Local view for "http://purl.org/linkedpolitics/eu/plenary/2003-02-11-Speech-2-023"

PredicateValue (sorted: default)
rdf:type
dcterms:Date
dcterms:Is Part Of
dcterms:Language
lpv:document identification number
"en.20030211.1.2-023"4
lpv:hasSubsequent
lpv:speaker
lpv:spoken text
"Het vrij verkeer van personen waar wij het hier over hebben is één van de kernprincipes van de Europese Unie en het is wonderbaarlijk dat wij daar nog steeds allerlei meningsverschillen over hebben. De huidige arbeidsmarkt en de mogelijkheden om te studeren en van je pensioen te genieten in een ander land dan waar je vandaan komt, vragen in Europa om flexibele regels. Niemand dient daarin onnodig te worden gehinderd. Toch lijkt het erop dat de Commissie een belangrijke groep burgers wil uitsluiten van dit recht. Namelijk die burgers die hun familieleden willen meenemen naar een ander land maar ongehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan dat in dat andere land niet wordt erkend. Een Franse vrouw bijvoorbeeld die een geregistreerd partnerschap heeft gesloten mag de man of vrouw van haar dromen niet meenemen naar Italië omdat dat land geen geregistreerd partnerschap kent. Mijnheer Pirker noemt dat een kleinigheid, voor mij lijkt het een ramp. Maar ook twee mannen of twee vrouwen die in Nederland en ook in België zijn getrouwd mogen niet samen naar Griekenland wanneer één van hen daar zijn werk gaat doen. Het zal je maar overkomen! In het voorstel van de Commissie mogen alleen gezinsleden mee naar een ander land die hetzij echtgenoten van tegengesteld geslacht zijn of niet gehuwde partners zijn, indien het gastland deze paren gelijkstelt aan gehuwde partners. Deze benadering leidt echter tot discriminatie op basis van nationaliteit, iets dat al lang geleden verboden is verklaard in de Europese Unie. Dit is een wonderbaarlijke aangelegenheid die wij moeten repareren. Daarom heb ik met een aantal collegae amendementen ingediend die ook in de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken aanvaard zijn, om het systeem van wederzijdse erkenning in te voeren op dit terrein. Dit systeem zorgt ervoor dat alle mogelijke relatievormen door de lidstaten over en weer worden erkend. Het huwelijk, het geregistreerde partnerschap, en ook het partnerschap en dat ongeacht hun samenstelling, dus ongeacht het geslacht . Het gaat ons overigens niet alleen om paren van gelijk geslacht; ook een groeiende groep mannen en vrouwen kiest ervoor niet te trouwen en wil liever samenwonen maar zonder alle rechten te verliezen. Er zijn gelukkig reeds acht lidstaten die dat mogelijk maken voor hun burgers. Maar deze keuzevrijheid moet niet verloren gaan op het moment dat die burgers de grens oversteken. Daarom ben ik blij dat een overgrote meerderheid in dit Parlement de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op dit terrein lijkt te ondersteunen. Dat is een grote stap vooruit en een teken aan de wand met het oog op de komende discussies met de Raad. Maar waarom wil mijn fractie dan toch vasthouden aan die zinsnede "ongeacht het geslacht" ? De reden daarvoor is dat onze vrienden in de PPE tot nu toe onduidelijkheid hebben laten bestaan over de vraag of zij inderdaad bereid zijn dat beginsel van wederzijdse erkenning toe te passen over de volle breedte, dus inclusief relaties, huwelijksrelaties en niet-huwelijksrelaties tussen personen van hetzelfde geslacht uit die landen waar dat wettelijk mogelijk is. Voor ons is halve gelijkheid geen gelijkheid. Gezien deze twijfel kan het voorlopig geen kwaad om de rechten van homoseksuele mannen en vrouwen wat extra aan te zetten. In dat opzicht kan ik alleen datgene wat Michael Cashman heeft gezegd onderschrijven en ik hoop dan ook dat onze PPE-vrienden in de volgende fase van dit wetgevingstraject deze kou uit de lucht kunnen nemen."@nl2
lpv:spokenAs
lpv:translated text
"Den frie bevægelighed for personer, som vi her taler om, er et af kerneprincipperne i EU, og det er mærkeligt, at vi stadig har alle mulige meningsforskelle herom. Det nuværende arbejdsmarked og mulighederne for at studere og for at nyde sin pension i et andet land end det, man kommer fra, kræver fleksible regler i Europa. Ingen bør hindres unødigt deri. Alligevel ser det ud til, at Kommissionen vil udelukke en betydelig gruppe borgere fra denne rettighed. Nemlig de borgere, som vil tage deres familiemedlemmer med til et andet land, men som ikke er gift, og som har indgået et registreret partnerskab, som ikke er anerkendt i det andet land. En fransk kvinde f.eks., som har indgået et registreret partnerskab, må ikke tage sin drømmemand eller drømmekvinde med til Italien, fordi dette land ikke kender til registreret partnerskab. Hr. Pirker kalder det en mindre detalje. For mig forekommer det at være en katastrofe. Men heller ikke to mænd eller to kvinder, som er gift i Nederlandene eller i Belgien, har lov til sammen at flytte til Grækenland, hvis en af dem får job der. Forestil Dem, hvordan det føles. I henhold til Kommissionens forslag kan familiemedlemmer kun få lov at flytte med til et andet land, hvis de er ægtefæller af modsat køn eller ugifte partnere, hvis værtslandet sidestiller disse par med gifte partnere. Denne holdning fører imidlertid til diskriminering på grundlag af nationalitet, hvilket for længst er forbudt i EU. Det er en mærkværdig sag, som vi må finde en løsning på. Derfor har jeg sammen med en række kolleger stillet ændringsforslag, som også er vedtaget i Udvalget om Borgernes Friheder og Rettigheder og Retlige og Indre Anliggender, for at indføre systemet med gensidig anerkendelse på dette område. Dette system sikrer, at alle mulige former for forhold anerkendes gensidigt