Local view for "http://purl.org/linkedpolitics/eu/plenary/2007-04-23-Speech-1-233"

PredicateValue (sorted: default)
rdf:type
dcterms:Date
dcterms:Is Part Of
dcterms:Language
lpv:document identification number
"en.20070423.23.1-233"6
lpv:hasSubsequent
lpv:speaker
lpv:spoken text
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@nl3
lpv:spokenAs
lpv:translated text
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@cs1
"Hr. formand! Jeg tror, det nu er tredje gang, jeg står i Europa-Parlamentet og deltager i forhandlinger om konkurrenceretlige spørgsmål her hen under midnat. Jeg ved ikke, hvad det skyldes, men påfaldende er det. Tydeligvis forbindes emnet i en eller anden forstand med nattens mulm og mørke. Jeg vil som ordfører for udtalelsen fra Retsudvalget gerne fremføre et par bemærkninger. Det grundlæggende spørgsmål er, om borgere og virksomheder, som påføres skade som følge af overtrædelse af kartelretten, har ret til erstatning. Det bør de efter min opfattelse have, og samme holdning indtager Retsudvalget. Vi mener, at de pågældende i sådanne tilfælde bør have ret til erstatning i medlemsstaterne. Medlemsstaterne bør fastlægge en procedure herfor. Hvordan de udformer den, er op til dem. I nogle medlemsstater vil myndighederne først skulle konstatere, at der rent faktisk er tale om en lovovertrædelse. I andre medlemsstater vil proceduren være en anden, men alt vil ske i overensstemmelse med medlemsstaternes procedurer. Spørgsmålet er nemlig også, om EU overhovedet kan pålægge medlemsstaterne sådanne procedurer. Man kan måske overbevise medlemsstaterne om, at de bør indføre procedurer af den art, men noget andet er, om man kan pålægge dem procedurer. Det kan vi have vores tvivl om. Det drejer sig jo i dette tilfælde ikke om kartelret, men om civilret. Civilretten henhører i lighed med strafferetten under medlemsstaternes kompetence, og EU kan ikke gribe ind på dette område. Derfor har vi vores tvivl om, hvilket retsgrundlag man kunne påberåbe sig i forbindelse med sådanne fællesskabsretlige foranstaltninger for at indføre de omhandlede procedurer. Det samme gælder i virkeligheden alle andre spørgsmål og bemærkninger i grønbogen, som vedrører bevisførelse, eksempelvis udpegning af eksperter, eller fælles søgsmål. Det er alt sammen forhold, som henhører under den nationale civilret, og EU kan rent faktisk ikke fastsætte lovbestemmelser herom. Det er Retsudvalgets væsentligste bemærkninger."@da2
". Herr Präsident! Ich glaube, ich spreche jetzt das dritte Mal um Mitternacht in diesem Hause zum Thema Wettbewerbsrecht. Woran das liegt, weiß ich nicht, aber es ist schon bemerkenswert, dass es offenbar in gewissem Sinne als ein Nachtthema betrachtet wird. Als Verfasser der Stellungnahme des Rechtsausschusses möchte ich ein paar Beobachtungen anbringen. Grundlegend stellt sich die Frage, ob Bürgerinnen und Bürger sowie Unternehmen, die aufgrund von Verletzungen des Kartellrechts Schaden erlitten haben, Anspruch auf Schadenersatz haben? Nach meinem und dem Dafürhalten des Rechtsausschuss sollten sie dies. In Fällen dieser Art sollte unserer Meinung nach ein Recht auf Schadenersatz in den Mitgliedstaaten bestehen, die für derartige Verfahren Grundlagen schaffen sollten. Wie sie dies organisieren, bleibt ihnen überlassen. In einigen Mitgliedstaaten muss der Staat erst feststellen, ob eine Rechtsverletzung vorliegt. In anderen Mitgliedsländern funktioniert dies anderes, immer jedoch gemäß den Verfahren der Mitgliedstaaten. Schließlich ergibt sich auch die Frage, ob Brüssel den Mitgliedstaaten überhaupt derartige Vorgangsweisen auferlegen kann. Man kann die Mitgliedstaaten vielleicht durchaus von der Tatsache überzeugen, diese einzuführen. Ob man sie jedoch verbindlich vorschreiben kann, ist unserer