Local view for "http://purl.org/linkedpolitics/eu/plenary/2002-12-04-Speech-3-045"
| Predicate | Value (sorted: default) |
|---|---|
| rdf:type | |
| dcterms:Date | |
| dcterms:Is Part Of | |
| dcterms:Language | |
| lpv:document identification number |
"en.20021204.3.3-045"4
|
| lpv:hasSubsequent | |
| lpv:speaker | |
| lpv:spoken text |
"Mijnheer de Voorzitter, voor de Nederlandse vertaling, mijn naam is Van Velzen. Ik zou u willen zeggen dat het een historische situatie is waar we op het ogenblik in verkeren. We zijn namelijk in de laatste fase bezig van de onderhandelingen en ik denk dat het pakket dat door het Deense voorzitterschap wordt voorbereid, bestaande uit een paar hoofdcomponenten, iets rondom de landbouw, iets met name rondom nucleaire veiligheid en grenscontroles, dat dat natuurlijk een pakket is dat zeker ook onze burgers in de Europese Unie zal aanspreken.
Voorzitter, ik moet gewoon constateren dat als je naar het Commissierapport kijkt, dat er nog ontzettend veel zaken geregeld moeten worden door de lidstaten die willen gaan toetreden. Ik denk ook dat we in Kopenhagen op dat punt ook een beetje het accent zouden moeten leggen zodat onze burgers weten dat in het komende anderhalf jaar door de nieuwe toetredende lidstaten er nog ontzettend veel zal worden gedaan. Ik denk dan ook dat op dat punt, een zorgpunt dat bij ons leeft, dat dat ook wat meer aandacht zou mogen krijgen en dat is namelijk ook de pluriformiteit van de media in Midden- en Oost-Europa.
We weten allemaal vanuit het verleden hoe er toch laten we zeggen vanuit de oude nomenclatura middelen zijn opzij gezet, mogelijkheden zijn gecreëerd om eigen media in stand te houden en ik denk dat we ook op dat punt de Commissie nadrukkelijk zouden mogen vragen wat meer aandacht te hebben voor de werkelijke, niet die op papier, maar voor de feitelijke pluriformiteit van de media in landen van Midden- en Oost-Europa.
Voorzitter, ik denk ook dat wij de uitbreiding niet moeten vermengen met het debat over Turkije. Als wij dat nu op dit moment gaan doen, dan heeft collega Poettering er al op gewezen dat wij natuurlijk onze eigen wetten en regels niet respecteren. Wie, en ik was wat dat betreft blij ook met de interventie van commissaris Verheugen, naar de feiten kijkt en naar het Commissierapport kijkt, moet gewoon constateren dat Turkije enerzijds veel vooruitgang heeft geboekt, maar anderzijds op dit moment volledig niet voldoet aan de criteria van Kopenhagen. Daarom zitten we eigenlijk in een soort virtueel debat en dan gaan we ook nog rare dingen doen.
. Nou, als je dat aan burgers kan uitleggen in de Europese Unie, dan bent u een grote held. Dus ik zou echt zeggen, laten we nou afstappen van het curieuze debat. We hebben te maken met het feit dat Turkije ook moet voldoen aan de criteria van Kopenhagen, daar voldoet het op dit moment niet aan, dus ik denk ook dat we daar niet uren aan moeten gaan besteden. Laat staan dat lidstaten nu al data moeten gaan noemen die op dit moment niet gebaseerd zijn op feiten.
Voorzitter, met betrekking tot de landbouw. Wat voor mij nog voortdurend een rol speelt, zijn de geweldige verschillen die er zijn tussen de nieuwe toetredende landen. Vergelijk de landbouw in Polen met de landbouw in Tsjechië, met de landbouw in Hongarije. Zouden we niet toch veel meer, kijk ook naar het Deens voorzitterschap, onze energie moeten gebruiken om het pakket nog wat meer toegespitst te maken?
Boeren in Polen met minder dan anderhalve hectare, dat is toch vooral een sociaal probleem dat we ook in Polen moeten oplossen en daar kan misschien de Europese Unie een belangrijke rol bij spelen. De boeren tot laten we zeggen acht, negen, tien hectare, die zullen toch vooral geholpen moeten worden met programma's die te maken hebben met
. Dat is toch wat anders dan hele discussies over quota etc, wat vooral voor de veel grotere landbouwgebieden geldt in Polen. Dus ik zou ook willen vragen daar wat meer naar te kijken en het zou toch buitengewoon triest zijn als Polen en de Poolse regering niet tot een
zouden kunnen komen juist omdat wij niet in staat zouden zijn om een wat meer
programma aan te bieden en vooral ook om de Poolse regering een ietwat meer
programma voor hun eigen boeren te laten ontwikkelen. Dus laten we toch op dit punt enige vorm van creativiteit tot stand brengen.
Voorzitter, met betrekking tot de nieuwe lidstaten, natuurlijk is iedereen het erover eens dat we moeten komen tot een systeem dat er geen nettobetalers kunnen zijn. Maar laten we dan ook kijken hoe we de
wat sneller kunnen laten lopen opdat deze lidstaten niet in grote problemen terecht gaan komen.
Voorzitter, ik rond af met te zeggen: we hebben in Kopenhagen een enorme grote kans, laten we die gebruiken."@nl2
|
| lpv:spokenAs | |
| lpv:translated text |
"Hr. formand, til tolkene, mit navn udtales van Velzen. Jeg vil gerne sige, at det er en historisk situation, vi i øjeblikket befinder os i. Vi er nemlig i gang med sidste fase af forhandlingerne, og jeg synes, at den pakke, som det danske formandskab forbereder, og som består af et par hovedelementer om landbruget, nuklear sikkerhed og grænsekontrol, naturligvis er en pakke, som absolut også vil tiltale vores borgere i EU.
Jeg må simpelthen ud fra kommissionsrapporten konstatere, at de lande, der vil tiltræde EU, stadig skal træffe overordentlig mange foranstaltninger. Jeg synes også, at vi udtrykkeligt bør nævne dette i København, således at vores borgere ved, at der er overordentlig meget, de nye tiltrædende lande i det kommende halvandet år skal gøre. Et andet punkt, som vi er bekymrede over, bør der også lægges større vægt på, nemlig mediernes pluralisme i Central- og Østeuropa.
Fortiden har vist os alle, at der, lad os sige, fra de gamle magthaveres side er afsat midler til og skabt muligheder for at opretholde deres egne medier. Jeg tror, at vi også på dette punkt udtrykkeligt kan bede Kommissionen om at være noget mere opmærksom på mediernes virkelige, ikke teoretiske, men faktiske pluralisme i central- og østeuropæiske lande.