af medlemsstaterne. Ægteskabet, det registrerede partnerskab og også de facto-partnerskabet, uanset dets sammensætning, altså uanset køn. For øvrigt taler vi ikke kun om par af samme køn. Et voksende antal mænd og kvinder foretrækker ikke at gifte sig og vil hellere bo sammen, men uden at miste alle rettigheder. Der er heldigvis allerede otte medlemsstater, som gør dette muligt for deres borgere. Men denne valgfrihed må borgerne ikke miste i det øjeblik, de flytter over grænsen. Derfor er jeg glad for, at et overvældende flertal i Parlamentet tilsyneladende støtter anvendelsen af princippet om gensidig anerkendelse på dette område. Det er et stort fremskridt, og det lover godt for de kommende diskussioner i Rådet. Men hvorfor vil min gruppe så alligevel holde fast ved udtrykket "uanset køn"? Grunden hertil er, at vores venner i PPE-DE-Gruppen hidtil ikke har kunnet blive enige om, hvorvidt de virkelig er rede til at anvende dette princip med gensidig anerkendelse over hele linjen, altså inklusive forhold, hvad enten der er indgået ægteskab eller ej, mellem personer af samme køn fra de lande, hvor det er juridisk tilladt. For os er halv lighed ingen lighed. I betragtning af denne tvivl er det foreløbig ingen skade til at støtte homofile mænds og kvinders rettigheder ekstra. I den henseende kan jeg kun støtte det, som Michael Cashman sagde, og jeg håber derfor, at vores venner i PPE-DE-Gruppen kan løse dette problem i næste fase af lovgivningsforløbet."@da1
"Die Freizügigkeit von Personen, die hier zur Diskussion steht, gilt als eines der Grundprinzipien der Europäischen Union, und es ist sonderbar, dass unsere Meinungen dort noch immer ziemlich auseinander gehen. Der gegenwärtige Arbeitsmarkt und die Möglichkeiten, in einem anderen als dem Heimatland ein Studium aufzunehmen oder seine Rente zu genießen, erfordern in Europa ein flexibles Regelwerk. Niemandem dürfen dabei unnötige Hindernisse in den Weg gelegt werden. Dennoch hat es den Anschein, als wolle die Kommission eine wichtige Gruppe von Bürgern von diesem Recht ausnehmen. Nämlich jene, die ihre Familienangehörigen in ein anderes Land mitnehmen wollen, aber nicht verheiratet oder eine eingetragene Partnerschaft eingegangen sind, die jenes Land nicht anerkennt. Eine Französin beispielsweise, die in einer eingetragenen Partnerschaft lebt, darf den Mann oder die Frau ihrer Träume nicht nach Italien mitnehmen, weil in diesem Land eine eingetragene Partnerschaft nicht existiert. Herr Pirker nennt dies eine Kleinigkeit, ich halte es für eine Katastrophe. Selbst zwei Männer oder zwei Frauen, die in den Niederlanden oder auch in Belgien verheiratet sind, dürfen nicht zusammen nach Griechenland ziehen, wenn einer der Ehegatten dort arbeitet. Stellen Sie sich vor, was das für ein Gefühl ist! Dem Kommissionsvorschlag zufolge dürfen lediglich Familienangehörige in ein anderes Land mitgehen, die entweder Ehegatten in einer heterosexuellen Ehe oder nicht verheiratete Partner sind, wenn das Gastland diese Paare mit verheirateten Partnern gleichstellt. Dieser Ansatz bewirkt jedoch Diskriminierung aufgrund der Staatsangehörigkeit, die in der Europäischen Union schon seit langer Zeit verboten ist. Diese eigentümliche Angelegenheit müssen wir in Ordnung bringen. Deshalb habe ich mit einigen Kolleginnen und Kollegen Änderungsanträge eingebracht, die auch im Ausschuss für die Freiheiten und Rechte der Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten gebilligt worden sind und auf die Einführung des Systems der gegenseitigen Anerkennung auf diesem Gebiet abzielen. Dieses System stellt sicher, dass alle möglichen Formen der Beziehungen von den Mitgliedstaaten gegenseitig anerkannt werden. Die Ehe, die eingetragene Partnerschaft sowie die De-facto-Partnerschaft, ungeachtet ihrer Zusammensetzung, mit anderen Worten ungeachtet des Geschlechts, „ “. Im Übrigen geht es uns nicht nur um gleichgeschlechtliche Paare; auch eine wachsende Gruppe von Männern und Frauen entscheidet sich, lieber ohne Trauschein zusammen zu leben, ohne jedoch sämtlicher Rechte verlustig zu gehen. Erfreulicherweise räumen bereits acht Mitgliedstaaten ihren Bürgern diese Möglichkeit ein. Diese Entscheidungsfreiheit darf in dem Augenblick jedoch nicht verloren gehen, wenn diese Bürger die Grenze passieren. Deshalb freue ich mich, dass der weitaus größte Teil dieses Parlaments offensichtlich die Anwendung des Prinzips der gegenseitigen Anerkennung auf diesem Gebiet unterstützt. Das ist ein großer Schritt nach vorn und verheißt Gutes mit Blick auf die anstehenden Diskussionen mit dem Rat. Aber weshalb will meine Fraktion dann dennoch an dem Passus „ “ festhalten? Der Grund dafür ist der, dass unsere Freunde in der PPE-Fraktion uns bislang in der Frage im Unklaren gelassen haben, ob sie tatsächlich willens sind, das Prinzip der gegenseitigen Anerkennung in vollem Umfang anzuwenden, also einschließlich Beziehungen, eheliche und nichteheliche Beziehungen zwischen gleichgeschlechtlichen Personen aus Ländern, in denen dies rechtlich zulässig ist. Unserer Ansicht nach bedeutet halbe Gleichheit keinerlei Gleichheit. In Anbetracht dieses Zweifels schadet es fürs Erste nichts, die Rechte homosexueller Männer und Frauen ein wenig zusätzlich zu stärken. In dieser Hinsicht kann ich mich nur den Ausführungen von Michael Cashman anschließen und hoffen, dass auch unsere Freunde in der PPE-Fraktion in der nächsten Phase dieser Stufe des Gesetzgebungsverfahrens ihre Trümpfe auf den Tisch legen können."@de7