Ansicht nach eine andere Geschichte. Schließlich geht es dabei nämlich nicht um Kartellrecht, sondern um bürgerliches Recht, das wie auch das Strafrecht den Mitgliedstaaten vorbehalten ist. In diesen Bereich kann die Europäische Union nicht eingreifen. Darum haben wir auch ernsthafte Zweifel hinsichtlich einer möglichen Rechtsgrundlage, die den europäischen rechtlichen Maßnahmen zugrunde liegen sollte, um derartige Vorgangsweisen einzuführen. Das Gleiche gilt im Prinzip für alle übrigen Fragen und Hinweise im Grünbuch, die sich auf die Beweisführung beziehen, wie beispielsweise die Bestellung von Sachverständigen oder Konzernaktivitäten. Dabei handelt es sich um lauter Beispiele, die in den Bereich des einzelstaatlichen Zivilrechts fallen. Die Europäische Union hat in dieser Hinsicht keine Gesetzgebungsbefugnisse. Dies sind die wichtigsten Beobachtungen des Rechtausschusses."@de9
"Κύριε Πρόεδρε, νομίζω ότι αυτή είναι η τρίτη φορά που απευθύνομαι στο παρόν Κοινοβούλιο σχετικά με το θέμα του δικαίου περί ανταγωνισμού σχεδόν τα μεσάνυχτα. Δεν είμαι βέβαιος ποιος θα μπορούσε να είναι ο λόγος για αυτό, είναι όμως ανεξήγητο ότι θα έπρεπε προφανώς να θεωρείται, κατά μία έννοια, νυχτερινό θέμα. Ως συντάκτης της γνωμοδότησης της Επιτροπής Νομικών Θεμάτων, θα ήθελα να διατυπώσω ορισμένες παρατηρήσεις. Το βασικό ζήτημα είναι εάν οι πολίτες και οι επιχειρήσεις που έχουν υποστεί ζημία ως αποτέλεσμα παραβιάσεων του δικαίου περί καρτέλ δικαιούνται αποζημίωση. Θεωρώ ότι δικαιούνται, και το ίδιο θεωρεί και η Επιτροπή Νομικών Θεμάτων. Πιστεύουμε ότι σε τέτοιες περιπτώσεις, θα έπρεπε να υπάρχει δικαίωμα αποζημίωσης στα κράτη μέλη, τα οποία θα έπρεπε να παρέχουν διαδικασίες αυτού του είδους, αν και ο τρόπος οργάνωσής τους εναπόκειται σε αυτά. Σε ορισμένα κράτη μέλη, η κυβέρνηση θα πρέπει να διαπιστώσει πρώτα ότι διαπράχθηκε παραβίαση. Σε άλλα κράτη μέλη, αυτό θα γίνεται διαφορετικά, όλα όμως σύμφωνα με τις διαδικασίες των κρατών μελών. Σε τελική ανάλυση, υπάρχει επίσης το ζήτημα του κατά πόσον διαδικασίες αυτού του είδους μπορούν να επιβληθούν από τις Βρυξέλλες στα κράτη μέλη ευθύς εξαρχής. Μπορείτε ενδεχομένως να τα πείσετε ότι αυτές πρέπει να θεσπιστούν, αλλά το κατά πόσον μπορούν να επιβληθούν, κατά τη γνώμη μας, είναι εντελώς διαφορετικό θέμα. Αυτό δεν αφορά, εξάλλου, το δίκαιο περί καρτέλ αλλά το αστικό δίκαιο, το οποίο, όπως και το ποινικό δίκαιο, αποτελεί αποκλειστική αρμοδιότητα των κρατών μελών, κάτι στο οποίο δεν μπορεί να παρέμβει η Ευρωπαϊκή Ένωση. Για αυτόν τον λόγο, έχουμε σοβαρές αμφιβολίες ως προς την πιθανή νομική βάση που θα έπρεπε να αποτελεί το θεμέλιο των ευρωπαϊκών νομικών μέτρων για τη θέσπιση διαδικασιών αυτού του είδους. Το ίδιο ισχύει, στην πραγματικότητα, σε όλα τα υπόλοιπα ζητήματα και παρατηρήσεις στο πράσινο βιβλίο που αφορούν την παροχή αποδείξεων, για παράδειγμα την πρόσληψη εμπειρογνωμόνων ή τις ομαδικές δραστηριότητες. Όλα αυτά αποτελούν παραδείγματα τα οποία εμπίπτουν στο πεδίο εφαρμογής του εθνικού αστικού δικαίου, όσον αφορά το οποίο η Ευρωπαϊκή Ένωση δεν μπορεί να θεσπίσει νομοθεσία. Αυτές είναι οι βασικές παρατηρήσεις που διατυπώσαμε στην Επιτροπή Νομικών Θεμάτων."@el10
". Mr President, I think it is now the third time that I am addressing this House on the topic of competition law around midnight. I am not sure what the reason for this could be, but it is uncanny that it should evidently be regarded as, in some sense, a nocturnal topic. As draftsman of the opinion of the Committee on Legal Affairs, I should like to make a few observations. The fundamental question is as to whether citizens and businesses that have sustained damage as a result of infringements of cartel law be entitled to damages I think they should, and so does the Committee on Legal Affairs. We think that in such