Jeg synes heller ikke, at vi skal blande udvidelsen sammen med debatten om Tyrkiet. Hvis vi gør det på nuværende tidspunkt, overholder vi naturligvis ikke vores egne love og regler, hvilket hr. Poettering gjorde opmærksom på. Den, som ser på kendsgerningerne og på kommissionsrapporten, og jeg var, hvad det angår, glad for kommissær Verheugens indlæg, må simpelthen konstatere, at selv om Tyrkiet har gjort store fremskridt, opfylder landet stadig ikke Københavnskriterierne. Derfor befinder vi os egentlig i en slags virtuel debat, og så gør vi tilmed mærkelige ting. Vi vil gerne nævne en dato bare for at nævne en. Hvis De kan forklare borgerne i EU dette, er De meget heldig. Jeg vil derfor opfordre til, at vi nu holder op med den mærkelige debat. Vi har at gøre med den kendsgerning, at Tyrkiet også skal opfylde Københavnskriterierne, og det gør det ikke i øjeblikket, så jeg synes heller ikke, at vi skal bruge timer på det. For slet ikke at tale om, at medlemsstaterne allerede nu skal nævne tidspunkter, som i øjeblikket ikke er baseret på kendsgerninger.
Hvad angår landbruget, spiller de uhyre store forskelle, som der er mellem de nye tiltrædende lande, f.eks. Polen, Tjekkiet og Ungarn, stadig en rolle. Bør vi ikke i meget højere grad bruge vores energi på at gøre pakken endnu mere skræddersyet? Her har det danske formandskab foregået med et godt eksempel.
Landbrug med mindre end 1,5 ha i Polen er da først og fremmest et socialt problem, som skal løses i Polen, og her kan EU måske spille en vigtig rolle. Landmænd med op til 8, 9 eller 10 ha skal først og fremmest hjælpes med globale udviklingsprogrammer, som er vidt forskellige fra udførlige diskussioner om kvoter osv., som først og fremmest gælder for de meget større landbrugsområder i Polen. Jeg vil derfor opfordre til, at der lægges mere vægt på dette område, og det ville da være overordentlig trist, hvis Polen og den polske regering ikke kunne opnå enighed, simpelthen fordi vi måske ikke er i stand til at tilbyde et mere målrettet program og frem for alt ikke gør det muligt for den polske regering at udvikle et noget mere målrettet program for deres egne landmænd. Lad os altså være lidt kreative på dette punkt.
Hvad angår de nye medlemsstater, er alle naturligvis enige om, at vi skal nå frem til et system, hvor der ikke kan være nogen nettoydere. Men lad os også se på, hvordan vi kan sætte farten på pengestrømmen noget op, for at disse medlemsstater ikke kommer ud i store problemer.
Hr. formand, jeg slutter med at sige, at vi har en enorm chance i København. Lad os benytte os af den."@da1
"Herr Präsident! Ein Hinweis für die Dolmetscher: mein Name lautet van Velzen. Meiner Meinung nach stehen wir nunmehr vor einem historischen Augenblick. Wir befinden uns nämlich in der Endphase der Verhandlungen, und ich denke, das jetzt vom dänischen Ratsvorsitz vorbereitete Paket aus einigen Schlüsselelementen der Themenbereiche Landwirtschaft, nukleare Sicherheit und Grenzkontrollen wird zweifellos auch bei unseren Bürgern in der Europäischen Union Anklang finden.
Ich stelle fest, dass dem Kommissionsbericht zufolge die beitrittswilligen Länder noch eine Fülle von Aufgaben zu erledigen haben. Dies sollte in Kopenhagen ausdrücklich erwähnt werden, damit unsere Bürger wissen, welches Pensum den neuen Mitgliedstaaten, die der Union beitreten werden, in den kommenden anderthalb Jahren noch bevorsteht. Ein weiterer Bereich, der uns mit Sorge erfüllt und dem mehr Beachtung geschenkt werden sollte, betrifft die Medienlandschaft in Mittel- und Osteuropa.
Die Vergangenheit hat uns allen gezeigt, dass sozusagen die alte Nomenklatura Mittel beiseite gelegt und Möglichkeiten geschaffen hat, um ihre Medien aufrechterhalten zu können. Auch diesbezüglich könnten wir die Kommission um größere Aufmerksamkeit für die wirkliche – also die tatsächliche und nicht die theoretische – Medienvielfalt in den mittel- und osteuropäischen Ländern ersuchen.
Des Weiteren sollten wir die Aussprache über die Erweiterung nicht mit der Debatte über die Türkei verbinden. Wenn wir jetzt eine solche Diskussion führen, wäre dies selbstverständlich ein Verstoß gegen unsere eigenen Vorschriften und Regeln, wie Herr Poettering bereits hervorgehoben hat. Betrachten wir die Fakten und den Kommissionsbericht - und diesbezüglich war ich über die heutigen Ausführungen von Herrn Verheugen erfreut -, so lautet die einfache Schlussfolgerung, dass die Türkei zwar wesentliche Fortschritte erzielt hat, die Kopenhagener Kriterien gegenwärtig jedoch nicht in jeder Hinsicht erfüllt. Deshalb führen wir im Grunde eine Art virtuelle Debatte und begehen obendrein noch Absurditäten. Wir wollen ein Datum um der Festlegung des Datums willen nennen
Viel Glück all denen, die dies den Bürgern in der Europäischen Union zu erklären vermögen. Deshalb bin ich dafür, dass wir diese irre Diskussion sein lassen. Wir kommen nicht darum herum, dass die Türkei die in Kopenhagen festgelegten Kriterien erfüllen muss, und Fakt ist, dass sie dies gegenwärtig nicht tut. Wir sollten infolgedessen nicht noch mehr Zeit damit vergeuden, geschweige denn, dass die Mitgliedstaaten jetzt schon Daten nennen sollten, die momentan jeglicher Grundlage entbehren.
Bezüglich der Landwirtschaft gibt es meines Erachtens noch einen Faktor, der eine Rolle spielt, nämlich die enormen Unterschiede, die zwischen den Beitrittsländern, zwischen Polen, der Tschechischen Republik und Ungarn beispielsweise, bestehen. Ich frage mich, ob wir uns nicht darauf konzentrieren sollten, das Paket auf die jeweiligen Bedingungen zuzuschneiden. Der dänische Ratsvorsitz ist dabei mit gutem Beispiel vorangegangen.
Landwirtschaftliche Betriebe in Polen mit weniger als anderthalb Hektar sind vor allem ein soziales Problem, das auch in Polen gelöst werden muss, zu dem die Europäische Union jedoch dazu einen wichtigen Beitrag leisten könnte. Die Landwirte mit bis zu 8, 9 oder 10 Hektar werden in erster Linie Hilfe in Form von Programmen benötigen, die mit der
im Zusammenhang stehen, was etwas ganz anderes ist als endlose Diskussionen über Quoten und dergleichen, wie sie hauptsächlich für die weitaus größeren Agrargebiete in Polen gelten. Deshalb sollten wir verstärkt unser Augenmerk auf diesen Bereich richten, und es wäre äußerst bedauerlich, wenn mit Polen, wenn mit der polnischen Regierung keine Vereinbarung herbeigeführt werden könnte, nur weil wir nicht in der Lage sind, ein gezielteres Programm anzubieten und es vor allem der polnischen Regierung zu gestatten, ein gezielteres Programm für die eigenen Landwirte zu entwickeln. Ich möchte daher dringend darum ersuchen, in diesem Bereich eine gewisse Kreativität zu entfalten.
