Local view for "http://purl.org/linkedpolitics/eu/plenary/2001-10-02-Speech-2-109"
| Predicate | Value (sorted: default) |
|---|---|
| rdf:type | |
| dcterms:Date | |
| dcterms:Is Part Of | |
| dcterms:Language | |
| lpv:document identification number |
"en.20011002.5.2-109"4
|
| lpv:hasSubsequent | |
| lpv:speaker | |
| lpv:spoken text |
"Voorzitter, in de eerste plaats wil ik collega Titley feliciteren met zijn toch wel zeer degelijk en opbouwend verslag. Zijn inspanningen alsmede de constructieve bijdragen van andere collega's hebben ervoor gezorgd dat in dit Parlement nagenoeg een consensus werd bereikt over een toch wel zeer gevoelig thema: de beheersing van de wapenhandel.
In het licht van de aanslagen in Amerika groeit het besef dat de enorme verspreiding van wapens in de wereld leidt tot onstabiele landen die de voedingsbodem vormen voor terrorisme. In het verslag-Titley wordt terecht opgemerkt dat de EU-code van 1998 een belangrijke stap voorwaarts is naar een coherenter en doorzichtiger Europees beleid inzake wapenuitvoer.
Maar tegelijk wordt er gewezen op een aantal tekortkomingen en leemtes waarvan ik er toch vijf zou willen aanhalen.
Ten eerste zijn de jaarverslagen van de lidstaten niet geharmoniseerd. Sommige landen zoals Groot-Brittannië en Ierland geven een uitvoerige beschrijving van de afgegeven vergunningen en van de hoeveelheid en de waarde van de uitgevoerde wapens. Andere landen, zoals Oostenrijk en Griekenland, geven helemaal geen informatie over de afgeleverde vergunningen. Op die manier is een efficiënte, effectieve evaluatie natuurlijk moeilijk. Het jaarverslag zou daarom aan een aantal normen moeten voldoen. Voor elke afgeleverde vergunning zou er een gedetailleerde beschrijving van het materieel, de bestemmeling en de eindgebruiker moeten worden gegeven. Voor vergunningen die geweigerd worden, zou de reden voor weigering toch uitvoeriger moeten worden toegelicht.
Ten tweede, ik geloof ook dat er een betere controle zou moeten zijn op de eindgebruiker van de geëxporteerde wapens. In Afrika zijn Togo en Burkina officieel de eindgebruikers van wapens uit Bulgarije, terwijl deze in werkelijkheid worden doorgesluisd naar Liberia en de rebellen van Sierra Leone. Ambassades van EU-lidstaten zouden ter plaatse een sterkere controlerende rol kunnen spelen. Er zouden ook strafmaatregelen moeten komen op doorvoerlanden die wapenembargo's doorbreken.
Ten derde moet er mijns inziens een betere controle zijn op de productie in licentie van militaire uitrusting in het buitenland door EU-ondernemingen of in het kader van industriële samenwerkingsakkoorden. Het mag niet zo zijn dat aan een bepaald land een vergunning voor wapens wordt geweigerd en dat wapenproducenten dat verbod omzeilen door onderdelen van wapens te leveren die dan ter plekke worden geassembleerd.
Een vierde tekortkoming is dat er helemaal geen controle is op privè-wapenmakelaars waarvan er sinds het einde van de koude oorlog steeds meer zijn. Van de vijfhonderd miljoen lichte wapens die wereldwijd in omloop zijn, is volgens de VN veertig tot zestig procent illegaal.
Een laatste ernstige tekortkoming van de EU-Gedragscode is dat zij niet wettelijk bindend is. Op dit moment is het een vrijblijvend "gentlemen's agreement". Er kunnen geen sancties worden opgelegd aan wie de code overtreedt.
Tenslotte, Voorzitter, zou ik de hoop willen uitspreken dat de EU-Gedragscode de basis vormt voor een wereldwijde code betreffende de export van wapens. Het heeft helemaal geen zin dat Europa zich inzet voor een beheersing van de wapenhandel terwijl China en Rusland onbeperkt wapens blijven exporteren naar crisisgebieden. De VN-conferentie in juli was op dat vlak een gemiste kans en ik geloof dat dit onderwerp een permanent onderdeel moet blijven van de transatlantische dialoog."@nl2
|
| lpv:spokenAs | |
| lpv:translated text |
"Hr. formand, først og fremmest vil jeg over for hr. Titley udtrykke min glæde over hans meget solide og konstruktive betænkning. Hans bestræbelser og andre kollegers konstruktive bidrag har sørget for, at vi næsten nåede til enighed i Parlamentet om et meget følsomt emne, nemlig styringen af våbenhandlen.
