta contro la perdita di biodiversità, il cambiamento climatico e la desertificazione. È importante assicurare un’azione coordinata e utilizzare le risorse in maniera soddisfacente ed efficiente rispetto ai costi. Per quanto riguarda il finanziamento, il Consiglio ritiene che l’istituzione di un quadro politico efficace per il dopo 2010 e l’introduzione di un nuovo piano strategico per la Convenzione sulla diversità biologica richiederanno un’adeguata mobilitazione di risorse da tutte le fonti possibili – appartenenti alla finanza privata e pubblica – tra cui nuove forme di finanziamento, nonché il finanziamento di misure destinate a combattere il cambiamento climatico. Il Consiglio stima inoltre opportuno considerare la possibilità di rendere disponibili risorse finanziarie per la biodiversità modificando, eliminando o reindirizzando sovvenzioni nocive per la biodiversità stessa. L’integrazione della biodiversità nelle attività della e in altre politiche settoriali rimane una necessità, oltre che un obiettivo prioritario. In risposta al Messaggio di Parigi sulla biodiversità, le conclusioni del Consiglio risalenti al 5 dicembre 2006 hanno sottolineato l’esigenza di includere biodiversità e mantenimento dei servizi ecosistemici nel dialogo politico con i paesi e le regioni partner. In tale processo, era necessario stimolare i partner a precisare meglio le proprie esigenze e ad assegnare a queste una posizione prioritaria in piani e strategie di sviluppo regionale e nazionale. Il Consiglio mantiene la persuasione che integrare i servizi ecosistemici e la biodiversità nei programmi di cooperazione allo sviluppo e nel conseguente sostegno finanziario sia l’unico metodo per ottenere risultati sostenibili. Benché sussista un nesso evidente fra la Convenzione di Aarhus sull’accesso all’informazione, la partecipazione pubblica ai processi decisionali e l’accesso alla giustizia in materia ambientale da un lato, e la biodiversità dall’altro, occorre tener conto del fatto che tale Convenzione è stata elaborata nel quadro della Commissione economica delle Nazioni Unite per l’Europa (UNECE). La Convenzione è bensì aperta all’adesione di paesi non appartenenti all’UNECE, ma i nostri partner per lo sviluppo attualmente non vi partecipano. Vi ringrazio per l’interesse che dimostrate; seguirò con attenzione il dibattito, dal quale scaturiranno senza dubbio numerosi elementi nuovi."@it12 "Ponia pirmininke, gerbiami Parlamento nariai, visų pirma dėkoju jums už man suteiktą galimybę kalbėti čia šiandien šiuo labai svarbiu biologinės įvairovės klausimu. Savo 2010 m. kovo 15 d. išvadose „Biologinė įvairovė: po 2010 m. ES ir pasaulinė vizija bei tikslai ir tarptautinis galimybės naudotis ištekliais ir pasidalijimo nauda (ABS) režimas“ Taryba pabrėžė, kad svarbu išlaikyti biologinę įvairovę ir neleisti, kad būtų padaryta neatitaisoma žala ekosistemoms bei jų funkcijoms, ypač siekiant užtikrinti socialinį ir ekonominį stabilumą ir pasiekti Tūkstantmečio vystymosi tikslus. Taryba priminė, kad biologinė įvairovė atlieka esminį vaidmenį pasaulinėje kovoje su badu ir užtikrinant aprūpinimą maistu taip pat kad biologinė įvairovė labai prisideda užtikrinant klestėjimą ir mažinant skurdą. Daugumoje besivystančių šalių ryšys tarp ekosistemų ir užimtumo bei pajamų ir pragyvenimo šaltinių yra netgi dar didesnis nei ES. Rengdamasi dešimtajam Biologinės įvairovės konvencijos (BĮK) šalių konferencijos susitikimui, įvyksiančiam Nagojoje, ES, laikydamasi realistiško, visapusiško požiūrio, nori aktyviai ir konstruktyviai prisidėti prie pasaulinio sutarimo dėl priemonių, kurių turi būti imtasi po 2010 m. siekiant skatinti biologinę įvairovę. Jos apimtų priemones, kuriomis remiantis būtų galima parengti ateities strateginį planą po 2010 m., kuriame, pvz., galėtų būti apimtas laikotarpis iki 2020 m., taip pat numatyta laikotarpio iki 2050 m. vizija, ateities tarpiniai tikslai ir pagrindiniai etapai, siejami su įvertinamais rodikliais, ir tinkamų stebėsenos, vertinimo ir kontrolės sistemų ateityje sukūrimas. 2010 m. rugsėjo 22 d. JT Generalinėje Asamblėjoje įvykęs aukšto lygio susitikimas suteikė gerą galimybę paraginti tarptautinę bendruomenę pripažinti kritišką padėtį biologinės įvairovės srityje bei būtinybę išsaugoti gyvybės Žemėje pagrindą visai žmonijai ir ateities kartoms ir pradėti įgyvendinti tinkamas iniciatyvas visais lygmenimis. Kalbant apie techninę pagalbą mažiausiai išsivysčiusioms šalims, Taryba mano, kad kovojant su biologinės įvairovės nykimu, klimato kaita ir dykumėjimu itin svarbus yra geriausios praktikos pavyzdžių bei technologijų kūrimas ir perdavimas. Reikia imtis suderintų veiksmų ir užtikrinti tinkamą, ekonomiškai efektyvų išteklių naudojimą. Kalbant apie finansavimą, Taryba laikosi nuomonės, kad, norint įgyvendinti veiksmingą politikos sistemą po 2010 m. ir naują BĮK strateginį planą, reikės tinkamai sutelkti išteklius iš visų galimų šaltinių, taip pat ir skiriant viešojo ir privačiojo sektorių finansavimą, įskaitant inovacinius finansavimo būdus, ir finansuojant kovos su klimato kaita priemones. Taryba laikosi nuomonės, kad turėtų būti svarstoma galimybė gauti finansinių išteklių, kuriais būtų remiama biologinė įvairovė, reformuojant, panaikinant ir perorientuojant biologinei įvairovei nepalankias subsidijas. Biologinės įvairovės aspektų integravimas į verslo bendruomenės veiklą bei kitų sektorių politiką tebėra ir būtinybė, ir pagrindinis tikslas. Jau 2006 m. gruodžio 5 