Hinsichtlich der neuen Mitgliedstaaten besteht selbstverständlich ein allgemeiner Konsens darüber, dass wir ein System einrichten müssen, bei dem es keine Nettozahler geben wird. Allerdings müssen wir gleichzeitig um die Möglichkeit eines schnelleren Cashflow bemüht sein, damit diese Mitgliedstaaten nicht in erhebliche Schwierigkeiten geraten.
Abschließend möchte ich sagen: in Kopenhagen bietet sich uns eine enorme Chance, und diese Chance sollten wir ergreifen."@de7
"Κύριε Πρόεδρε, για την ιστορία, το όνομά μου προφέρεται van Velzen. Θα ήθελα να πω ότι βρισκόμαστε σήμερα στο κατώφλι μιας ιστορικής στιγμής. Πράγματι, βρισκόμαστε στο τελευταίο στάδιο των διαπραγματεύσεων και νομίζω ότι η δέσμη μέτρων που ετοιμάζει η δανική Προεδρία, η οποία περιλαμβάνει ορισμένα βασικά στοιχεία όσον αφορά τη γεωργία, την πυρηνική ασφάλεια και τους συνοριακούς ελέγχους, θα προσελκύσει σίγουρα και το ενδιαφέρον των πολιτών της Ευρωπαϊκής Ένωσης.
Δεν έχω παρά να συμπεράνω από την έκθεση της Επιτροπής ότι τα κράτη που επιθυμούν να προσχωρήσουν στην ΕΕ έχουν ακόμα να επιλύσουν πάρα πολλά θέματα. Θεωρώ επίσης ότι αυτό πρέπει να αναφερθεί ρητά στην Κοπεγχάγη, ώστε οι πολίτες να γνωρίζουν τι θα αντιμετωπίσουν τα νέα κράτη μέλη κατά το επόμενο ενάμισι έτος. Ένα άλλο θέμα που εμπνέει ανησυχία και στο οποίο πρέπει να δοθεί μεγαλύτερη προσοχή είναι η πολυφωνία των μέσων ενημέρωσης στην Κεντρική και την Ανατολική Ευρώπη.
Το παρελθόν έχει δείξει σε όλους μας ότι, ας πούμε, το παλαιό καθεστώς διέθεσε πόρους και δημιούργησε ευκαιρίες για να διατηρήσει ακέραια τα δικά του μέσα ενημέρωσης. Και σε αυτόν τον τομέα, νομίζω πως θα μπορούσαμε να ζητήσουμε από την Επιτροπή να δώσει μεγαλύτερη προσοχή στο θέμα της πραγματικής – δηλαδή της έμπρακτης και όχι της θεωρητικής – πολυμορφίας των μέσων ενημέρωσης στις χώρες της Κεντρικής και της Ανατολικής Ευρώπης.
Νομίζω επίσης ότι δεν πρέπει να συνδυάζουμε τη διεύρυνση με τη συζήτηση για την Τουρκία. Εάν μπούμε τώρα στη διαδικασία μιας τέτοιας συζήτησης, θα αψηφήσουμε, φυσικά, τους δικούς μας νόμους και κανόνες, όπως ήδη επεσήμανε ο κ. Poettering. Εάν δούμε τα γεγονότα και την έκθεση της Επιτροπής – και, από αυτήν την άποψη, με ικανοποίησε η ομιλία του Επιτρόπου κ. Verheugen – πρέπει απλώς να συμπεράνουμε ότι, μολονότι η Τουρκία έχει σημειώσει μεγάλη πρόοδο, εξακολουθεί να μην πληροί τα κριτήρια της Κοπεγχάγης από όλες τις απόψεις. Για αυτό και, στην πραγματικότητα, έχουμε επιδοθεί σε ένα είδος εικονικής συζήτησης και, επιπλέον, κάνουμε ένα σωρό ανοησίες. Θέλουμε να ορίσουμε ημερομηνία μόνο και μόνο για να ορίσουμε ημερομηνία. Καλή τύχη σε όποιον προσπαθήσει να το εξηγήσει αυτό στους πολίτες της Ευρωπαϊκής Ένωσης. Επομένως, νομίζω ότι πρέπει να εγκαταλείψουμε αυτήν την περίεργη συζήτηση. Δεν μπορούμε να παραγνωρίσουμε την ανάγκη να πληροί η Τουρκία τα κριτήρια της Κοπεγχάγης, καθώς και το γεγονός ότι δεν τα πληροί προς το παρόν. Συνεπώς, δεν πρέπει να χάσουμε και άλλον χρόνο με αυτό το θέμα. Τα κράτη μέλη δεν μπορούν, σε αυτό το στάδιο, να ορίζουν ημερομηνίες που δεν βασίζονται, προς το παρόν, σε γεγονότα.
Όσον αφορά τη γεωργία, υπάρχει κάτι που για μένα εξακολουθεί να αποτελεί μεγάλο θέμα, δηλαδή οι τεράστιες διαφορές που υπάρχουν μεταξύ των νέων κρατών μελών, όπως, για παράδειγμα, μεταξύ της Πολωνίας, της Τσεχικής Δημοκρατίας και της Ουγγαρίας. Ίσως πρέπει να εστιάσουμε στο να καταστήσουμε τη δέσμη μέτρων πιο κατάλληλη για την περίσταση. Σε αυτόν τον τομέα, η δανική Προεδρία δίνει ένα καλό παράδειγμα.
Οπωσδήποτε, η γεωργία στην Πολωνία, ως προς τους αγρότες με λίγα μόλις στρέμματα γης, είναι κυρίως κοινωνικό πρόβλημα, το οποίο πρέπει να αντιμετωπισθεί στην Πολωνία, ενώ η Ευρωπαϊκή Ένωση θα μπορούσε να διαδραματίσει σημαντικό ρόλο σε αυτό το θέμα. Οι αγρότες που έχουν μέχρι 8, 9 ή 10 εκτάρια γης θα χρειαστούν ενίσχυση κυρίως υπό μορφή παγκόσμιων αναπτυξιακών προγραμμάτων, κάτι που απέχει πολύ από τις εκτενείς συζητήσεις για τις ποσοστώσεις και τα συναφή, καθώς αυτές ισχύουν κυρίως για πολύ μεγαλύτερες αγροτικές περιοχές στην Πολωνία. Επομένως, θα ζητούσα να δοθεί μεγαλύτερη προσοχή σε αυτόν τον τομέα, και θα είναι σίγουρα εξαιρετικά λυπηρό εάν η Πολωνία και η πολωνική κυβέρνηση δεν μπορέσουν να επιτύχουν συμφωνία μόνο και μόνο λόγω της ανικανότητάς μας να παράσχουμε ένα κάπως πιο στοχοθετημένο πρόγραμμα και, κυρίως, να δώσουμε τη δυνατότητα στην πολωνική κυβέρνηση να αναπτύξει ένα κάπως πιο στοχοθετημένο πρόγραμμα για τους δικούς της αγρότες. Επομένως, θα ήθελα να υπάρχει κάποια δημιουργικότητα σε αυτόν τον τομέα.