"Η ελεύθερη κυκλοφορία των προσώπων, για την οποία συζητάμε σήμερα, αποτελεί μια από τις βασικές αρχές της Ευρωπαϊκής Ένωσης και είναι περίεργο το γεγονός ότι εξακολουθούν να υπάρχουν μεταξύ μας κάθε είδους διαφωνίες σχετικά με το θέμα αυτό. Η σημερινή αγορά εργασίας και οι ευκαιρίες για σπουδές, ή για να απολαύσει κανείς τη ζωή μετά τη συνταξιοδότηση σε κάποια ξένη χώρα, καθιστούν αναγκαίο να διαθέτει η Ευρώπη ευέλικτους κανόνες, οι οποίοι δεν θα παρεμποδίζουν κανέναν χωρίς λόγο. Ωστόσο, φαίνεται πως η Επιτροπή επιδιώκει να στερήσει αυτό το δικαίωμα από έναν σημαντικό αριθμό πολιτών, δηλαδή από εκείνους τους πολίτες οι οποίοι επιθυμούν να έχουν μαζί τους τις οικογένειές τους σε κάποια ξένη χώρα, αλλά είναι άγαμοι ή διατηρούν ληξιαρχικώς καταχωρημένες σχέσεις οι οποίες δεν αναγνωρίζονται από τη χώρα υποδοχής. Για παράδειγμα, μια Γαλλίδα η οποία διατηρεί ληξιαρχικώς καταχωρημένη σχέση δεν μπορεί να πάρει μαζί της στην Ιταλία τον σύντροφο ή τη σύντροφο των ονείρων της, γιατί στη χώρα αυτή δεν υπάρχουν ληξιαρχικώς καταχωρημένες σχέσεις. Ο κ. Pirker δηλώνει ότι πρόκειται για ασήμαντη λεπτομέρεια· σε εμένα φαίνεται καταστροφή. Ακόμα και δύο άνδρες ή δύο γυναίκες που έχουν παντρευτεί στις Κάτω Χώρες ή το Βέλγιο δεν μπορούν να πάνε μαζί στην Ελλάδα, προκειμένου ο ένας από τους δύο να εργασθεί εκεί. Φανταστείτε πώς νοιώθουν αυτοί οι άνθρωποι. Σύμφωνα με την πρόταση της Επιτροπής, τα μέλη της οικογένειας μπορούν να συνοδεύσουν πολίτες σε κάποια άλλη χώρα μόνο, εάν είναι ετερόφυλοι σύζυγοι ή εάν είναι σύντροφοι και η χώρα υποδοχής εξισώνει τα ζευγάρια αυτά με τα έγγαμα ζευγάρια. Ωστόσο, αυτή η προσέγγιση έχει ως αποτέλεσμα να γίνονται διακρίσεις βάσει εθνικότητας, κάτι που έχει απαγορευθεί στην Ευρωπαϊκή Ένωση εδώ και πολύ καιρό. Πρόκειται για ιδιόρρυθμο θέμα, το οποίο πρέπει να επιλύσουμε. Επομένως, μαζί με ορισμένους συναδέλφους βουλευτές, κατέθεσα τροπολογίες για την καθιέρωση του συστήματος αμοιβαίας αναγνώρισης και σε αυτόν τον τομέα, οι οποίες έγιναν δεκτές από την Επιτροπή Ελευθεριών και Δικαιωμάτων των Πολιτών, Δικαιοσύνης και Εσωτερικών Υποθέσεων. Το σύστημα αυτό διασφαλίζει ότι όλες οι δυνατές μορφές σχέσης αναγνωρίζονται αμοιβαία από τα κράτη μέλη, δηλαδή ο γάμος, η ληξιαρχικώς καταχωρημένη σχέση και επίσης η de facto σχέση – ανεξάρτητα από τη σύνθεσή τους, με άλλα λόγια ανεξάρτητα από το φύλο. Παρεμπιπτόντως, δεν αναφερόμαστε μόνο σε ζευγάρια στις περιπτώσεις των οποίων οι σύντροφοι ανήκουν στο ίδιο φύλο· όλο και περισσότεροι άνδρες και γυναίκες επιλέγουν να μην παντρεύονται και προτιμούν να συμβιώνουν, χωρίς, ωστόσο, να στερούνται τα δικαιώματά τους. Ευτυχώς, υπάρχουν ήδη οκτώ κράτη μέλη τα οποία παρέχουν στους πολίτες τους αυτήν τη δυνατότητα. Ωστόσο, αυτή η ελευθερία επιλογής δεν πρέπει να χάνεται, όταν οι πολίτες αυτοί περνούν τα σύνορα. Επομένως, είμαι ευτυχής που η τεράστια πλειοψηφία των βουλευτών του Κοινοβουλίου φαίνεται πως στηρίζει την εφαρμογή της αρχής της αμοιβαίας αναγνώρισης και σε αυτόν τον τομέα. Πρόκειται για ένα σημαντικό βήμα, το οποίο αποτελεί θετικό οιωνό για τις επικείμενες συζητήσεις με το Συμβούλιο. Επομένως, εφόσον έτσι έχουν τα πράγματα, γιατί επιθυμεί η Ομάδα μου να διατηρηθεί η φράση “ανεξαρτήτως φύλου”; Ο λόγος είναι ότι οι φίλοι μας της Ομάδας του Ευρωπαϊκού Λαϊκού Κόμματος δεν έχουν μπορέσει να συμφωνήσουν εάν επιθυμούν πραγματικά την εφαρμογή της αρχής της αμοιβαίας αναγνώρισης σε όλο το φάσμα των σχέσεων, συμπεριλαμβανομένων των σχέσεων εντός και εκτός γάμου μεταξύ ατόμων του ιδίου φύλου προερχομένων από χώρες όπου οι σχέσεις αυτές επιτρέπονται από τον νόμο. Για εμάς, η μερική ισότητα δεν συνιστά καθόλου ισότητα. Με αυτήν την επιφύλαξη, δεν βλάπτει στο μεταξύ να προωθήσουμε περαιτέρω τα δικαιώματα των ομοφυλόφιλων ανδρών και γυναικών. Στο πλαίσιο αυτό, μπορώ απλώς να υπογραμμίσω τις παρατηρήσεις του κ. Cashman και ελπίζω, επομένως, ότι οι φίλοι μας της Ομάδας του Ευρωπαϊκού Λαϊκού Κόμματος θα μπορέσουν να απαλλαγούν από τις επιφυλάξεις τους στην επόμενη φάση αυτού του σταδίου της νομοθετικής διαδικασίας."@el8
"The free movement of persons that we are discussing here is one of the core principles of the European Union, and it is odd that we are still having all manner of differences of opinion about it. The present labour market and the opportunities for study and enjoying your retirement in a country other than the one you come from call for Europe to have flexible rules. They should not hinder anyone unnecessarily. It nevertheless looks as if the Commission wants to exclude a significant group of citizens from this right, namely those citizens who want to take their families with them to another country but who are unmarried or in a registered partnership that is not recognised in the other country. For example, a French woman who is in a registered partnership cannot take the man or woman of her dreams with her to Italy because there is no such thing as a registered partnership there. Mr Pirker says that is a minor detail; to me it looks like a disaster. Even two men or two women who were married in the Netherlands or in Belgium cannot go to Greece together if one of them is going to work there. Imagine what it must feel like. In the Commission’s proposal, family members can only accompany people going to another country if they are spouses in a heterosexual marriage or if they are unmarried partners and the host country equates these couples with married partners. This approach, however, results in discrimination on the basis of nationality, something that was prohibited in the European Union a long time ago. It is an odd matter that we have to fix. A number of fellow MEPs and myself have therefore submitted amendments to introduce the system of mutual recognition in this area, and these have also been accepted in the Committee on Citizens' Freedoms and Rights, Justice and Home Affairs. This system ensures that all