d. Tarybos išvadose, atsakant į žinią dėl biologinės įvairovės iš Paryžiaus, nurodoma, kad biologinės įvairovės ir ekosistemų funkcijų išsaugojimo klausimai turi būti įtraukti į politinį dialogą su šalimis partnerėmis ir regionais. Šiame procese šie partneriai turi būti skatinami nustatyti tolesnius poreikius ir teikti jiems prioritetą savo nacionalinio ir regioninio vystymosi strategijose bei planuose. Taryba tebėra įsitikinusi, kad tvarių rezultatų galima pasiekti tik integravus ekosistemų funkcijų ir biologinės įvairovės aspektus į vystomojo bendradarbiavimo programas ir tolesnę finansinę paramą. Nors ir yra aiškus ryšys tarp, viena vertus, Orhuso konvencijos dėl teisės gauti informaciją, visuomenės dalyvavimo priimant sprendimus ir teisės kreiptis į teismus aplinkosaugos klausimais ir, kita vertus, biologinės įvairovės, turi būti atsižvelgta į tai, kad šią Konvenciją parengė JT Europos Ekonominė Komisija (UNECE). Nors prie Konvencijos gali prisijungti ir valstybės, kurios nėra UNECE narės, mūsų vystymosi partnerės šiuo metu nėra prisidėjusios prie šios Konvencijos. Norėčiau padėkoti jums už dėmesį ir nekantriai laukiu jūsų diskusijos, per kurią, esu įsitikinęs, bus iškelta daug naujų klausimų."@lt14 "Priekšsēdētājas kundze, godātie deputāti! Vispirms pateicos jums par man doto iespēju šodien šeit runāt par šo ļoti svarīgo tematu, proti, bioloģisko daudzveidību. Padome savos 2010. gada 15. marta secinājumos ar nosaukumu „Bioloģiskā daudzveidība: laikposms pēc 2010. gada — ES un pasaules mēroga redzējums un mērķi un starptautiskais [piekļuve un ieguvumu sadale] režīms” uzsvēra, ka bioloģiskā daudzveidība jāsaglabā un neatgriezenisks kaitējums ekosistēmām un to funkcijām jānovērš, tostarp arī tādēļ, lai nodrošinātu sociālu un ekonomisku stabilitāti un panāktu Tūkstošgades attīstības mērķus. Padome publicēja atgādinājumu, ka bioloģiskajai daudzveidībai ir centrālā nozīme pasaules mēroga cīņā pret badu un par nodrošinātību ar pārtiku un ka tā dod galveno ieguldījumu labklājības radīšanā un nabadzības izskaušanā. Lielākajā daļā jaunattīstības valstu attiecības starp ekosistēmu aizsardzību, no vienas puses, un nodarbinātību, ienākumu un iztikas nodrošināšanu, no otras puses, ir daudz ciešākas nekā ES. Gatavojoties Konvencijas par bioloģisko daudzveidību (KBD) 10. pušu konferencei, ES grib aktīvi un konstruktīvi sniegt savu devumu ar reālistisku, vērienīgu pieeju pasaules mēroga konsensam par pasākumiem, kas veicami pēc 2010. gada, lai veicinātu bioloģisko daudzveidību. Tajos ietilpst pasākumi, kas spēj attīstīt stratēģiskā plāna perspektīvu pēc 2010. gada, kuriem laika apvārsnis var sniegties, piemēram, līdz 2020. gadam, redzējumu, kam laika apvārsnis var sniegties līdz 2050. gadam, perspektīvu par apakšmērķiem un svarīgiem pagrieziena punktiem saistībā ar izmērāmiem rādītājiem un, visbeidzot, perspektīvu par pienācīgu instrumentu ieviešanu pārraudzībai, vērtēšanai un turpmākiem pasākumiem. Apvienoto Nāciju Organizācijas Ģenerālās asamblejas augsta līmeņa sanāksme, kas notika Ņujorkā pirms divām nedēļām, 22. septembrī, bija laba iespēja aicināt starptautisko sabiedrību atzīt bioloģiskās daudzveidības kritisko stāvokli visā pasaulē un arī uzsvērt vajadzību sargāt dzīvības pamatu uz zemes visas cilvēces un nākamo paaudžu interesēs, un uzsākt atbilstošas iniciatīvas visos līmeņos. Attiecībā uz tehnisko atbalstu vismazāk attīstītajām valstīm Padome uzskata, ka labākās prakses un tehnoloģiju attīstīšana un pārņemšana ir būtiska cīņā pret bioloģiskās daudzveidības samazināšanos, klimata pārmaiņām un pārtuksnešošanos. Ir svarīgi panākt koordinētu rīcību un izmantot resursus apmierinošā un rentablā veidā. Attiecībā uz finansēšanu Padome uzskata, ka efektīvu politisko pamatnostādņu izveide laikposmam pēc 2010. gada un jauna KBD stratēģiska plāna ieviešana prasīs resursu pienācīgu mobilizēšanu no visiem iespējamiem avotiem, ietverot gan publiskās, gan privātās finanses un iekļaujot jaunas finansēšanas formas un finansējumu klimata pārmaiņu apkarošanas pasākumiem. Padome uzskata, ka jāpievērš uzmanība arī finanšu resursu atbrīvošanai bioloģiskās daudzveidības vajadzībām, mainot, noņemot vai pārorientējot subsīdijas, kuras kaitē bioloģiskajai daudzveidībai. Bioloģiskās daudzveidības integrēšana uzņēmēju kopienas darbībās un citu nozaru politikā joprojām ir nepieciešamība un prioritārs mērķis. Padomes secinājumi, kas pieņemti tālajā 2006. gada 5. decembrī, atbildot uz „Vēstījumu no Parīzes” par bioloģisko daudzveidību, norādīja, ka bioloģiskā daudzveidība un ekosistēmas pakalpojumu uzturēšana jāiekļauj politiskajā dialogā ar partnervalstīm un reģioniem. Dialoga gaitā šie partneri jāmudina arī turpmāk identificēt vajadzības un piešķirt tām prioritāti valsts un reģionālajā stratēģijā un plānos. Padome joprojām ir pārliecināta, ka ekosistēmas pakalpojumu un bioloģiskās sistēmas integrācija attīstības sadarbības programmās un ar tām saistītajā finanšu atbalstā ir vienīgais veids, kā sasniegt ilgtspējīgus rezultātus. Lai gan pastāv skaidra saikne starp Orhūsas Konvenciju par piekļuvi informācijai, sabiedrības līdzdalību lēmumu pieņemšanā un tiesu pieejamību vides jautājumos, no vienas puses, un bioloģisko daudzveidību, no otras puses, jāņem vērā fakts, ka šī konvencija tika izstrādāta atbilstīgi Apvienoto Nāciju Organizācijas Eiropas Ekonomikas komisijas ( ) nostādnei. Lai gan konvencijai var pievienoties valstis, kas nav locekles, mūsu attīstības partneri pašlaik nav šīs konvencijas puses. Es vēlos pateikties jums par jūsu interesi, un es ar interesi gaidu jūsu debates, kuras, esmu pārliecināts, atklās daudzus jaunus aspektus."