cases, there should be a right to damages in the Member States, which should provide for procedures of this kind, although how they organise them is up to them. In some Member States, the government will need to establish first that an infringement has taken place. In other Member States, this will be done differently, but everything in accordance with the Member States’ procedures. After all, there is also the question of whether procedures of this kind can be imposed from Brussels on Member States in the first place. You may be able to persuade them that these need to be introduced, but whether they can be imposed is, to our mind, a different matter altogether. This is not, after all, about cartel law, but civil law, which, like criminal law, is a preserve of Member States, something in which the European Union cannot intervene. This is why we have serious doubts as to the possible legal basis that should underlie European legal measures in order to introduce procedures of this kind. The same applies, in fact, to all those other questions and observations in the Green Paper that pertain to the furnishing of proof, for example the hiring of experts or group activities. These are all examples that fall within the scope of national civil law, in respect of which the European Union cannot prescribe any legislation. These are the principal observations that we in the Committee on Legal Affairs have made."@en4
". Señor Presidente, creo que es la tercera vez que me dirijo a esta Cámara casi a medianoche para hablar del tema de la legislación en materia de competencia. No estoy seguro de las razones de ello, pero resulta extraño que sea considerado, de cierta manera, un tema nocturno. En mi calidad de ponente de opinión de la Comisión de Asuntos Jurídicos, me gustaría hacer unas cuantas observaciones. La cuestión fundamental consiste en saber si los ciudadanos y empresas que han sufrido daños como consecuencia de la infracción de la legislación en materia de defensa de la competencia tienen derecho a recibir una indemnización. Yo creo que sí, al igual que la Comisión de Asuntos Jurídicos. Creemos que en tales casos debe existir un derecho a ser indemnizado en los Estados miembros, los cuales deben establecer un procedimiento de este tipo, aunque su organización les compete exclusivamente a ellos. En algunos Estados miembros, la Administración deberá primero demostrar que se ha cometido una infracción. En otros, este procedimiento se llevaría a cabo de forma diferente, pero todo de conformidad con los procedimientos de los Estados miembros. Después de todo, también es necesario determinar si Bruselas puede imponer este tipo de procedimientos a los Estados miembros. Podemos convencerles de que es necesario introducirlos, pero imponerlos es, en nuestra opinión, una cosa completamente distinta. Estamos hablando, después de todo, no de derecho de la competencia, sino de derecho civil, el cual, al igual que el derecho penal, es competencia exclusiva de los Estados miembros y algo en lo que la Unión Europea no puede intervenir. Es por ello por lo que abrigamos serias dudas sobre la posible base jurídica para las medidas legales europeas destinadas a introducir este tipo de procedimientos. Otro tanto sucede, de hecho, con todas las cuestiones y observaciones que figuran en el Libro Verde relativas a la presentación de pruebas, por ejemplo, la contratación de expertos o las actividades de grupos. Todos estos ejemplos entran en el ámbito de aplicación del derecho civil nacional, ámbito en el que la Unión Europea no puede prescribir legislación alguna. Estas son las principales observaciones que hemos hecho en la Comisión de Asuntos Jurídicos."@es21
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@et5