Όσον αφορά τα νέα κράτη μέλη, όλοι συμφωνούμε, φυσικά, ότι πρέπει να θεσπίσουμε ένα σύστημα που δεν θα επιτρέπει να υπάρχουν αμιγώς συνεισφέροντες. Ωστόσο, πρέπει επίσης να εξετάσουμε πώς μπορούμε να επισπεύσουμε την ταμειακή ροή έτσι, ώστε τα κράτη αυτά να μην αντιμετωπίσουν στο τέλος σοβαρά προβλήματα.
Θα τελειώσω λέγοντας το εξής: έχουμε μια μεγάλη ευκαιρία στην Κοπεγχάγη και πρέπει να την εκμεταλλευθούμε."@el8
"Mr President, for the record, my name is pronounced van Velzen. I should like to say that we are currently facing an historic moment. Indeed, we are at the final stage of negotiations and I think that the package that is being prepared by the Danish Presidency, consisting of a number of key components on the subjects of agriculture, nuclear safety and border control, is, of course, one that is certain to appeal to our citizens in the European Union as well.
I have no option but to conclude from the Commission report that the Member States wishing to accede still have to sort out an awful lot of things. I also think that we should expressly mention this in Copenhagen, so that our citizens know what the newly-acceding Member States are up against in the coming year and a half. Another area of concern to which more attention should be given is media pluralism in Central and Eastern Europe.
The past has shown us all that, let us say, the old establishment set aside resources and created opportunities in order to keep their own media intact. In this area too, I think we could ask the Commission to devote more attention to the actual – that is the factual rather than theoretical – diversity of the media in Central and Eastern European countries.
I also think that we should not combine enlargement with the debate on Turkey. If we do engage in such a discussion at present, we would of course be flouting our own laws and rules, as Mr Poettering has already pointed out. Looking at the facts and the Commission's report – and I was in this respect pleased with Commissioner Verheugen's speech – we simply have to conclude that although Turkey has made a great deal of progress, it still fails to meet the Copenhagen criteria on all counts. This is why we are, actually, in a kind of virtual debate and are doing silly things to boot. We like to mention a date for the sake of naming the date. Good luck to anyone who can explain this to citizens in the European Union. I am therefore in favour of abandoning this curious debate. We cannot get away from Turkey's need to meet the Copenhagen criteria, and the fact that it does not do so at the moment. Consequently, we should stop wasting any more time on this. Imagine if Member States were to set dates at this stage which are at the moment not based on fact.
On the subject of agriculture, there is something that is still a factor for me, namely the huge differences existing between the new acceding countries, between Poland, the Czech Republic and Hungary for example. I wonder whether we should not concentrate on making the package more tailor-made. The Danish Presidency has set a good example in this.
Surely, farming in Poland with less than one and a half acres is mainly a social problem, one that should be dealt with in Poland, and the European Union might well be able to play a major role in this. Farmers with up to 8, 9, 10 hectares will mainly need help in the form of world development programmes, which is quite different from extensive discussions about quotas and so on, as these mainly apply to the far bigger agricultural areas in Poland. I would therefore call for more attention to be given to this area, and it would surely be extremely sad if Poland and the Polish Government were to be prevented from striking an agreement simply by our inability to offer a somewhat more targeted programme and, above all, to allow the Polish Government to develop a somewhat more targeted programme for their own farmers. I would therefore urge some sort of creativity in this area.
With regard to the new Member States, everyone is agreed, of course, that we need to set up a system where there is no room for net contributors. However, we should also consider how we can speed up the cash flow so that these Member States do not end up having major problems.
Let me conclude by saying this: we have an enormous opportunity in Copenhagen, and we should seize it."@en3
"Señor Presidente, para que conste en Acta, mi nombre se pronuncia van Velzen. Quisiera decir que, en la actualidad, encaramos un momento histórico. En efecto, nos hallamos en la fase final de las negociaciones, y estoy seguro de que el paquete que está preparando la Presidencia danesa, que consiste en varios puntos clave relativos a la agricultura, la seguridad nuclear y el control de las fronteras, también va a resultar interesante para nuestros ciudadanos de la Unión Europea.
No tengo más remedio que llegar a la conclusión, a raíz de la lectura del informe de la Comisión, de que los países candidatos tienen que solucionar todavía un montón de cosas. Creo asimismo que deberíamos mencionar esto expresamente en Copenhague, para que nuestros ciudadanos sepan con qué tendrán que vérselas los nuevos Estados miembros durante el próximo año y medio. Otro ámbito de preocupación al que convendría prestar mayor atención es el pluralismo de los medios de comunicación en Europa central y oriental.
Ya hemos visto en el pasado que, digamos, el antiguo aparato reservó recursos y creó oportunidades para mantener intactos sus propios medios de comunicación. También en este ámbito, creo que podríamos pedir a la Comisión que dedique más atención a la diversidad real – más que a la teórica – de los medios de comunicación de los países de Europa central y oriental.
Creo además que no deberíamos mezclar la ampliación con el debate sobre Turquía. Si ahora nos enfrascásemos en un debate de estas características, estaríamos incumpliendo nuestras propias normas, como ya ha señalado el Sr. Poettering. Analizando los hechos y el informe de la Comisión – y me ha complacido, a este respecto, la intervención del Comisario Verheugen – no podemos sino llegar a la conclusión de que, aunque Turquía ha realizado grandes avances, sigue sin cumplir los criterios de Copenhague en su totalidad. Por este motivo, estamos manteniendo un debate virtual, y además haciendo tonterías, por si fuera poco. Nos gusta fijar fechas por el mero hecho de hacerlo. Le deseo suerte a quien sea capaz de explicar esto a los ciudadanos de la Unión Europea. Por lo tanto, abogo por que suspendamos este curioso debate. No podemos olvidar la necesidad de que Turquía cumpla los criterios de Copenhague, ni el hecho de que actualmente no los cumple. Por consiguiente, deberíamos dejar de perder el tiempo con eso. No tendría sentido que los Estados miembros fijaran, en la actualidad, fechas que, de momento, no se basan en hechos.
En cuanto a la agricultura, hay algo que sigue preocupándome: las enormes diferencias existentes entre los países candidatos (por ejemplo, entre Polonia, la República Checa y Hungría). Me pregunto si no deberíamos centrarnos en adaptar más el paquete a cada país. La Presidencia danesa ha dado un buen ejemplo de esto.