@lv13 "Voorzitter, geachte Parlementsleden, eerst en vooral bedankt om mij de kans te geven om hier vandaag het woord te voeren over dit zeer belangrijke onderwerp, namelijk biodiversiteit. In de conclusies van 15 maart 2010 met de titel "Biodiversiteit: Post-2010. Visie en doelen voor de EU en de wereld en internationale regeling voor toegang en batenverdeling" heeft de Raad benadrukt dat de biodiversiteit in stand moet worden gehouden en dat moet worden voorkomen dat ecosystemen en hun functies onomkeerbare schade wordt toegebracht, onder meer ook om de sociale en economische stabiliteit te beschermen en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te verwezenlijken. De Raad heeft eraan herinnerd dat biodiversiteit een centrale rol speelt in de wereldwijde strijd tegen honger en voor voedselzekerheid, alsook dat zij essentieel bijdraagt tot het scheppen van welvaart en het terugdringen van armoede. Veel meer dan in de EU is in de meeste ontwikkelingslanden de bescherming van de ecosystemen nauw verbonden met werkgelegenheid, inkomen en bestaansmiddelen. Met het oog op de tiende conferentie van de partijen bij het biodiversiteitsverdrag wil de EU met een realistische, ambitieuze aanpak actief en constructief bijdragen tot een wereldwijde consensus over de maatregelen die na 2010 voor de biodiversiteit moeten worden genomen. Het gaat onder meer over maatregelen die na 2010 een visie moeten kunnen ontwikkelen op het strategisch plan, dat bijvoorbeeld een tijdshorizon kan hebben naar 2020, een visie die een tijdshorizon kan hebben naar 2050, een visie op de secundaire doelstellingen en de belangrijke mijlpalen, gekoppeld aan meetbare indicatoren, en ten slotte een visie op de invoering van passende voorzieningen, voor toezicht, evaluatie en follow-up. De bijeenkomst op hoog niveau van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van twee weken geleden op 22 september in New York was een goede gelegenheid om de internationale gemeenschap op te roepen de kritieke toestand van de biodiversiteit in de hele wereld onder ogen te zien en ook om de noodzaak te benadrukken om de basis van het leven op aarde in het belang van de mensheid en de toekomstige generaties veilig te stellen en op alle niveaus passende initiatieven te nemen. Wat de technische ondersteuning van de minst ontwikkelde landen betreft, meent de Raad dat de uitwerking en de overdracht van beste praktijken en technologieën van wezenlijk belang zijn in de strijd tegen biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en woestijnvorming. Het is belangrijk om tot een gecoördineerd optreden te komen en de middelen op een bevredigende, kosteneffectieve wijze te benutten. Wat de financiering betreft, is de Raad van oordeel dat de instelling van een doeltreffend beleidskader voor na 2010 en de invoering van een nieuw strategisch plan voor biodiversiteit een passende inzet van middelen uit alle mogelijke bronnen zal vergen, zowel publieke als particuliere financiering, waaronder nieuwe financieringsvormen en de financiering van maatregelen in het kader van de bestrijding van de klimaatverandering. Bovendien vindt de Raad dat moet worden overwogen om voor biodiversiteit ook financiële middelen vrij te maken door subsidies die de biodiversiteit schaden, te wijzigen, te schrappen of te heroriënteren. Het integreren van biodiversiteit in de activiteiten van de bedrijfswereld en in ander sectoraal beleid blijft een noodzaak en een prioritaire doelstelling. Reeds in zijn conclusies van 5 december 2006 heeft de Raad er in antwoord op de boodschap van Parijs over biodiversiteit op gewezen dat biodiversiteit en de instandhouding van ecosysteemdiensten moet worden opgenomen in de beleidsdialoog met partnerlanden en partnerregio's. Daarbij moeten zij worden aangespoord om de behoeften verder in kaart te brengen en er bij voorrang aandacht aan te schenken in nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën en -plannen. De Raad blijft ervan overtuigd dat de integratie van ecosysteemdiensten en biodiversiteit in de programma's voor ontwikkelingssamenwerking en financiële steun in aansluiting daarop, de enige weg is om tot duurzame resultaten te komen. Hoewel er een duidelijk verband is tussen het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden enerzijds, en biodiversiteit anderzijds, moet men er rekening mee houden dat dit verdrag is opgesteld in het kader van de Economische commissie voor Europa van de Verenigde Naties. Hoewel dat verdrag openstaat voor toetreding door landen die geen lid zijn van die commissie, zijn onze ontwikkelingspartners op dit ogenblik geen partij bij dit verdrag. Ik dank u voor uw belangstelling en ik kijk uit naar jullie debat, en ik ben ervan overtuigd dat het heel wat nieuwe elementen zal aanreiken."