"Arvoisa puhemies, puhun käsittääkseni nyt kolmatta kertaa parlamentille kilpailuoikeudesta keskiyön tunteina. En tiedä tarkkaan, mikä tähän on syynä, mutta on varsin outoa, että sitä pidetään ilmeisesti jossain mielessä yöllisenä aiheena. Haluan esittää muutaman huomautuksen oikeudellisten asioiden valiokunnan lausunnon valmistelijan ominaisuudessani. Olennaisin seikka on se, onko kansalaisilla ja yrityksillä, jotka ovat kärsineet vahinkoa kartellioikeuden rikkomisesta, oikeus vahingonkorvauksiin. Minä ja oikeudellisten asioiden valiokunta katsomme, että tämä oikeus on oltava. Mielestämme näissä tapauksissa jäsenvaltioissa on oltava oikeus vahingonkorvaukseen, ja jäsenvaltioiden on säädettävä siihen liittyvistä menettelyistä, joiden järjestelystä ne voivat kuitenkin itse päättää. Joissakin jäsenvaltioissa valtion on ensiksi todettava, että rikkomus on tapahtunut, kun taas toisissa menettely on erilainen, mutta kaikki tapahtuu jäsenvaltioiden omien menettelyjen mukaisesti. Onhan kuitenkin kyse siitäkin, voidaanko jäsenvaltioita ylipäänsä määrätä Brysselistä käsin ottamaan käyttöön tällaisia menettelyjä. Maat voidaan saada vakuuttuneeksi menettelyjen tärkeydestä, mutta niiden käyttöönotosta määrääminen on mielestämme täysin toinen asia. Kysehän ei kuitenkaan ole kartellioikeudesta vaan siviililainsäädännöstä, joka kuuluu rikoslainsäädännön tavoin jäsenvaltioiden toimivaltaan ja johon EU ei voi puuttua. Siksi suhtaudumme epäillen mahdolliseen oikeusperustaan, johon tällaisten menetelmien käyttöönottamista koskevat EU:n lainsäädäntötoimet voisivat perustua. Sama koskee itse asiassa myös kaikkia muita vihreässä kirjassa esitettyjä kysymyksiä ja huomautuksia, jotka liittyvät näytön esittämiseen, esimerkiksi asiantuntijoiden palkkausta tai ryhmäkanteita. Nämä kaikki kuuluvat kansallisen siviililainsäädännön piiriin, johon EU ei voi puuttua omalla lainsäädännöllään. Nämä olivat oikeudellisten asioiden valiokunnan tärkeimmät huomautukset."@fi7
". Monsieur le Président, je pense que c’est maintenant la troisième fois que je m’adresse à cette Assemblée au sujet du droit de la concurrence aux environs de minuit. Je ne sais pas quelles peuvent en être les raisons, mais je ne m’explique pas pourquoi la concurrence devrait forcément être considérée comme une sorte de sujet nocturne. En tant que rapporteur pour avis de la commission des affaires juridiques, je voudrais formuler quelques observations. La question fondamentale est de savoir si les citoyens et les entreprises qui ont subi des préjudices en raison d’infractions au droit des ententes devraient avoir droit à des dommages et intérêts. Je pense que oui, tout comme la commission des affaires juridiques. Nous pensons que, dans ces cas, il devrait exister un droit d’obtenir des dommages et intérêts dans les États membres, qui devraient prévoir des procédures de ce type, dont l’organisation leur incomberait. Dans certains États membres, le gouvernement devra d’abord établir qu’une infraction a été commise. Dans d’autres États membres, les choses se passeront différemment, mais toujours conformément aux procédures des États membres. Évidemment, il y a également la question de savoir si des procédures de ce type peuvent être imposées par Bruxelles aux États membres. Vous pourriez les persuader qu’il est nécessaire d’instaurer de telles procédures, mais qu’elles soient imposées est, à notre avis, une toute autre histoire. Il ne s’agit après tout pas du droit des ententes, mais du droit civil qui, comme le droit pénal, est l’apanage des États membres, un domaine dans lequel l’Union européenne ne peut intervenir. C’est la raison pour laquelle nous avons de sérieux doutes quant à une possible base juridique sur laquelle reposeraient des mesures juridiques européennes visant à introduire des procédures de ce type. En fait, ce raisonnement est également valable pour toutes les autres questions et observations du livre vert qui touchent à la fourniture de preuves, par exemple la nomination d’experts ou les actions collectives. Ce sont tous des exemples qui entrent dans le champ d’application du droit civil national, à l’égard duquel l’Union européenne ne peut prescrire aucune législation. Voilà les principales observations que nous avons faites au sein de la commission des affaires juridiques."@fr8