possible forms of relationship are mutually recognised by the Member States. Marriage, the registered partnership and also the de facto partnership – irrespective of their composition, in other words, irrespective of sex. Incidentally, we are not only talking about same-sex couples; a growing number of men and women choose not to marry and prefer to cohabit but without losing all their rights. Fortunately there are already eight Member States who enable their citizens to do so. This freedom of choice must not, however, be lost when these citizens cross the border. I am therefore pleased that the vast majority of this Parliament appears to support the application of the principle of mutual recognition in this area. This is a big step forward and augurs well for the coming discussions with the Council. So if that is the case, why does my group want to retain the phrase ‘irrespective of sex’? The reason for this is that our friends in the Group of the European People's Party have not been able to agree whether they are indeed willing to apply this principle of mutual recognition across the board, in other words including relationships, marriage relationships and non-marriage relationships between persons of the same sex from those countries where they are legally permitted. To us, partial equality is no equality at all. Given this doubt, there can be no harm in promoting the rights of homosexual men and women a little more in the meantime. In that respect I can only underline what Mr Cashman said, and I therefore hope that our friends in the Group of the European People's Party will be able to take the chill out of the air in the next phase of this stage in the legislation."@en3
"La libre circulación de personas sobre la que estamos debatiendo aquí es uno de los principios esenciales de la Unión Europea, y es extraño que todavía tengamos todo tipo de diferencias de opinión acerca de este punto. El mercado de trabajo actual y las oportunidades de estudiar y disfrutar de la jubilación en un país distinto del propio exigen que Europa posea normas flexibles. No deberían suponer un obstáculo para nadie por motivos injustificados. Sin embargo, parece como si la Comisión quisiera excluir a un grupo significativo de ciudadanos del disfrute de este derecho, que son los ciudadanos que quieren trasladarse a otro país con sus familias, pero que o no están casados o están inscritos como parejas pero esta inscripción no está reconocida en el país de acogida. Por ejemplo, una mujer francesa que sea miembro de una pareja inscrita no puede llevarse al hombre o a la mujer de sus sueños a Italia porque allí no existe la figura de la pareja inscrita. El Sr. Pirker opina que esto es un detalle menor; a mí me parece un desastre. Incluso dos hombres o dos mujeres que se casaran en los Países Bajos o en Bélgica no podrían ir a Grecia juntos si uno de los dos fuera allí a trabajar. Imagínense cómo deben sentirse esas personas. En la propuesta de la Comisión, los miembros de la familia únicamente pueden acompañar a las personas que se desplazan a otro país si son cónyuges de un matrimonio heterosexual o si son parejas de hecho y el país de acogida equipara estas parejas a los matrimonios. No obstante, este enfoque da pie a la discriminación por motivos de nacionalidad, algo que se prohibió en la Unión Europea hace mucho tiempo. Lo que tenemos que arreglar es un asunto extraño. Por lo tanto, varios colegas diputados y yo hemos presentado enmiendas para introducir el sistema de reconocimiento mutuo en este ámbito, y estas enmiendas también han sido aceptadas en la Comisión de Libertades y Derechos de los Ciudadanos, Justicia y Asuntos Interiores. Este sistema asegura el reconocimiento mutuo de cualquier forma de relación por parte de los Estados miembros. El matrimonio, las parejas inscritas y también las parejas de hecho, independientemente de su composición, o dicho de otra forma, independientemente de su sexo. Resulta que no sólo estamos hablando de parejas del mismo sexo; un número cada vez más alto de hombres y mujeres deciden no casarse y prefieren cohabitar pero sin perder todos sus derechos. Afortunadamente, ya hay ocho Estados miembros que permiten a sus ciudadanos hacerlo. Sin embargo, esta libertad de elección no debe perderse cuando estos ciudadanos crucen la frontera. Por ello, me complace que la gran mayoría de este Parlamento parezca apoyar la aplicación del principio de reconocimiento mutuo en este ámbito. Éste es un gran paso adelante y supone un buen augurio para las próximas discusiones con el Consejo. Entonces, si esa es la cuestión, ¿por qué mi Grupo quiere mantener la frase «independientemente del sexo»? La razón es que nuestros amigos del Grupo del Partido Popular Europeo no han podido ponerse de acuerdo sobre si en realidad quieren aplicar este principio de reconocimiento mutuo con carácter general, o dicho de otro modo, incluyendo relaciones matrimoniales y no matrimoniales entre personas del mismo sexo de países en los que están permitidas legalmente. Para nosotros, la igualdad parcial no es en absoluto igualdad. Planteada esta duda, no puede haber ningún mal en promover algo más los derechos de los hombres y mujeres homosexuales mientras tanto. A ese respecto, sólo puedo subrayar lo que ha dicho el Sr. Cashman, y por ello espero que nuestros amigos del Grupo del Partido Popular Europeo puedan calentar un poco el ambiente en la próxima etapa de esta fase legislativa."@es12