@mt15 "Pani przewodnicząca, szanowni posłowie! Przede wszystkim chciałabym podziękować za możliwość zabrania dzisiaj, w tym miejscu głosu w tak niezwykle ważnej sprawie, jaką jest różnorodność biologiczna. W swoich konkluzjach z 15 marca 2010 r., zatytułowanych „Różnorodność biologiczna: okres po 2010 roku, wizja i cele unijne i globalne oraz międzynarodowy system ABS [dostępu i podziału korzyści]”, Rada zwróciła uwagę, że konieczna jest ochrona różnorodności biologicznej oraz uniknięcie nieodwracalnego zniszczenia ekosystemów i ich funkcji, między innymi w celu zagwarantowania stabilności społecznej i gospodarczej oraz osiągnięcia milenijnych celów rozwoju. Rada przypomniała, że różnorodność biologiczna odgrywa istotną rolę w światowej walce z głodem oraz na rzecz zapewnienia bezpieczeństwa żywnościowego, jak również stanowi znaczący wkład w tworzenie dobrobytu i ograniczanie ubóstwa. W większości krajów rozwijających się istnieje o wiele ściślejsza niż w UE zależność między ochroną ekosystemów z jednej strony, a zatrudnieniem, dochodami i utrzymaniem z drugiej strony. Przygotowując się do dziesiątej sesji Konferencji Stron Konwencji o różnorodności biologicznej UE chce, za pomocą realistycznego i ambitnego podejścia, aktywnie i konstruktywnie włączyć się w globalny konsensus dotyczący środków, jakie należy podjąć po 2010 roku w celu wspierania różnorodności biologicznej. Obejmuje to środki umożliwiające rozwój perspektywy stworzenia planu strategicznego na okres po 2010 roku, który może dotyczyć na przykład okresu do 2020 roku, wizji, która może rozciągać się aż po rok 2050, perspektywy celów podrzędnych i ważnych punktów pośrednich powiązanych z mierzalnymi wskaźnikami, czy wreszcie perspektywy ustanowienia odpowiednich mechanizmów monitorowania, oceny czy dalszych działań. Spotkanie wysokiego szczebla w ramach Zgromadzenia Ogólnego ONZ, które odbyło się dwa tygodnie temu w Nowym Jorku, stanowiło dobrą szansę wezwania społeczności międzynarodowej do uznania krytycznego stanu różnorodności biologicznej na całym świecie, a także podkreślenia potrzeby zabezpieczenia podstaw życia na Ziemi w interesie ludzkości i przyszłych pokoleń, jak również podjęcia właściwych inicjatyw na wszystkich szczeblach. Co się tyczy wsparcia technicznego udzielanego krajom najsłabiej rozwiniętym, Rada uważa, że w walce z utratą różnorodności biologicznej, zmianą klimatu i pustynnieniem kluczową rolę odgrywa rozwój i transfer najlepszych praktyk i technologii. Należy prowadzić skoordynowane działania oraz wykorzystywać zasoby w sposób zadowalający i tani. W zakresie finansowania Rada sądzi, że ustanowienie skutecznych ram polityki po 2010 roku oraz nowego strategicznego planu Konwencji o różnorodności biologicznej będzie wymagało właściwego pozyskania zasobów ze wszystkich możliwych źródeł, obejmujących środki zarówno publiczne, jak i prywatne, a także nowe formy finansowania oraz finansowanie środków przeciwdziałających zmianie klimatu. Rada uważa, że należy ponadto rozważyć możliwość pozyskania środków finansowych na rzecz różnorodności biologicznej poprzez zmianę, likwidację lub przekierowanie dopłat szkodliwych z punktu widzenia różnorodności biologicznej. Koniecznością i priorytetowym celem pozostaje uwzględnienie różnorodności biologicznej w działalności przedsiębiorców i polityce w innych sektorach. Już w konkluzjach z 5 grudnia 2006 r. Rada – w reakcji na paryski komunikat w sprawie różnorodności biologicznej – zwracała uwagę, że w dialogu z krajami i regionami partnerskimi należy uwzględnić różnorodność biologiczną i utrzymanie funkcji ekosystemów. W ramach tego procesu należało zachęcać tych partnerów do dalszego rozpoznawania potrzeb i nadawania im priorytetowego znaczenia w krajowych i regionalnych strategiach i planach rozwojowych. Rada jest w dalszym ciągu przekonana, że włączenie funkcji ekosystemów i różnorodności biologicznej do programów współpracy rozwojowej i związanego z nimi wsparcia finansowego jest jedynym sposobem uzyskania trwałych rezultatów. Nawet pomimo oczywistego związku między konwencją z Århus o dostępie do informacji, udziale społeczeństwa w podejmowaniu decyzji oraz dostępie do sprawiedliwości w sprawach dotyczących środowiska z jednej strony, a różnorodnością biologiczną z drugiej strony, należy wziąć pod uwagę fakt, że przedmiotowa konwencja została przyjęta w ramach Europejskiej Komisji Gospodarczej ONZ (EKG ONZ). Chociaż w konwencji tej dopuszcza się możliwość przystąpienia krajów niebędących członkami EKG ONZ, to nasi partnerzy w ramach polityki rozwojowej nie są obecnie stronami owej konwencji. Chciałabym podziękować państwu za zainteresowanie i z zainteresowaniem oczekuję na państwa debatę, w której – o czym jestem przekonana – pojawi się wiele nowych elementów."@pl16 "Senhora Presidente, Senhoras e Senhores Deputados, em primeiro lugar, gostaria de agradecer por me darem a oportunidade de usar da palavra neste hemiciclo sobre este assunto tão importante, nomeadamente, a biodiversidade. Nas suas conclusões de 15 de Março de 2010 intituladas "Biodiversidade: pós-2010 - Visão da UE e visão mundial, objectivos e regime internacional de acesso e partilha dos benefícios (APB), o Conselho salientou a importância de preservar a biodiversidade e de evitar danos irreparáveis nos ecossistemas e suas funções, sobretudo a fim de assegurar a estabilidade social e económica e de atingir os Objectivos de Desenvolvimento do Milénio. O Conselho lembrou ainda o papel central da biodiversidade na luta contra a fome e a favor da segurança alimentar travada em todo o mundo, bem como o seu contributo essencial para a prosperidade e a redução da pobreza. Na maioria dos países em desenvolvimento, a relação entre a protecção dos ecossistemas, por um lado, e emprego, rendimento e meios de subsistência, por outro, é muito mais estreita do que na UE. Com vista à 10 ª Conferência das Partes na Convenção sobre a Biodiversidade (CDB), a UE pretende contribuir de forma activa e