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@hu11
". Signor Presidente, credo che questa sia la terza volta che intervengo in Aula sul diritto della concorrenza verso mezzanotte. Non sono sicuro del motivo, ma stento a capire perché questo tema, evidentemente, venga considerato adatto alle discussioni notturne. Nella mia veste di relatore per parere della commissione giuridica, vorrei fare alcune osservazioni. Per quanto riguarda la questione fondamentale, ossia se i cittadini e le imprese che abbiano subito danni in seguito a violazioni della legislazione sui cartelli abbiano diritto al risarcimento, la mia risposta è affermativa, e questa è anche l’opinione della commissione giuridica. In questi casi, crediamo che all’interno degli Stati membri debba esistere il diritto al risarcimento, e debbano quindi essere previste procedure di questo tipo, ma che spetti agli Stati membri organizzarle. In alcuni Stati membri, il governo dovrà dapprima accertare l’infrazione; in altri Stati membri si procederà diversamente, ma comunque ai sensi delle procedure degli Stati membri. Peraltro, si pone comunque il problema dell’opportunità che procedure simili possano essere imposte da Bruxelles agli Stati membri. Si può cercare di convincerli della necessità di introdurle, ma il fatto che esse possano essere imposte, a nostro avviso, è una questione del tutto diversa. Non si tratta, dopo tutto, di diritto sui cartelli di imprese, ma di diritto civile che, come il diritto penale, è un diritto esclusivo degli Stati membri, un’area in cui l’Unione europea non può intervenire. Per questo motivo ci sembra poco probabile che eventuali misure giuridiche europee dispongano di una base giuridica adeguata per introdurre simili procedure. Lo stesso vale, in realtà, per tutte le altre questioni e osservazioni contenute nel Libro verde che attengono all’onere della prova, per esempio la nomina di esperti o attività di gruppo. Sono tutti esempi che rientrano nell’ambito del diritto civile nazionale, in merito al quale l’Unione europea non può prescrivere alcuna legislazione. Queste sono le principali osservazioni fatte dai membri della commissione giuridica."@it12
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@lt14
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@lv13
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@mt15
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@pl16
"Senhor Presidente, creio ser esta a terceira vez que me dirijo a esta Assembleia sobre o tema do direito de concorrência cerca da meia-noite. Não tenho a certeza de qual possa ser o motivo, mas é estranho que o tema seja, evidentemente, considerado, de certo modo, um tema nocturno. Na qualidade de relator de parecer da Comissão dos Assuntos Jurídicos, gostaria de fazer algumas observações. A questão fundamental é saber se os cidadãos e empresas que sofrem danos persistentes em consequência de violações da lei anti-cartel têm direito a indemnizações. Pessoalmente, acho que têm, como também acha a Comissão dos Assuntos Jurídicos. Pensamos que, em tais casos, devia haver um direito a indemnizações nos Estados-Membros, que deviam providenciar procedimentos deste género, muito embora lhes caiba a eles decidir o