"Keskustelumme aiheena oleva henkilöiden vapaa liikkuvuus kuuluu Euroopan unionin perusperiaatteisiin, ja onkin kummallista, että meillä on edelleen siitä näin paljon näkemyseroja. Nykyiset työmarkkinat, opiskelumahdollisuudet tai mahdollisuus eläkepäivien viettämiseen toisessa jäsenvaltiossa vaativat Euroopalta joustavia sääntöjä. Säännöillä ei pitäisi turhaan estää ketään. Näyttää kuitenkin siltä, että komissio haluaa evätä tämän oikeuden tärkeältä kansalaisryhmältä eli henkilöiltä, jotka haluavat ottaa perheensä mukaansa toiseen valtioon, mutta jotka eivät ole naimisissa tai elävät rekisteröidyssä parisuhteessa, jota vastaanottava jäsenvaltio ei tunnusta. Esimerkiksi ranskalainen naishenkilö ei voi ottaa mukaansa elämänsä miestä tai naista Italiaan, koska siellä ei tunnusteta rekisteröityä parisuhdetta. Parlamentin jäsenen Pirkerin mielestä tämä on vain mitätön yksityiskohta, mutta minusta se on katastrofi. Kaksi miestä tai naista, jotka ovat solmineet avioliiton Alankomaissa tai Belgiassa, eivät edes voi muuttaa yhdessä Kreikkaan toisen mennessä sinne töihin. Kuvitelkaa, miltä se mahtaa tuntua. Komission ehdotuksen mukaan perheenjäsenet voivat seurata toisiaan toiseen valtioon vain, jos he ovat solmineet heteroseksuaalisen avioliiton tai avoliiton siinä tapauksessa, että vastaanottava jäsenvaltio rinnastaa avoparit aviopareihin. Tällainen lähestymistapa johtaa kuitenkin kansalaisuuteen perustuvaan syrjintään, joka kiellettiin Euroopan unionissa jo kauan sitten. Tämä ristiriitainen tilanne meidän on korjattava. Minä ja monet muut parlamentin jäsenet olemmekin tehneet tarkistuksia, joissa ehdotetaan vastavuoroisen tunnustamisen periaatteen soveltamista. Myös kansalaisvapauksien ja -oikeuksien sekä oikeus- ja sisäasioiden valiokunta hyväksyi tarkistukset. Periaatteella varmistetaan, että jäsenvaltiot tunnustavat kaikki mahdolliset parisuhteen muodot, niin avioliiton, rekisteröidyn parisuhteen kuin avoliitonkin, niiden rakenteesta, toisin sanoen sukupuolesta riippumatta. Emme tarkoita pelkästään samaa sukupuolta olevia pareja. Yhä useammat miehet ja naiset eivät valitse avioliittoa, vaan haluavat asua yhdessä menettämättä kaikkia oikeuksiaan. Onneksi jo kahdeksan jäsenvaltiota antaa kansalaistensa toimia näin. Valinnanvapautta ei kuitenkaan saa menettää, kun kansalaiset ylittävät valtion rajan. Olenkin tyytyväinen, että parlamentin jäsenten suuri enemmistö näyttää kannattavan vastavuoroisen tunnustamisen periaatteen soveltamista. Tämä on suuri edistysaskel ja hyvä alku neuvoston kanssa käytäville keskusteluille. Jos näin on, miksi ryhmäni sitten haluaa poistaa lausekkeen "sukupuolesta riippumatta"? Syynä on, etteivät kollegamme PPE-ryhmässä eivät ole saaneet päätettyä, kannattavatko he vastavuoroisen tunnustamisen periaatetta kaikissa tapauksissa eli parisuhteissa, avioliitoissa ja avoliitoissa samaa sukupuolta olevien välillä, jos pari on kotoisin valtiosta, jonka laissa ne hyväksytään. Mielestämme osittainen tasa-arvo ei ole mitään tasa-arvoa. Epävarmuustilanteessa ei voi olla mitään haittaa siitä, että puhutaan hiukan enemmän homoseksuaalisten miesten ja naisten oikeuksien puolesta. Voin ainoastaan korostaa, mitä jäsen Cashman sanoi, ja toivonkin, että PPE-ryhmän kollegamme lämpenevät aiheelle lainsäädäntöprosessin seuraavassa vaiheessa."@fi5
"La libre circulation des personnes, dont nous débattons, est l’un des principes fondateurs de l’Union européenne et il est surprenant que nous ayons encore tant de divergences de vues à ce propos. Le marché du travail actuel et les possibilités d’étudier et de jouir de sa retraite dans un pays qui n’est pas celui d’origine exigent des règles flexibles en Europe. Nul ne doit se voir obligé de surmonter des obstacles inutiles. Il semble pourtant que la Commission désire priver un groupe non négligeable de citoyens de ce droit, à savoir, ces citoyens désireux d’emmener avec eux les membres de leur famille dans un autre pays mais qui ne sont pas mariés ou qui ont conclu un partenariat enregistré qui n’est pas reconnu dans le pays en question. Une femme française, par exemple, ayant conclu un partenariat enregistré avec l’homme ou la femme de ses rêves, ne peut pas l’emmener en Italie parce que ce pays ne connaît pas le partenariat enregistré. M. Pirker peut parler d’une vétille, mais moi je trouve cela catastrophique. De même, deux hommes ou deux femmes s’étant mariés aux Pays-Bas ou en Belgique ne peuvent partir ensemble en Grèce si l’un d’entre eux ou l’une d’entre elles y décroche un travail. Imaginez ce que cela doit faire. Aux termes de la proposition de la Commission, seuls peuvent accompagner leur partenaire dans un autre pays soit les époux de sexe opposé soit des partenaires non mariés, pour autant que le pays d’accueil place ces couples sur un plan d’égalité avec les couples mariés. Cette approche donne pourtant lieu à une discrimination sur la base de la nationalité, un phénomène déclaré hors-la-loi dans l’Union européenne depuis déjà bien longtemps. Il s’agit d’un problème étonnant que nous devons régler. C’est la raison pour laquelle, avec plusieurs de mes collègues, nous avons introduit des amendements, adoptés par la commission des libertés et des droits des citoyens, de la justice et des affaires intérieures, afin d’introduire dans ce domaine le système de la reconnaissance mutuelle. Ce système fait en sorte que toutes les formes possibles de relations soient reconnues mutuellement par les États membres. Qu’il s’agisse du mariage, du partenariat enregistré, mais aussi du partenariat de facto, et cela quelle que soit la composition du couple, quel que soit le sexe . Nous ne préoccupons pas que des couples de même sexe ; un nombre croissant d’hommes et de femmes choisissent de ne pas se marier et préfère cohabiter mais sans pour autant perdre leurs droits. Heureusement, huit États membres le leur permettent déjà. Cette liberté ne doit