construtiva, através de uma abordagem realista e ambiciosa, para um consenso mundial sobre as medidas a tomar pós 2010 destinadas a promover a biodiversidade. Estas incluem medidas capazes de desenvolver uma perspectiva sobre o plano estratégico pós-2010, que poderá, por exemplo, ter um horizonte temporal até 2020, uma visão que pode ter um horizonte temporal até 2050, uma perspectiva sobre os sub-objectivos e marcos de referência ligados a indicadores mensuráveis, e, por último, uma perspectiva sobre a introdução de facilidades adequadas para a monitorização, avaliação e acompanhamento. A Reunião de Alto Nível da Assembleia Geral das Nações Unidas realizada em Nova Yorque há duas semanas atrás, em 22 de setembro, constitui uma boa oportunidade para exortar a comunidade internacional a reconhecer o estado crítico da biodiversidade em todo o mundo, bem como para sublinhar a necessidade de salvaguardar a base da vida na Terra a bem da humanidade e das gerações futuras e para tomar as iniciativas adequadas a todos os níveis. Com respeito ao apoio técnico aos Países Menos Avançados, o Conselho considera que o desenvolvimento e a transferência de boas práticas e tecnologias é essencial na luta contra a perda de biodiversidade, alterações climáticas e desertificação. É importante desenvolver uma acção coordenada e fazer um uso dos recursos satisfatório e com uma boa relação custo benefício. Quanto ao financiamento, o Conselho considera que o estabelecimento de um verdadeiro quadro político pós-2010 e a introdução de um novo plano estratégico para a CDB exigirão uma mobilização adequada de recursos de todas as fontes possíveis, abrangendo tanto o financiamento público como privado, e incluindo novas formas de financiamento, além do financiamento de medidas destinadas a combater as alterações climáticas. O Conselho é também de opinião de que os meios financeiros a favor da biodiversidade devem ser incrementados através da reforma, eliminação e reafectação das subvenções que lhe sejam prejudiciais. A integração da biodiversidade nas actividades da comunidade empresarial e outras políticas sectoriais continua a ser uma prioridade e um objectivo prioritário. As conclusões do Conselho, já em 5 de Dezembro de 2006, referiram, em resposta à Mensagem de Paris sobre a Biodiversidade, que a biodiversidade e o apoio aos serviços ligados aos ecossistemas deveriam ser incluídos no diálogo político com as regiões e países parceiros. Neste processo, estes parceiros deveriam ser encorajados a identificar as necessidades e a conferir-lhes prioridade nos planos e estratégias de desenvolvimento regionais e nacionais. O Conselho continua convencido de que a integração dos serviços ligados aos ecossistemas e a biodiversidade nos programas de cooperação para o desenvolvimento e subsequente apoio financeiro constitui a única maneira de obter resultados sustentáveis. Ainda que haja uma ligação clara entre a Convenção de Aarhus sobre Acesso à Informação, Participação do Público no Processo de Tomada de Decisão e Acesso à Justiça em Matéria de Ambiente, por um lado, e a biodiversidade, por outro, há que ter em conta que esta convenção foi elaborada no quadro da Comissão Económica das Nações Unidas para a Europa (UNECE). Embora a convenção esteja aberta à adesão de países não-membros da UNECE, os nossos países parceiros em desenvolvimento não são Partes da presente Convenção no momento. Gostaria de agradecer o vosso interesse, e aguardo com expectativa o vosso debate, que estou convencido suscitará novos elementos."@pt17 "Doamnă preşedintă, stimaţi membri, mai întâi de toate, vă mulţumesc pentru ocazia pe care mi-aţi oferit-o de vorbi astăzi aici despre acest subiect foarte important, şi anume biodiversitatea. În concluziile sale din 15 martie numite „Biodiversitatea post-2010 – viziunea și obiectivele la nivelul UE și la nivel mondial și regimul internațional de acces și partajare a obligațiilor”, Consiliul a subliniat că biodiversitatea trebuie păstrată şi că daunele ireversibile provocate ecosistemelor şi funcţiilor lor trebuie evitate, în special pentru a asigura o stabilitate socială şi economică şi pentru a realiza Obiectivele de dezvoltare ale mileniului. Consiliul a reamintit că biodiversitatea joacă un rol central în combaterea globală a foametei şi în asigurarea siguranţei alimentare şi că aceasta aduce şi o contribuţie importantă la crearea prosperităţii şi la reducerea sărăciei. În majoritatea ţărilor în curs de dezvoltare, relaţia dintre protecţia ecosistemelor, pe de o parte, şi ocuparea forţei de muncă, venitul şi mijloacele de subzistenţă, pe de alta, este mult mai strânsă decât în UE. În vederea celei de A zecea reuniuni a Conferinţei părţilor la Convenţia privind diversitatea biologică (CDB), UE vrea să contribuie în mod activ şi constructiv printr-o abordare realistă, ambiţioasă, la un consens global asupra măsurilor care trebuie luate post-2010 pentru a promova biodiversitatea. Acestea includ măsuri capabile să dezvolte o perspectivă asupra planului strategic de după 2010 care ar putea, de exemplu, estima ca termen de finalizare anul 2020, o viziune care ar putea estima ca termen de finalizare chiar şi anul 2050, o perspectivă asupra subobiectivelor şi punctelor de referinţă importante legate de indicatorii măsurabili şi, în sfârşit, o perspectivă privind introducerea de facilităţi corespunzătoare pentru monitorizare, evaluare şi raportare. Reuniunea la nivel înalt a Adunării Generale