Con toda seguridad, dedicarse a la agricultura en Polonia con menos de un acre y medio es fundamentalmente un problema social, un problema que debe abordarse en este país, y la Unión Europea podría tener un importante papel al respecto. Los agricultores con hasta 8, 9 o 10 hectáreas van a necesitar ayuda fundamentalmente en forma de programas mundiales de desarrollo, lo que es muy diferente de los amplios debates sobre cuotas y otros aspectos, puesto que las cuotas se aplican, sobre todo, a zonas agrícolas mucho mayores de Polonia. Por lo tanto, me gustaría pedir que se preste más atención a este ámbito; desde luego, sería muy triste que Polonia y el Gobierno polaco no pudieran llegar a un acuerdo por nuestra incapacidad de ofrecer un programa más personalizado y, sobre todo, por no permitir al Gobierno polaco que elabore un programa más personalizado para sus propios agricultores. Por consiguiente, pido algo de creatividad en este campo.
En lo relativo a los nuevos Estados miembros, todos estamos de acuerdo, por supuesto, en que tenemos que establecer un sistema que no permita la existencia de contribuyentes netos. Sin embargo, también deberíamos estudiar cómo podemos acelerar el flujo de dinero para que estos Estados miembros no terminen teniendo graves problemas.
Permítanme concluir diciendo lo siguiente: tenemos una enorme oportunidad en Copenhague y deberíamos aprovecharla."@es12
"Arvoisa puhemies, haluaisin muistuttaa, että nimeni lausutaan van Velzen. Haluaisin sanoa, että elämme tällä hetkellä historiallista hetkeä. Olemme nimittäin neuvottelujen viimeisessä vaiheessa, ja uskon, että puheenjohtajavaltio Tanskan valmistelema paketti, joka sisältää monia maataloutta, ydinturvallisuutta ja rajojenvalvontaa koskevia keskeisiä elementtejä, on luonnollisesti sellainen, joka vetoaa myös Euroopan unionin kansalaisiin.
En voi päätellä komission kertomuksesta muuta kuin sen, että jäsenvaltioiden, jotka haluavat liittyä unioniin, on vielä selviydyttävä erittäin monesta asiasta. Mielestäni meidän on myös nimenomaisesti mainittava tämä asia Kööpenhaminassa niin, että kansalaisemme tietäisivät, mikä uusia jäsenvaltioita odottaa seuraavan puolentoista vuoden aikana. Toinen huolenaihe, johon pitäisi kiinnittää enemmän huomiota, on tiedotusvälineiden moniarvoisuus Keski- ja Itä-Euroopassa.
Menneisyys on osoittanut meille kaikille, että vanha poliittinen eliitti – tällaista termiä käyttääkseni – siirsi syrjään varoja ja loi mahdollisuudet pitää oma lehdistönsä koskemattomana. Mielestäni voisimme myös pyytää komissiota kiinnittämään enemmän huomiota Keski- ja Itä-Euroopan maiden tiedotusvälineiden tämänhetkiseen – todelliseen eikä teoreettiseen – moniarvoisuuteen.
Katson myös, ettei meidän pitäisi myöskään yhdistää laajentumiskeskustelua Turkista käytävään keskusteluun. Jos aloitamme tällaisen keskustelun nyt, rikkoisimme ilman muuta omia lakejamme ja sääntöjämme, kuten jäsen Poettering jo totesikin. Komission kertomuksessa esitettyjen asioiden nojalla – ja olen tyytyväinen komission jäsenen Verheugenin puheeseen – meidän on yksinkertaisesti tehtävä se johtopäätös, että vaikka Turkki onkin edistynyt huomattavasti, se ei vieläkään kaikilta osin täytä Kööpenhaminan kriteerejä. Tästä syystä käymme itse asiassa eräänlaista virtuaalista keskustelua ja teemme kaiken lisäksi typeriä asioita. Haluamme mainita päivämäärän päivämäärän nimeämisen vuoksi. Toivotan onnea kaikille niille, jotka kykenevät selittämään tämän Euroopan unionin kansalaisille. Tästä syystä kannatan tämän erikoisen keskustelun lopettamista. Emme pääse siitä mihinkään, että Turkin on täytettävä Kööpenhaminan kriteerit ja ettei se tällä hetkellä niitä täytä. Tästä syystä meidän ei pitäisi enää hukata aikaa tähän asiaan. Kuvitelkaa, jos jäsenvaltioiden olisi tässä vaiheessa asetettava päivämääriä, jotka eivät perustu tämänhetkisiin tosiasioihin.
Maatalouden osalta on vielä yksi asia, joka on mielestäni tärkeä, nimittäin valtavat erot EU:hun liittymässä olevien valtioiden, esimerkiksi Puolan, Tšekin ja Unkarin, välillä. Olen miettinyt, pitäisikö meidän keskittyä tekemään paketista nykyistä paremmin räätälöity. Puheenjohtajamaa Tanska on näyttänyt tästä hyvää esimerkkiä.
Maanviljelys alle puolentoista eekkerin kokoisella tilalla Puolassa on toki pääasiassa Puolan sisäinen sosiaalinen ongelma, mutta Euroopan unionilla voi hyvinkin olla merkittävä rooli tässä asiassa. Viljelijät, joilla on jopa 8, 9 tai 10 hehtaarin suuruinen tila, tarvitsevat tukea pääasiassa maailmanlaajuisista kehitysohjelmista, jotka ovat melko kaukana kiintiöitä ynnä muita asioita koskevista laajoista keskusteluista, sillä kiintiöitä sovelletaan Puolassa yleensä paljon suurempiin tiloihin. Haluaisin tästä syystä, että tähän asiaan kiinnitettäisiin nykyistä enemmän huomiota, ja olisi varmasti erittäin sääli, jos Puolaa ja Puolan hallitusta estettäisiin tekemästä sopimusta yksinkertaisesti siitä syystä, että me emme ole kyenneet tarjoamaan maalle paremmin kohdennettua ohjelmaa ja ennen kaikkea tarjoamaan Puolan hallitukselle mahdollisuutta kehittää omille viljelijöilleen jonkin verran paremmin kohdennettua ohjelmaa. Haluaisin tästä syystä peräänkuuluttaa jonkinlaista luovuutta tässä asiassa.
Uusien jäsenvaltioiden osalta kaikki ovat luonnollisesti samaa mieltä siitä, että meidän on luotava järjestelmä, johon ei haluta nettomaksajia. Meidän olisi kuitenkin myös sitä, miten voimme nopeuttaa rahavirtaa niin, ettei näille jäsenvaltioille aiheudu suuria ongelmia.