modo de o fazerem. Em alguns Estados-Membros, o governo terá de começar por estabelecer se, de facto, teve lugar qualquer violação. Em outros Estados-Membros, isto será feito de modo diferente, mas tudo de acordo com os procedimentos dos Estados-Membros. No fim de contas, há, em primeiro lugar, também a questão de se saber se Bruxelas pode impor aos Estados-Membros procedimentos deste tipo. O senhor pode ser capaz de os persuadir da necessidade de introduzir esses procedimentos, mas se é ou não possível impô-los é, em nossa opinião, uma questão absolutamente diferente. Isto não é, no fim de contas, uma questão de Direito no domínio dos cartéis, mas sim de direito civil, que, tal como o direito penal, é uma coutada dos Estados-Membros, algo em que a União Europeia não pode intervir. Esse o motivo por que temos sérias dúvidas quanto à possível base jurídica que devia estar subjacente às medidas jurídicas europeias tendentes a introduzir procedimentos deste tipo. O mesmo se aplica, de facto, a todas as outras questões e observações contidas no Livro Verde respeitantes ao fornecimento de provas, como, por exemplo, à contratação de peritos ou a actividades de grupo, tudo exemplos abrangidos pelo âmbito do direito civil, a respeito do qual a União Europeia não pode prescrever qualquer legislação. Estas são as principais observações que fizemos na Comissão dos Assuntos Jurídicos."@pt17
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@ro18
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@sk19
"Voorzitter, het is nu denk ik de derde keer dat ik hier sta in dit Parlement en dat we hier rond middernacht over het mededingingsrecht staan te debatteren. Ik weet niet waar het aan ligt, maar het is wel zeer opmerkelijk. Kennelijk wordt dit als een soort nachtonderwerp beschouwd. Voorzitter, ik wilde als rapporteur van de juridische commissie een paar opmerkingen maken. De principiële vraag is: moeten burgers en bedrijven die schade lijden ten gevolge van overtredingen van het kartelrecht, recht hebben op schadevergoeding? Ja, ook de juridische commissie is het daar volledig mee eens. Wij vinden dat in dat soort gevallen er een recht op schadevergoeding moet zijn in de lidstaten. De lidstaten dienen te voorzien in een dergelijke procedure. Hoe ze die inrichten is aan hen. In sommige lidstaten zal eerst vastgesteld moeten worden dat er inderdaad sprake is van een overtreding, dat wordt dan door de overheid gedaan. In andere lidstaten werkt dat anders, maar alles volgens de procedures van de lidstaten. De vraag is namelijk ook: kun je überhaupt vanuit Brussel dergelijke procedures opleggen aan de lidstaten? Je kunt ze wel overtuigen van het feit dat ze ze moeten invoeren, maar of je ze kunt opleggen, daar hebben wij onze ernstige twijfels over. Het gaat hier immers niet over kartelrecht, het gaat hier over burgerlijk recht. Het burgerlijk recht is net zoals het strafrecht voorbehouden aan de lidstaten. Daar kan de Europese Unie niet in interveniëren. We hebben daarom ook ernstige twijfels over een mogelijke rechtsgrond die ten grondslag zou moeten liggen aan Europese wettelijke maatregelen om dergelijke procedures in te voeren. Hetzelfde geldt in feite voor al die andere vragen en opmerkingen in het groenboek die betrekking hebben op de bewijsvoering, bijvoorbeeld het inhuren van experts, de groepsacties, dat zijn allemaal dingen die behoren tot het nationale civiele recht en de Europese Unie kan daar in feite geen wetgeving over vaststellen. Dat zijn de belangrijkste kanttekeningen die wij als juridische commissie gemaakt hebben."@sl20