a Organizaţiei Naţiunilor Unite de la New York care a avut loc în urmă cu două săptămâni, la 22 septembrie, a fost o bună ocazie de a solicita comunităţii internaţionale să recunoască starea critică a biodiversităţii în toată lumea şi, de asemenea, de a accentua nevoia de protejare a vieţii pe pământ în interesul omenirii şi al viitoarelor generaţii şi de a lua iniţiative corespunzătoare la toate nivelurile. În ceea ce priveşte suportul tehnic pentru ţările cel mai puţin dezvoltate, Consiliul consideră că dezvoltarea şi transferul de bune practici şi tehnologii este esenţial pentru combaterea declinului biodiversităţii, a schimbărilor climatice şi a deşertificării. Este importantă luarea de măsuri coordonate şi utilizarea satisfăcătoare şi eficace din punctul de vedere al costurilor a resurselor. În ceea ce priveşte finanţarea, Consiliul este de părere că instituirea unui cadru de politică eficient post-2010 şi introducerea unui nou plan strategic pentru CDB va necesita o mobilizare corespunzătoare de resurse din toate sursele posibile, acoperind finanţarea publică şi cea privată şi incluzând noi forme de finanţare şi finanţarea măsurilor de combatere a schimbărilor climatice. Consiliul este de părere că trebuie luată în considerare şi eliberarea de resurse financiare pentru biodiversitate prin modificarea, eliminarea sau reorientarea subvenţiilor dăunătoare biodiversităţii. Integrarea biodiversităţii în cadrul activităţilor comunităţii de întreprinderi şi în celelalte politici sectoriale rămâne o necesitate şi un obiectiv prioritar. Concluziile Consiliului au subliniat încă din 5 decembrie 2006, ca răspuns la Mesajul de la Paris privind biodiversitatea, că biodiversitatea şi menţinerea serviciilor ecosistemice trebuie să fie incluse în dialogul politic cu ţările şi regiunile partenere. Pe durata procesului, aceşti parteneri au fost încurajaţi să continue identificarea şi prioritizarea nevoilor în strategii şi planuri de dezvoltare naţională şi regională. Consiliul continuă să fie convins de faptul că integrarea serviciilor ecosistemice şi a biodiversităţii în dezvoltarea programelor de cooperare şi suportul financiar ulterior este singura modalitate de a obţine rezultate durabile. Deşi există o legătură clară între Convenţia de la Aarhus privind accesul la informaţie, participarea publicului la luarea deciziilor şi accesul la justiţie în probleme de mediu, pe de o parte, şi biodiversitatea, pe de alta, trebuie ţinut cont de faptul că această convenţie a fost realizată în cadrul Comisiei Economice pentru Europa a Naţiunilor Unite (UNECE). Deşi convenţia este deschisă aderării ţărilor care nu sunt membre ale UNECE, partenerii noştri de dezvoltare nu constituie în prezent părţi la această convenţie. Aş dori să vă mulţumesc pentru interesul arătat şi aştept cu nerăbdare dezbaterea dumneavoastră, care sunt convins că va ridica multe elemente noi."@ro18 "Vážená pani predsedajúca, vážené poslankyne, vážení poslanci, v prvom rade vám ďakujem za to, že ste mi dali príležitosť hovoriť tu dnes o tejto veľmi dôležitej téme, a to konkrétne o biodiverzite. Vo svojich záveroch z 15. marca 2010 s názvom Biodiverzita na obdobie po roku 2010: vízia a ciele na európskej a celosvetovej úrovni a medzinárodný režim prístupu ku genetickým zdrojom a spoločného využívania prínosov (ABS) Rada zdôraznila, že biodiverzita sa má zachovať a má sa predísť nezvratným škodám na ekosystémoch a ich funkciách, aby sme v neposlednom rade zabezpečili sociálnu a hospodársku stabilitu a dosiahli rozvojové ciele tisícročia. Rada pripomenula, že biodiverzita hrá ústrednú úlohu v celosvetovom boji proti hladu a v zaisťovaní potravinovej bezpečnosti a že zároveň kľúčovým spôsobom prispieva k vytváraniu prosperity a znižovaniu chudoby. Vo väčšine rozvojových krajín je vzťah medzi ochranou ekosystémov na jednej strane a zamestnanosťou, príjmami a živobytím na strane druhej oveľa užší ako v EÚ. Vzhľadom na 10. schôdzu konferencie zmluvných strán Dohovoru o biologickej diverzite (CBD) chce EÚ prostredníctvom realistického a ambiciózneho prístupu aktívne a konštruktívne prispieť k celosvetovému konsenzu týkajúcemu sa opatrení, ktoré treba prijať po roku 2010 na podporu biodiverzity. Patria sem opatrenia, ktoré dokážu rozvinúť perspektívu strategického plánu na obdobie po roku 2010, ktorý môže mať napríklad časový horizont do roku 2020, víziu, ktorá môže mať časový horizont do roku 2050, perspektívu čiastkových cieľov a dôležitých medzníkov spojených s merateľnými ukazovateľmi a napokon perspektívu zavedenia primeraných nástrojov monitorovania, posudzovania a následnej kontroly. Zasadnutie Valného zhromaždenia Organizácie Spojených národov na vysokej úrovni, ktoré sa konalo pred dvomi týždňami – 22. septembra – v New Yorku, bolo dobrou príležitosťou vyzvať medzinárodné spoločenstvo, aby uznalo kritický stav biodiverzity na celom svete a aby zároveň zdôraznilo potrebu chrániť základ života na zemi v záujme ľudstva a budúcich generácií a prijalo vhodné iniciatívy na všetkých úrovniach. Pokiaľ ide o technickú podporu najmenej rozvinutých krajín, Rada je presvedčená, že rozvoj a prenos osvedčených postupov a technológií je základným prvkom v boji proti strate biodiverzity, zmene klímy a rozširovaniu púští. Je dôležité dosiahnuť koordinovaný postup a uspokojivo a nákladovo efektívne využívať zdroje. Pokiaľ ide o financovanie, Rada zastáva názor, že vytvorenie účinného politického rámca na obdobie po roku 2010 