Haluan päättää puheeni sanomalla seuraavan asian: meillä on loistava mahdollisuus Kööpenhaminassa ja meidän on hyödynnettävä se."@fi5
"Monsieur le Président, pour la traduction néerlandaise, mon nom est Van Velzen. Je voudrais dire que nous connaissons à présent une situation historique. Nous sommes, en effet, dans la dernière phase des négociations et je pense que le paquet préparé par la présidence danoise, constitué de quelques composants principaux, sur l’agriculture, sur la sécurité nucléaire et les contrôles aux frontières notamment, constitue un paquet qui interpellera certainement aussi les citoyens de l’Union européenne.
Monsieur le Président, force m'est de constater que si vous regardez le rapport de la Commission, de très nombreuses choses doivent encore être réglées par les pays candidats à l'adhésion. Je pense également que nous devrions mettre quelque peu l’accent sur ce point à Copenhague afin que nos citoyens sachent que les nouveaux États membres fourniront encore des efforts considérables au cours des dix-huit mois à venir. Un autre élément, source d’inquiétudes chez nous, qui pourrait faire l'objet d'une attention plus soutenue, c’est la pluralité des médias en Europe centrale et orientale.
Nous savons tous que par le passé, disons sous l’ancienne nomenclature, des moyens ont été mis de côté, des possibilités créées pour maintenir les médias et je pense que sur ce point aussi, nous devrions demander clairement à la Commission d’accorder davantage d’attention à la pluralité réelle, et non celle sur papier, des médias dans les pays de l’Europe centrale et orientale.
Monsieur le Président, je pense également que nous ne devons pas mélanger l’élargissement avec le débat sur la Turquie. Si nous le faisons actuellement, Mme Poettering a déjà indiqué que nous ne respecterons pas nos propres législations et nos propres règles. Lorsqu'on examine les faits et le rapport de la Commission - et je suis sur ce plan satisfait de l’intervention du commissaire Verheugen -, force est de constater que la Turquie a d’une part réalisé beaucoup de progrès, mais que, d’autre part, elle ne satisfait nullement aux critères de Copenhague. C’est la raison pour laquelle nous nous trouvons dans une sorte de débat virtuel et que nous allons encore faire des choses étranges. Nous voulons donner une date juste pour donner une date… Si vous parvenez à expliquer cela aux citoyens de l’Union européenne, vous serez un grand héros. Je dirais donc : vraiment, cessons ce curieux débat. Nous sommes confrontés au fait que la Turquie doit également satisfaire aux critères de Copenhague, qu'elle n’y satisfait pas actuellement, je pense donc qu’il ne faut pas y passer des heures. Ou, encore moins, que des États membres citent déjà des dates qui ne reposent actuellement sur aucun fait.
Monsieur le Président, concernant l’agriculture. Ce qui joue toujours un rôle pour moi, ce sont les énormes différences existant entre les nouveaux États adhérents. Comparez l’agriculture en Pologne avec l’agriculture en Tchéquie, avec l’agriculture en Hongrie. Ne ferions-nous pas mieux de consacrer toute notre énergie, y compris la présidence danoise, à cibler encore un peu plus le paquet ?
Les agriculteurs en Pologne possédant moins d’un hectare et demi, c’est surtout un problème social que nous devons également résoudre en Pologne et l’Union européenne peut peut-être jouer à cet égard un rôle important. Les agriculteurs qui possèdent disons jusqu'à 8 - 9 - 10 hectares devront avant tout recevoir l'aide de programmes de
. C’est tout autre chose que des discussions entières sur les quotas, etc., ce qui s’applique principalement pour les régions agricoles beaucoup plus importantes en Pologne. Je voudrais donc que nous examinions ce domaine avec une plus grande attention, et il serait extrêmement regrettable que la Pologne et le gouvernement polonais ne puissent parvenir à un accord juste parce que nous ne sommes pas à même de proposer un programme un peu plus ciblé et de veiller à ce que le gouvernement polonais élabore un programme plus ciblé pour ses propres agriculteurs. Sur ce point, faisons donc preuve d'une certaine créativité.
Monsieur le Président, concernant les nouveaux États membres, tout le monde est naturellement d’accord avec le fait que nous devons parvenir à un système où il ne peut y avoir de contributeurs nets. Mais examinons aussi la manière d'accélérer un peu le
afin que ces États membres ne rencontrent pas de problème majeur.
Monsieur le Président, je conclus en disant : nous avons une énorme opportunité à Copenhague, saisissons-la."@fr6
"Signor Presidente, per essere precisi il mio nome si pronuncia van Velzen. Vorrei dire che siamo di fronte ad un momento storico. Ci troviamo davvero nella fase finale dei negoziati e penso che, ovviamente, il pacchetto che sta elaborando la Presidenza danese, costituito da una serie di elementi chiave in materia di agricoltura, sicurezza nucleare e controllo delle frontiere, senza dubbio attiri anche l’interesse dei cittadini dell’Unione europea.
Sulla scorta della relazione della Commissione, posso solo concludere che gli Stati membri che intendono aderire all’Unione europea devono ancora risolvere una quantità impressionante di problemi. Credo inoltre che dovremmo parlarne esplicitamente a Copenaghen, in modo che i nostri cittadini sappiano a cosa vanno incontro i nuovi Stati membri nel prossimo anno e mezzo. Un altro ambito di preoccupazione al quale dovremmo prestare maggior attenzione è il pluralismo dei mezzi d’informazione nell’Europa centrale e orientale.
Il passato, diciamolo, ha dimostrato a tutti noi che il vecchio sistema aveva stanziato fondi e creato opportunità volte a mantenere intatti i propri mezzi d’informazione. Penso che anche in quest’ambito potremmo chiedere alla Commissione di prestare maggior attenzione alla reale diversità – che è fattuale piuttosto che teorica – dei mezzi d’informazione dei paesi dell’Europa centrale e orientale.
Ritengo inoltre che non dovremmo associare la questione dell’allargamento al dibattito sulla Turchia. Se adesso ci addentrassimo in una discussione simile, violeremmo sicuramente la legislazione e le regole europee, come l’onorevole Poettering ha già segnalato. Alla luce dei fatti e della relazione della Commissione – e a questo proposito ho molto apprezzato il discorso del Commissario Verheugen – possiamo semplicemente concludere che, pur avendo compiuto molti progressi, la Turchia non adempie ancora del tutto ai criteri di Copenaghen. Ecco perché in realtà ci troviamo in una specie di dibattito virtuale e per di più commettiamo stupidaggini. Vorremmo fissare una data solo così, tanto per fare. Auguro buona fortuna a chi dovrà fornire spiegazioni in merito ai cittadini dell’Unione europea. Propendo quindi per accantonare questo curioso dibattito. Non possiamo prescindere dalla necessità che la Turchia rispetti i criteri di Copenaghen e dal fatto che attualmente non lo sta facendo. Pertanto dovremmo smettere di perdere altro tempo sulla questione. Pensate se in questa fase gli Stati membri dovessero fissare date che al momento non si basano sulla realtà.