pourtant pas être perdue à partir du moment où ces citoyens franchissent la frontière. C’est pourquoi je me réjouis que l’écrasante majorité de ce Parlement semble appuyer l’application du principe de la reconnaissance mutuelle en cette matière. C’est un grand pas en avant et cela ne présage rien de bon si l’on pense aux prochaines discussions avec le Conseil. Mais pourquoi mon groupe veut-il s’accrocher ainsi envers et contre tout à ce petit bout de phrase "quel que soit le sexe" ? La raison en est que nos amis du PPE ont laissé jusqu’à présent subsister l’incertitude quant à leur volonté d’appliquer ce principe de la reconnaissance mutuelle dans son sens le plus large, c’est-à-dire en incluant les relations, les relations conjugales, les relations non conjugales entre personnes du même sexe dans les pays où la législation l’autorise. Pour nous, la semi-égalité n’est pas l’égalité. Étant donné ce doute, il ne peut pas faire de mal, pour l’heure, de soutenir encore un peu plus les droits des hommes et des femmes homosexuels. Dans ce contexte, je ne puis que souscrire aux propos de Michael Cashman et espérer qu’au cours de la phase suivante du parcours législatif nos amis du PPE parviendront à écarter ce danger."@fr6
"La libertà di circolazione delle persone di cui stiamo discutendo qui è uno dei principi cardine dell’Unione europea, ed è bizzarro che tra di noi vi siano ancora tante idee differenti a tale proposito. L’attuale mercato del lavoro e le possibilità di studiare o di godersi l’età della pensione in un paese diverso da quello d’origine richiedono una normativa europea flessibile che non dovrebbe ostacolare inutilmente nessuno. Ciononostante pare che la Commissione voglia negare questo diritto a un nutrito gruppo di cittadini, cioè a quei cittadini che vogliono portare con sé in un altro paese le loro famiglie ma che non sono sposati o vivono in un partenariato registrato è non riconosciuto in quel paese. Per fare un esempio, una donna francese che ha un partenariato registrato non può portare l’uomo o la donna dei suoi sogni con sé in Italia, perché là non esiste il partenariato registrato. L’onorevole Pirker afferma che si tratterebbe di un dettaglio marginale; a me pare invece un disastro. Addirittura, due uomini o due donne sposatisi nei Paesi Bassi o in Belgio non possono trasferirsi in Grecia insieme se uno di loro vuole lavorare in quel paese. Vi lascio immaginare come si devono sentire. Nella proposta della Commissione, i familiari possono accompagnare le persone che si trasferiscono in un altro paese soltanto se sono coniugi in un matrimonio eterosessuale o se sono non sposati e il paese ospite prevede l’equiparazione di queste coppie con quelle sposate. Questa impostazione porta tuttavia a discriminazioni in base alla cittadinanza, che nell’Unione europea sono state vietate già molto tempo fa. E’ un caso ben strano che dobbiamo risolvere. Alcuni colleghi parlamentari europei ed io abbiamo pertanto proposto emendamenti tesi a introdurre il sistema del riconoscimento reciproco in quest’ambito, che sono anche stati accolti dalla commissione per le libertà e i diritti dei cittadini, la giustizia e gli affari interni. Detto sistema garantisce il mutuo riconoscimento da parte degli Stati membri di tutte le forme possibili di relazione, ossia il matrimonio, il partenariato registrato e anche il partenariato di fatto, a prescindere dalla loro composizione – in altre parole, a prescindere dal sesso. Vorrei far notare per inciso che non stiamo parlando solo di coppie omosessuali; un numero crescente di uomini e donne scelgono di non sposarsi e preferiscono coabitare senza perdere tutti i loro diritti. Fortunatamente ci sono già otto Stati membri che consentono ai loro cittadini di farlo. Questa libertà di scelta non deve andare persa quando questi cittadini varcano la frontiera. Per questo motivo mi compiaccio che la grande maggioranza di questo Parlamento sembra appoggiare l’applicazione del principio del mutuo riconoscimento in quest’ambito. Ciò rappresenta un grande passo avanti ed è di buon auspicio per la discussione che ci sarà con il Consiglio. Se le cose stanno quindi in questo modo, perché il mio gruppo vuole mantenere l’espressione “a prescindere dal sesso”? Il motivo è che i nostri amici del gruppo del Partito popolare europeo non sono stati capaci di mettersi d’accordo se sono effettivamente disposti ad applicare questo principio del mutuo riconoscimento in modo coerente, ovvero anche alle relazioni, siano esse matrimoniali o non matrimoniali, tra persone del medesimo sesso, tra persone di paesi in cui queste sono consentite dalla legge. Per noi un’uguaglianza parziale non è uguaglianza. Dato questo dubbio, non ci può essere nulla di male se nel frattempo promuoviamo un po’ di più i diritti di uomini e donne omosessuali. A tale proposito posso solo sottolineare quanto detto dall’onorevole Cashman, e spero pertanto che i nostri amici del gruppo del Partito popolare europeo siano in grado di rasserenare il clima nella prossima fase di questo stadio della legislazione."@it9