a zavedenie nového strategického plánu pre CBD si budú vyžadovať primeranú mobilizáciu prostriedkov zo všetkých možných zdrojov pokrývajúcich verejné aj súkromné finančné prostriedky, a to vrátane nových foriem financovania a financovania opatrení na boj proti zmene klímy. Rada zastáva názor, že zvážiť by sa malo aj uvoľnenie finančných prostriedkov na biodiverzitu prostredníctvom pozmenenia, zrušenia alebo presmerovania dotácií, ktoré biodiverzite škodia. Začlenenie biodiverzity do činností podnikateľskej komunity a do ďalších odvetvových politík ostáva nutnosťou a prioritným cieľom. Už 5. decembra 2006 závery Rady zdôraznili – v reakcii na posolstvo konferencie o biodiverzite v Paríži –, že biodiverzita a podpora ekosystémových služieb majú byť zahrnuté do politického dialógu s partnerskými krajinami a regiónmi. V priebehu tohto procesu mali byť spomínaní partneri podporení v tom, aby ďalej určili potreby a urobili z nich priority v rámci vnútroštátnych a regionálnych stratégií a plánov rozvoja. Rada je naďalej presvedčená, že začlenenie ekosystémových služieb a biodiverzity do programov rozvojovej spolupráce a následná finančná podpora predstavujú jediný spôsob, ako dosiahnuť trvalo udržateľné výsledky. Hoci existuje jasné prepojenie medzi Aarhuským dohovorom o prístupe k informáciám, účasti verejnosti na rozhodovacom procese a prístupe k spravodlivosti v otázkach životného prostredia na jednej strane a biodiverzitou na strane druhej, treba vziať do úvahy skutočnosť, že tento dohovor bol vypracovaný v rámci Európskej hospodárskej komisie Organizácie Spojených národov (EHK OSN). Hoci je dohovor otvorený pristúpeniu krajín, ktoré nie sú členmi EHK OSN, naši rozvojoví partneri v súčasnosti nie sú zmluvnými stranami tohto dohovoru. Chcela by som sa vám poďakovať za záujem a teším na vašu rozpravu, o ktorej som presvedčená, že upozorní na mnoho nových prvkov."@sk19 "Gospa predsednica, spoštovani člani, najprej naj se zahvalim, da ste mi dali priložnost, da spregovorim o tej pomembni zadevi, biotski raznovrstnosti. V svojih zaključkih z dne 15. marca 2010 z naslovom „biotska raznovrstnosti po letu 2010 – vizija in cilji na ravni Evropske unije in na svetovni ravni ter mednarodna ureditev dostopa in porazdelitve bremena“, je Svet poudaril, da moramo ohraniti biotsko raznovrstnosti in se izogniti nepopravljivi škodi na ekosistemih in njihovem delovanju, vendar ne samo zaradi tega, da bi zagotovili socialno in gospodarsko stabilnost in uresničili razvojne cilje tisočletja. Svet je izdal opozorilo, da ima biotska raznovrstnost osrednjo vlogo v svetovnem boju proti lakoti in prispeva k zanesljivi preskrbi s hrano in da je ključnega pomena za zagotavljanje blaginje in odpravljanje revščine. V večini držav v razvoju obstaja veliko globlji odnos med varstvom ekosistemov na eni strani in zaposlovanjem, dohodkom in virom dohodka na drugi strani, kot v EU. Ob upoštevanju 10. srečanja konference pogodbenic konvencije o biotski raznovrstnosti, želi EU aktivno in konstruktivno prispevati in sicer z realističnim, ambicioznim pristopom, h globalnemu soglasju glede ukrepov, ki jih je treba izvesti po letu 2010 za spodbujanje biotske raznovrstnosti. To vključuje ukrepe, s katerimi bo mogoče razviti perspektivo o strateškem načrtu po letu 2010, ki bi lahko pokrival časovno obdobje do 2020, vizijo, ki bi lahko pokrivala časovno obdobje do 2050, perspektivo o podciljih in pomembnih mejnikih, povezanih z merljivimi kazalniki, pa tudi perspektivo o uvedbi ustreznih orodij za nadziranje, ocenjevane in spremljanje. Srečanje na visoki ravni Generalne skupščine Združenih narodov v New Yorku pred dvema tednoma, 22. septembra, je bila dobra priložnost za pozivanje mednarodne skupnosti, da se zave kritičnih razmer biotske raznovrstnosti v svetu, pa tudi za poudarjanje potrebe po varovanju osnove življenja na Zemlji v interesu človeštva in prihodnjih generacij, ter za izvajanje ustreznih pobud na vseh ravneh. Glede tehnične podpore za najmanj razvite države Svet meni, da sta v boju proti izgubi biotske raznovrstnosti, podnebnim spremembam in dezertifikaciji ključnega pomena razvoj in prenos najboljših praks in tehnologij. Doseči moramo usklajeno ukrepanje in zagotoviti zadovoljivo, stroškovno učinkovito porabo virov. V zvezi s financiranjem je Svet mnenja, da bo za vzpostavitev učinkovitega okvira politike po letu 2010 in uvedbo novega strateškega načrta za Konvencijo o biološki raznovrstnosti treba mobilizirati vse morebitne vire, ki bodo vključevali tako javna, kot tudi zasebna sredstva, vključno z novimi oblikami financiranja in financiranjem ukrepov za boj proti podnebnim spremembam. Svet je prav tako mnenja, da je treba obravnavati tudi sprostitev finančnih virov za biotsko raznovrstnost s spremembo, odpravo in preusmerjanjem subvencij, ki škodijo biotski raznovrstnosti. Vključitev biotske raznovrstnosti v dejavnosti poslovne javnosti in v druge sektorske politike še vedno predstavlja nujen in prednostni cilj. Zaključki Sveta, nekateri tudi že z datumom 5. december 2006, kot odziv na Sporočilo iz Pariza o biotski raznovrstnosti, izpostavljajo, da moramo biotsko raznovrstnost in ohranjanje ekosistemskih storitev vključiti v politični dialog s partnerskimi državami in regijami. V procesu moramo te partnerice spodbujati, da bi se še dodatno zavedle potreb in jim namenile večji pomen v nacionalnih in regionalnih razvojnih strategijah in načrtih. Svet je še naprej prepričan, da je vključitev ekosistemskih storitev in biotske raznovrstnosti v programe za razvojno sodelovanje in nadaljnjo finančno pomoč edini način za doseganje trajnostnih rezultatov. Čeprav obstaja jasna povezava med Åarhuško konvencijo o dostopu do informacij, udeležbi javnosti pri odločanju in dostopu do pravnega varstva v okoljskih zadevah na eni in biotsko raznovrstnostjo na drugi strani, moramo upoštevati dejstvo, da je bila ta konvencija pripravljena v okviru Gospodarske komisije za Evropo pri Združenih narodih (UNECE). Čeprav lahko k tej konvenciji pristopijo tudi države, ki niso članice UNECE, naši razvojni partnerji trenutno niso podpisniki te konvencije. Rada bi se vam zahvalila za pozornost in veselim se razprave, pri kateri bodo izpostavljeni številni novi vidiki."