". Herr talman! Jag tror att det är tredje gången som jag talar om konkurrenslagstiftning här i kammaren när klockan är omkring midnatt. Jag är inte säker vad detta kan bero på, men det är häpnadsväckande att det uppenbarligen, på något vis, tycks betraktas som ett nattligt samtalsämne. Jag vill göra några iakttagelser som föredragande för yttrandet från utskottet för rättsliga frågor. Den grundläggande frågan gäller om medborgare och företag som har lidit skada i samband med brott mot EG:s antitrustregler ska ha rätt till skadestånd. Jag anser att de bör ha det och utskottet för rättsliga frågor anser detsamma. Vi anser att det i sådana fall bör finnas en rätt till skadestånd i medlemsstaterna och att det ska finnas förfaranden för att tillvarata sådana rättigheter, men att det är upp till medlemsstaterna hur de organiserar dem. I vissa medlemsstater krävs det att myndigheterna först konstaterar att ett regelbrott har ägt rum. I andra medlemsstater kommer detta att lösas på annat sätt, men alltid i enlighet med medlemsstaternas förfaranden. Detta handlar även om huruvida Bryssel överhuvudtaget kan tvinga medlemsstaterna att införa sådana här förfaranden. Det är möjligt att det går att övertala dem om att de bör införas men det är en helt annan fråga om det är möjligt att tvinga dem. Detta handlar trots allt inte om antitrustregler utan om det civilrättsliga området, som precis som straffrätten tillhör medlemsstaternas befogenheter, och som EU inte kan ingripa i. Det är anledningen till att vi hyser allvarliga tvivel om den rättsliga grund som skulle kunna motivera rättsliga åtgärder på gemenskapsnivå för att införa förfaranden av denna art. Detsamma gäller faktiskt alla andra frågor och iakttagelser i grönboken som handlar om att ta fram bevis, till exempel att anlita experter eller grupptalan. Allt detta är exempel som omfattas av nationell civilrätt, där EU inte kan föreskriva någon lagstiftning. Detta är de viktigaste iakttagelser som vi har gjort i utskottet för rättsliga frågor."@sv22
lpv:unclassifiedMetadata
"Bert Doorn (PPE-DE ),"18,5,20,15,1,19,14,16,11,3,13
"Rapporteur voor advies JURI"18,5,20,15,1,19,14,16,11,13
"Rapporteur voor advies namens de Commissie juridische zaken"3

Named graphs describing this resource:

1http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Czech.ttl.gz
2http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Danish.ttl.gz
3http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Dutch.ttl.gz
4http://purl.org/linkedpolitics/rdf/English.ttl.gz
5http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Estonian.ttl.gz
6http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Events_and_structure.ttl.gz
7http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Finnish.ttl.gz
8http://purl.org/linkedpolitics/rdf/French.ttl.gz
9http://purl.org/linkedpolitics/rdf/German.ttl.gz
10http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Greek.ttl.gz
11http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Hungarian.ttl.gz
12http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Italian.ttl.gz
13http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Latvian.ttl.gz
14http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Lithuanian.ttl.gz
15http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Maltese.ttl.gz
16http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Polish.ttl.gz
17http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Portuguese.ttl.gz
18http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Romanian.ttl.gz
19http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Slovak.ttl.gz
20http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Slovenian.ttl.gz
21http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Spanish.ttl.gz
22http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Swedish.ttl.gz
23http://purl.org/linkedpolitics/rdf/spokenAs.ttl.gz

The resource appears as object in 2 triples

Context graph