"The free movement of persons that we are discussing here is one of the core principles of the European Union, and it is odd that we are still having all manner of differences of opinion about it. The present labour market and the opportunities for study and enjoying your retirement in a country other than the one you come from call for Europe to have flexible rules. They should not hinder anyone unnecessarily. It nevertheless looks as if the Commission wants to exclude a significant group of citizens from this right, namely those citizens who want to take their families with them to another country but who are unmarried or in a registered partnership that is not recognised in the other country. For example, a French woman who is in a registered partnership cannot take the man or woman of her dreams with her to Italy because there is no such thing as a registered partnership there. Mr Pirker says that is a minor detail; to me it looks like a disaster. Even two men or two women who were married in the Netherlands or in Belgium cannot go to Greece together if one of them is going to work there. Imagine what it must feel like. In the Commission’s proposal, family members can only accompany people going to another country if they are spouses in a heterosexual marriage or if they are unmarried partners and the host country equates these couples with married partners. This approach, however, results in discrimination on the basis of nationality, something that was prohibited in the European Union a long time ago. It is an odd matter that we have to fix. A number of fellow MEPs and myself have therefore submitted amendments to introduce the system of mutual recognition in this area, and these have also been accepted in the Committee on Citizens' Freedoms and Rights, Justice and Home Affairs. This system ensures that all possible forms of relationship are mutually recognised by the Member States. Marriage, the registered partnership and also the de facto partnership – irrespective of their composition, in other words, irrespective of sex. Incidentally, we are not only talking about same-sex couples; a growing number of men and women choose not to marry and prefer to cohabit but without losing all their rights. Fortunately there are already eight Member States who enable their citizens to do so. This freedom of choice must not, however, be lost when these citizens cross the border. I am therefore pleased that the vast majority of this Parliament appears to support the application of the principle of mutual recognition in this area. This is a big step forward and augurs well for the coming discussions with the Council. So if that is the case, why does my group want to retain the phrase ‘irrespective of sex’? The reason for this is that our friends in the Group of the European People's Party have not been able to agree whether they are indeed willing to apply this principle of mutual recognition across the board, in other words including relationships, marriage relationships and non-marriage relationships between persons of the same sex from those countries where they are legally permitted. To us, partial equality is no equality at all. Given this doubt, there can be no harm in promoting the rights of homosexual men and women a little more in the meantime. In that respect I can only underline what Mr Cashman said, and I therefore hope that our friends in the Group of the European People's Party will be able to take the chill out of the air in the next phase of this stage in the legislation."@lv10
"A livre circulação de pessoas que aqui discutimos é um dos princípios essenciais da União Europeia, e é realmente singular o facto de ainda termos todo o tipo de diferenças de opinião quanto a essa matéria. O mercado de trabalho actual e as possibilidades de estudar e de gozar a nossa reforma noutro país que não o país origem, exigem que a Europa tenha regras flexíveis. Elas não podem impedir desnecessariamente ninguém de exercer tais direitos. No entanto, a Comissão parece querer excluir um importante grupo de cidadãos desse direito, designadamente aqueles que querem levar consigo os membros da sua família para outro país, mas que são solteiros ou têm uma união registada que não é reconhecida nesse outro Estado. Por exemplo, um cidadã francesa que vive em união registada não pode levar consigo para Itália o homem ou a mulher dos seus sonhos, uma vez que esse país não reconhece essa forma de união. O senhor deputado Pirker diz que isso não passa de um pormenor sem importância mas, pessoalmente, isso afigura-se-me uma catástrofe. Até mesmo dois homens ou duas mulheres que sejam oficialmente casados nos Países Baixos ou na Bélgica não podem ir juntos para a Grécia no caso um deles ir trabalhar. Imagine o sentimento que isso pode provocar! Na proposta da Comissão, as pessoas só podem fazer-se acompanhar dos membros da sua família para outro país se os mesmos forem seus cônjuges num casamento heterossexual ou parceiros solteiros, e se o país de acolhimento equiparar estes casais a parceiros casados. Esta abordagem conduz, porém, a uma discriminação em razão de nacionalidade, algo que já foi proibido há muito na União Europeia. Trata-se de uma situação perversa que temos de reparar. Esse o motivo porque um grupo de colegas, incluindo eu própria, apresentou alterações visando a introdução de um sistema de reconhecimento mútuo neste domínio, que foram também apoiadas na Comissão das Liberdades e dos Direitos dos Cidadãos, da Justiça e dos Assuntos Internos. Este sistema garante que todas e quaisquer formas de relação sejam reconhecidas mutuamente pelos Estados-Membros. O casamento, a união registada e também a união de facto – independentemente da sua composição, ou seja, independentemente do sexo. Aliás, não falamos apenas de casais do mesmo sexo; há um número crescente de mulheres e de homens opta por não casar e prefere viver maritalmente, sem perder, contudo, todos os seus direitos. Felizmente, já há oito Estados-Membros que tornam possível que os seus cidadãos o façam. Porém, essa liberdade de escolha não pode perder-se quando esses cidadãos atravessam a fronteira. Por isso mesmo, alegra-me o facto de a esmagadora maioria deste Parlamento parecer apoiar a aplicação do princípio