@sl20 "Fru talman, ärade ledamöter! För det första vill jag tacka er för att ni gav mig möjlighet att tala om det här mycket viktiga ämnet, biologisk mångfald, här i dag. I sina slutsatser från den 15 mars 2010 om ”biologisk mångfald efter 2010 – Vision och mål inom EU och globalt samt internationellt system för tillträde och fördelning av nytta” betonade rådet att den biologiska mångfalden måste bevaras och obotliga skador på ekosystemen och deras funktioner motverkas, inte minst för att trygga social och ekonomisk stabilitet och nå millennieutvecklingsmålen. Rådet påminde om att den biologiska mångfalden har en central funktion i den globala kampen mot hunger och för att skapa livsmedelssäkerhet, och att den starkt bidrar till att skapa välstånd och minska fattigdomen. I de flesta utvecklingsländer finns det ett mycket starkare samband mellan å ena sidan skyddet av ekosystemen och å andra sidan sysselsättning, inkomster och försörjning än i EU. Inför det tionde mötet i partskonferensen för konventionen om biologisk mångfald vill EU bidra aktivt och konstruktivt till en global konsensus om de åtgärder som ska vidtas för att främja biologisk mångfald efter 2010, med hjälp av en realistisk och ambitiös strategi. Det kan till exempel vara åtgärder som gör det möjligt att utforma en vision om den strategiska planen efter 2010 fram till exempelvis 2020, en vision för perioden fram till 2050, en vision om de delmål och viktiga milstolpar som är förknippade med mätbara indikatorer och slutligen en vision om införandet av lämpliga metoder för övervakning, bedömning och uppföljning. Förenta nationernas generalförsamlings högnivåmöte i New York för två veckor sedan, den 22 september, var ett bra tillfälle att uppmana världssamfundet att erkänna att den biologiska mångfalden i världen befinner sig i ett kritiskt skick och att understryka behovet av att trygga grunden till liv på jorden i mänsklighetens och kommande generationers intresse och ta lämpliga initiativ på alla nivåer. När det gäller tekniskt stöd till de minst utvecklade länderna anser rådet att det är viktigt att utveckla och överföra bästa metoder och bästa teknik för att bekämpa förlusten av biologisk mångfald, klimatförändringar och ökenutbredning. Det är viktigt att vidta samordnade åtgärder och använda resurserna på ett tillfredsställande och kostnadseffektivt sätt. När det gäller finansieringen anser rådet att fastställandet av ändamålsenliga politiska ramar för perioden efter 2010 och införandet av en ny strategisk plan för konventionen om biologisk mångfald förutsätter att resurser kan mobiliseras från alla möjliga håll, både offentlig och privat finansiering, med nya finansieringsformer och finansiering av åtgärder för att bekämpa klimatförändringar. Rådets inställning är att vi också bör överväga att frigöra finansiella resurser för biologisk mångfald genom att förändra, avskaffa eller ändra inriktning på subventioner som skadar den biologiska mångfalden. Det är och förblir ett nödvändigt och prioriterat mål att integrera den biologiska mångfalden med näringslivets verksamhet och annan sakpolitik. Rådet framhöll redan i sina slutsatser från den 5 december 2006, som svar på meddelandet från Paris om biologisk mångfald, att biologisk mångfald och bevarade ekosystemtjänster skulle ingå i den politiska dialogen med partnerländer och -regioner. Dessa partner skulle uppmanas att fortsätta att undersöka vilka behov som finns och prioritera dem i sina nationella och regionala utvecklingsstrategier och -planer. Rådet är övertygat om att det enda sättet att nå hållbara resultat är att integrera ekosystemtjänster och biologisk mångfald med planerna för utvecklingssamarbete och det finansiella stödet. Även om det finns en tydlig koppling mellan Århuskonventionen om tillgång till information, allmänhetens deltagande i beslutsprocesser och tillgång till rättslig prövning i miljöfrågor å ena sidan och biologisk mångfald å den andra måste man ta hänsyn till att denna konvention utformades inom ramen för FN:s ekonomiska kommission för Europa (Unece). Länder som inte är medlemmar i Unece kan visserligen ansluta sig till konventionen, men våra utvecklingspartner är för närvarande inte parter till denna konvention. Jag tackar er för ert intresse och ser fram emot er debatt, under vilken säkerligen många nya punkter kommer att tas upp."@sv22
lpv:unclassifiedMetadata	"Fungerend voorzitter van de Raad"15,21 "Joke Schauvliege,"15,3,21 "UNECE"13 "business community"12 "e"8 "follow-up"12 "fungerend voorzitter van de Raad"3
lpv:videoURI	<go to Events_and_structure europarl>6

Named graphs describing this resource:

The resource appears as object in 2 triples

Context graph