Per quanto riguarda l’agricoltura, vorrei soffermarmi su un aspetto che ritengo importante, ovvero le enormi differenze esistenti tra i nuovi paesi aderenti, tra la Polonia, la Repubblica Ceca e l’Ungheria, per esempio. Mi chiedo se non dovremmo impegnarci ad elaborare un pacchetto su misura per ciascuno di loro. La Presidenza danese ha dato un buon esempio al riguardo.
Sicuramente in Polonia praticare l’agricoltura con meno di un acro e mezzo rappresenta soprattutto un problema di carattere sociale, che dovrebbe essere risolto in ambito nazionale, e l’Unione europea potrebbe sicuramente svolgere un ruolo fondamentale a questo proposito. Gli agricoltori che hanno a disposizione fino a 8, 9, 10 acri avranno bisogno di aiuto soprattutto sotto forma di programmi di sviluppo mondiale, il che si discosta abbastanza da approfondite discussioni sulle quote e così via, poiché queste riguardano soprattutto le zone agricole ben più vaste della Polonia. Chiederei dunque di prestare maggior attenzione a questo settore; sicuramente, sarebbe molto triste se la Polonia e il governo polacco non potessero concludere un accordo solo a causa della nostra incapacità di offrire un programma in certa misura più mirato per i loro agricoltori. Raccomanderei quindi in un certo senso una maggior creatività in quest’ambito.
Per quanto riguarda i nuovi Stati membri, ovviamente siamo tutti d’accordo sul fatto che dobbiamo istituire un sistema che escluda la presenza di contributori netti. Dobbiamo tuttavia pensare anche al modo in cui potremmo velocizzare il flusso finanziario in modo tale che questi Stati membri non si ritrovino a dover affrontare problemi molto gravi.
Vorrei concludere dicendo che a Copenaghen avremo un’occasione enorme e che dovremmo coglierla."@it9
"Mr President, for the record, my name is pronounced van Velzen. I should like to say that we are currently facing an historic moment. Indeed, we are at the final stage of negotiations and I think that the package that is being prepared by the Danish Presidency, consisting of a number of key components on the subjects of agriculture, nuclear safety and border control, is, of course, one that is certain to appeal to our citizens in the European Union as well.
I have no option but to conclude from the Commission report that the Member States wishing to accede still have to sort out an awful lot of things. I also think that we should expressly mention this in Copenhagen, so that our citizens know what the newly-acceding Member States are up against in the coming year and a half. Another area of concern to which more attention should be given is media pluralism in Central and Eastern Europe.
The past has shown us all that, let us say, the old establishment set aside resources and created opportunities in order to keep their own media intact. In this area too, I think we could ask the Commission to devote more attention to the actual – that is the factual rather than theoretical – diversity of the media in Central and Eastern European countries.
I also think that we should not combine enlargement with the debate on Turkey. If we do engage in such a discussion at present, we would of course be flouting our own laws and rules, as Mr Poettering has already pointed out. Looking at the facts and the Commission's report – and I was in this respect pleased with Commissioner Verheugen's speech – we simply have to conclude that although Turkey has made a great deal of progress, it still fails to meet the Copenhagen criteria on all counts. This is why we are, actually, in a kind of virtual debate and are doing silly things to boot. We like to mention a date for the sake of naming the date. Good luck to anyone who can explain this to citizens in the European Union. I am therefore in favour of abandoning this curious debate. We cannot get away from Turkey's need to meet the Copenhagen criteria, and the fact that it does not do so at the moment. Consequently, we should stop wasting any more time on this. Imagine if Member States were to set dates at this stage which are at the moment not based on fact.
On the subject of agriculture, there is something that is still a factor for me, namely the huge differences existing between the new acceding countries, between Poland, the Czech Republic and Hungary for example. I wonder whether we should not concentrate on making the package more tailor-made. The Danish Presidency has set a good example in this.
Surely, farming in Poland with less than one and a half acres is mainly a social problem, one that should be dealt with in Poland, and the European Union might well be able to play a major role in this. Farmers with up to 8, 9, 10 hectares will mainly need help in the form of world development programmes, which is quite different from extensive discussions about quotas and so on, as these mainly apply to the far bigger agricultural areas in Poland. I would therefore call for more attention to be given to this area, and it would surely be extremely sad if Poland and the Polish Government were to be prevented from striking an agreement simply by our inability to offer a somewhat more targeted programme and, above all, to allow the Polish Government to develop a somewhat more targeted programme for their own farmers. I would therefore urge some sort of creativity in this area.
With regard to the new Member States, everyone is agreed, of course, that we need to set up a system where there is no room for net contributors. However, we should also consider how we can speed up the cash flow so that these Member States do not end up having major problems.
Let me conclude by saying this: we have an enormous opportunity in Copenhagen, and we should seize it."@lv10
"Senhor Presidente, para que conste, o meu nome é van Velzen. Gostaria de assinalar que estamos perante um momento histórico. Com efeito, encontramo-nos na fase final das negociações, e penso que o pacote que está a ser preparado pela Presidência dinamarquesa, que integra um conjunto de elementos-chave sobre os temas da agricultura, da segurança nuclear e do controlo das fronteiras é, naturalmente, um pacote que irá decerto agradar também aos nossos cidadãos na União Europeia.
Sou obrigado a concluir do relatório da Comissão que os Estados candidatos à adesão têm ainda uma enorme quantidade de assuntos para resolver. Penso também que devíamos mencionar explicitamente esse facto em Copenhaga, para que os nossos cidadãos saibam o trabalho que esses Estados têm ainda pela frente durante o próximo ano e meio. Outra questão que continua a preocupar-nos, e à qual deveríamos consagrar mais atenção, é o pluralismo dos órgãos de comunicação social na Europa Central e Oriental.
O passado ensinou-nos a todos que, por assim dizer, a velha classe dirigente reservou recursos e criou oportunidades para manter intactos os seus próprios meios de comunicação social. Também neste campo sou de opinião que deveríamos pedir à Comissão que consagre mais atenção à diversidade - à diversidade factual e não apenas à teórica - dos meios de comunicação social nos países da Europa Central e Oriental.
Penso também que não podemos associar o alargamento ao debate sobre a Turquia. Se o fizermos neste momento não estaremos, obviamente, a respeitar as nossas próprias leis e as nossas próprias regras - como o senhor deputado Poettering já teve ocasião de assinalar. Se olharmos para os factos e para o relatório da Comissão – e nesse aspecto congratulei-me com o discurso do Comissário Verheugen –, teremos simplesmente de concluir que, apesar de a Turquia já ter feito progressos consideráveis, neste momento ainda não cumpre em absoluto os critérios de Copenhaga. Esse o motivo por que, na realidade, nos encontramos numa espécie de debate virtual e, ainda por cima, fazemos tolices. "
. Quem conseguir explicar isso aos cidadãos da UE terá feito uma verdadeira proeza. Por isso mesmo, sou a favor de que abandonemos este curioso debate. Não podemos contornar o facto de que Turquia tem de cumprir os critérios de Copenhaga e de que neste momento o não faz. Por consequência, penso que não podemos desperdiçar mais tempo com esse assunto. Imagine-se que, nesta fase, os Estados-Membros tinham de mencionar datas que neste momento não assentam numa base de facto.