do reconhecimento mútuo neste domínio. Isso representa um grande passo em frente, constituindo também um bom presságio para os próximos debates com o Conselho. Mas, sendo assim, por que razão insiste o meu grupo em manter a frase “independentemente do sexo”? A razão disso é que os nossos amigos do Grupo do Partido Popular Europeu não conseguiram ainda tomar uma decisão sobre se estão efectivamente dispostos a aplicar na íntegra esse princípio do reconhecimento mútuo, isto é, incluindo as relações, uniões matrimoniais e não matrimoniais entre parceiros do mesmo sexo, nacionais de países onde essas relações são reconhecidas por lei. Para nós, igualdade parcial não é igualdade em absoluto. Atendendo a essa dúvida, não haverá entretanto qualquer problema em alargar um pouco mais os direitos dos homens e das mulheres homossexuais. Neste contexto, posso apenas realçar aquilo que o senhor deputado Michael Cashman disse, e espero, portanto, que os nossos amigos do Grupo do Partido Popular Europeu possam eliminar esta incerteza na próxima etapa deste trajecto legislativo."@pt11
"Den fria rörligheten för människor som vi diskuterar här är en av Europeiska unionens nyckelprinciper, och det är förunderligt att det fortfarande finns alla möjliga meningsskiljaktigheter om detta. Den nuvarande arbetsmarknaden och möjligheterna till att studera och att åtnjuta sin pension i ett annat land än det man kommer ifrån kräver flexibla bestämmelser i Europa. Ingen behöver hindras i onödan i fråga om detta. Ändå verkar det som om kommissionen vill utesluta en viktig medborgargrupp från denna rättighet. Nämligen de medborgare som vill ta med sig sin familj till ett annat land, men som inte är gifta eller som har ingått ett registrerat partnerskap som inte är giltigt i detta andra land. En fransk kvinna som har ingått ett registrerat partnerskap får exempelvis inte ta med sin drömman eller drömkvinna till Italien, eftersom registrerat partnerskap inte existerar i det landet. Pirker kallade detta en småsak, jag ser det som en katastrof. Men två män eller två kvinnor som är gifta i Nederländerna och också i Belgien får inte heller åka tillsammans till Grekland när den ena av dem skall arbeta där. Föreställ er det! I kommissionens förslag får endast den familjemedlem följa med till ett annat land som endera är maka/make till motsatt kön eller ogift partner, om den mottagande medlemsstaten jämställer dessa par med partner som ingått äktenskap. Detta förhållningssätt leder emellertid till diskriminering på grundval av nationalitet, något som sedan länge har varit förbjudet i Europeiska unionen. Detta är en förunderlig angelägenhet som vi måste reparera. Därför har jag tillsammans med ett antal kolleger lagt fram ändringsförslag, som också har godtagits i utskottet för medborgerliga fri- och rättigheter samt rättsliga och inrikes frågor, om att införa systemet med ömsesidigt erkännande. Detta system garanterar att alla möjliga former av relationer erkänns i båda riktningarna i alla medlemsstater. Äktenskapet, det registrerade partnerskapet och även de facto-partnerskapet, och det oavsett sammansättning, alltså oavsett kön . Det handlar för övrigt inte enbart om par av samma kön; en växande grupp män och kvinnor väljer också att inte gifta sig och vill hellre vara sambor, men utan att förlora alla rättigheter. Åtta medlemsstater ger lyckligtvis redan sina medborgare denna möjlighet. Men den här valfriheten får inte gå förlorad i samma ögonblick som medborgarna träder över gränsen. Därför gläder jag mig åt att en övervägande majoritet i detta parlament verkar stödja tillämpningen av principen om ömsesidigt erkännande på det här området. Det är ett stort framsteg och ett förebud med tanke på de kommande diskussionerna med rådet. Men varför vill min grupp ändå hålla fast vid formuleringen ”oavsett kön”? Orsaken till detta är att våra vänner i PPE-DE hittills inte har varit tydliga vad gäller frågan om man verkligen är beredd att tillämpa principen om ömsesidigt erkännande till fullo, alltså inklusive relationer, äktenskapliga relationer och icke äktenskapliga relationer mellan personer av samma kön från de länder där det finns lagstadgad möjlighet till detta. För oss är halv jämlikhet ingen jämlikhet. Med tanke på detta tvivel kan det för ögonblicket inte skada att hjälpa fram homosexuella mäns och kvinnors rättigheter lite extra. I det avseendet kan jag bara skriva under på det som Michael Cashman sade, och jag hoppas därför att våra vänner i PPE-DE kan undanröja dessa svårigheter under nästa etapp av lagstiftningsförslaget."@sv13
lpv:unclassifiedMetadata
"irrespective of sex"7
"”irrespective of sex”"13

Named graphs describing this resource:

1http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Danish.ttl.gz
2http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Dutch.ttl.gz
3http://purl.org/linkedpolitics/rdf/English.ttl.gz
4http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Events_and_structure.ttl.gz
5http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Finnish.ttl.gz
6http://purl.org/linkedpolitics/rdf/French.ttl.gz
7http://purl.org/linkedpolitics/rdf/German.ttl.gz
8http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Greek.ttl.gz
9http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Italian.ttl.gz
10http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Latvian.ttl.gz
11http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Portuguese.ttl.gz
12http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Spanish.ttl.gz
13http://purl.org/linkedpolitics/rdf/Swedish.ttl.gz
14http://purl.org/linkedpolitics/rdf/spokenAs.ttl.gz

The resource appears as object in 2 triples

Context graph