Em relação ao tema da agricultura, há um aspecto que continua a preocupar-me, nomeadamente as enormes discrepâncias entre os países candidatos, entre a Polónia, a República Checa e a Hungria, por exemplo. Pergunto-me, pois, se não deveríamos concentrar os nossos esforços num pacote talhado mais à medida de cada um deles. Neste domínio, a Presidência dinamarquesa deu um bom exemplo.
É certo que fazer agricultura na Polónia com menos de um hectare de terra é fundamentalmente um problema social, um problema que terá de ser resolvido na Polónia, e a União Europeia poderá talvez desempenhar um papel de relevo nesse domínio. Os agricultores que possuem até 8, 9, 10 hectares de terra terão geralmente de ser ajudados a título de programas de desenvolvimento mundial, o que é totalmente diferente das longas discussões sobre quotas, etc., porquanto as mesmas se aplicam geralmente às áreas agrícolas de muito maior dimensão na Polónia. Assim, gostaria de pedir que se dedique uma atenção acrescida a esta matéria, pois seria particularmente triste que a Polónia e o Governo polaco fossem impedidos de chegar a um acordo, pelo simples facto de sermos incapazes de oferecer-lhes um programa mais direccionado e, acima de tudo, permitir que o Governo polaco desenvolva um programa um pouco mais direccionado para os seus próprios agricultores. Por conseguinte, gostaria de pedir alguma criatividade nesta área.
Em relação aos novos Estados-Membros, todos concordam, naturalmente, que temos de criar um sistema em que não haja espaço para contribuintes líquidos. No entanto, devíamos pensar também numa forma de acelerar um pouco o fluxo monetário, para que esses países não acabem por ficar em grandes dificuldades.
Permita-me que termine dizendo o seguinte: temos uma enorme oportunidade em Copenhaga e deveríamos aproveitá-la."@pt11
"Herr talman! Mitt namn är Van Velzen, för den nederländska översättningen. Jag skulle vilja tala om för er att den situation som vi befinner oss i för ögonblicket är historisk. Vi ägnar oss nämligen åt den sista fasen av förhandlingarna, och jag tror att det paket som förbereds av det danska ordförandeskapet, som består av ett par huvudkomponenter, något om jordbruksfrågan, något i synnerhet om frågorna om kärnkraftssäkerhet och gränskontroller, är ett paket som naturligtvis också kommer att tilltala våra medborgare i Europeiska unionen.
Herr talman! Jag måste helt enkelt konstatera att det, om man ser till kommissionens rapport, fortfarande är oerhört många saker som måste regleras av de nya medlemsstaterna. Jag tror också att vi till viss del bör lägga betoningen på den här punkten i Köpenhamn, så att våra medborgare vet att kandidatländerna kommer att uträtta oerhört mycket under de närmaste 18 månaderna. Jag anser också att det finns ytterligare en punkt som är något av ett problem och som också bör få lite mer uppmärksamhet, nämligen mångfalden när det gäller medierna i Central- och Östeuropa.
Vi vet alla sedan tidigare hur man ändå, låt oss säga utifrån den gamla nomenklaturan, avsatt medel och skapat möjligheter för att behålla de egna medierna, och jag anser att vi också på den punkten uttryckligen skulle kunna be kommissionen att fästa mer uppmärksamhet vid den verkliga, inte den på papperet, utan den faktiska mångfalden inom medierna i central- och östeuropeiska länder.
Herr talman! Jag anser också att vi borde skilja utvidgningen från debatten om Turkiet. Om vi inte gör detta nu i detta ögonblick respekterar vi, som kollega Poettering redan har påpekat, naturligtvis inte våra egna lagar och regler. Den som tittar på fakta och på kommissionens rapport, och jag gladde mig också vad detta beträffar åt kommissionär Verheugens inlägg, kan helt enkelt konstatera att Turkiet å ena sidan har gjort stora framsteg, men å andra sidan för närvarande inte alls uppfyller Köpenhamnskriterierna. Därför befinner vi oss egentligen i en sorts virtuell debatt, och då gör vi också konstiga saker.
. Nå, om man kan förklara detta för medborgare i Europeiska unionen är man en stor hjälte. Jag skulle alltså verkligen vilja föreslå att vi avslutar den här underliga debatten nu. Vi har att göra med det faktum att Turkiet också måste uppfylla Köpenhamnskriterierna, och det gör man för närvarande inte. Jag är därför av den åsikten att vi inte behöver ägna flera timmar åt detta. För att inte tala om att medlemsstater redan nu måste lämna uppgifter som för ögonblicket inte grundas på fakta.
Herr talman! I fråga om jordbruket. Det jag fortfarande anser vara av betydelse är de enorma skillnaderna mellan de nya medlemsstaterna. Jämför jordbruket i Polen med jordbruket i Tjeckien, med det i Ungern. Borde vi ändå inte lägga ned mycket mer energi, se också till det danska ordförandeskapet, på att göra paketet något mer koncentrerat?
Att jordbrukare i Polen har mindre än en och en halv hektar är väl ändå framför allt ett socialt problem som vi också måste lösa i Polen, och härvidlag kan kanske Europeiska unionen spela en viktig roll. Jordbrukarna, upp till låt oss säga 8, 9, 10 hektar, kommer ju huvudsakligen att behöva få hjälp med program som har att göra med
. Det är ju något annat än utförliga diskussioner om kvoter osv., som framför allt gäller för de mycket större jordbruksområdena i Polen. Jag skulle alltså vilja uppmana till att se lite mer till detta. Det skulle ju vara oerhört tråkigt om Polen och den polska regeringen inte skulle kunna nå en överenskommelse just på grund av att vi inte skulle vara i stånd att erbjuda ett något mer målinriktat program. Framför allt måste också den polska regeringen ha möjlighet att utveckla ett något mer målinriktat program för sina egna jordbrukare. Låt oss alltså åstadkomma någon form av kreativitet på den här punkten.
Herr talman! Nu om de nya medlemsstaterna, och naturligtvis är alla överens om att vi måste finna ett system där det inte finns några nettobetalare. Men låt oss därför se på hur vi skulle kunna få ett något snabbare betalningsflöde, så att dessa medlemsstater inte får stora problem.
Herr talman! Jag avslutar med att säga: vi har en enormt stor chans i Köpenhamn. Låt oss ta vara på den."@sv13
|
| lpv:unclassifiedMetadata |
"We like to mention a date for the sake of naming the date""11
"world development"13,2,7,6
|
Named graphs describing this resource:
The resource appears as object in 2 triples