I lyset af terrorangrebene i USA vokser erkendelsen af, at den enorme spredning af våben i verden fører til ustabile lande, som danner grobund for terrorisme. I Titley-betænkningen bemærkes det med rette, at EU's adfærdskodeks fra 1998 er et vigtigt skridt frem mod en mere kohærent og mere gennemsigtig europæisk politik vedrørende våbeneksport.
Men samtidig peges der på en række mangler og lakuner, hvoraf jeg gerne vil nævne fem.
For det første er medlemsstaternes årsberetninger ikke harmoniseret. Nogle lande såsom Storbritannien og Irland giver en udførlig beskrivelse af de udstedte licenser og af mængden og værdien af de eksporterede våben. Andre lande såsom Østrig og Grækenland giver overhovedet ingen oplysninger om de udstedte licenser. På denne måde er en hensigtsmæssig, effektiv evaluering naturligvis vanskelig. Årsberetningen bør derfor leve op til en række standarder. For hver udstedt licens bør der gives en detaljeret beskrivelse af materialet, modtageren og den endelige forbruger. For licenser, som nægtes, bør der mere udførligt gøres rede for årsagen til afslaget.
For det andet tror jeg også, at der bør være en bedre kontrol med de endelige forbrugere af våben fra Bulgarien, idet disse i virkeligheden sluses videre til Liberia og oprørerne i Sierra Leone. EU-medlemsstaters ambassader kunne spille en stærkere kontrollerende rolle på stedet. Der bør også komme straffeforanstaltninger for transitlande, som bryder våbenembargoer.
For det tredje skal der efter min opfattelse være bedre kontrol med EU-virksomheders licensproduktion af militært udstyr i udlandet eller inden for rammerne af industrimæssige samarbejdsaftaler. Det må ikke være sådan, at en tilladelse til våben nægtes et bestemt land, og at våbenproducenter viger uden om dette forbud ved at levere våbenkomponenter, som derefter samles på stedet.
En fjerde mangel er, at der overhovedet ingen kontrol er med private våbenmæglere, som der er kommet stadig flere af siden afslutningen af den kolde krig. Af de 500 millioner lette våben, som er i omløb på verdensplan, er 40-60% illegale ifølge FN.
Den sidste mangel ved EU's adfærdskodeks er, at den ikke er juridisk bindende. I øjeblikket er det en uforpligtende gentlemanaftale. Den, som overtræder adfærdskodeksen, kan ikke pålægges nogen sanktioner.
Til sidst, hr. formand, vil jeg gerne udtrykke håb om, at EU's adfærdskodeks udgør grundlaget for en verdensomspændende adfærdskodeks for våbeneksport. Det giver slet ingen mening, at Europa bestræber sig på at styre våbenhandlen, mens Kina og Rusland ubegrænset fortsætter med at eksportere våben til kriseområder. FN-konferencen i juli var på det område en forpasset lejlighed, og jeg tror, at dette emne skal være en permanent del af den transatlantiske dialog."@da1
"Herr Präsident! Zunächst möchte ich den Kollegen Titley zu seinem sehr gründlichen und konstruktiven Bericht beglückwünschen. Dank seiner Bemühungen sowie der ebenfalls konstruktiven Beiträge anderer Kolleginnen und Kollegen konnte in diesem Parlament nahezu Übereinstimmung über ein doch sehr sensibles Thema erzielt werden: die Bekämpfung des Waffenhandels.
Angesichts der Anschläge in Amerika wächst die Einsicht, dass die enorme Verbreitung von Waffen in der Welt zu instabilen Ländern führt, die den Nährboden für Terrorismus bilden. In dem Bericht Titley wird zu Recht angemerkt, dass der EU-Kodex von 1998 einen wichtigen Fortschritt auf dem Weg zu einer kohärenteren und transparenteren europäischen Waffenexportpolitik darstellt.
Zugleich wird jedoch auf eine Reihe von Mängeln und Lücken hingewiesen, von denen ich fünf aufgreifen möchte.
Erstens sind die Jahresberichte der Mitgliedstaaten nicht harmonisiert. Manche Länder, wie Großbritannien und Irland, liefern eine ausführliche Beschreibung der ausgestellten Genehmigungen sowie der Menge und des Werts der ausgeführten Waffen. Andere Länder, wie Österreich und Griechenland, übermitteln keinerlei Informationen über die erteilten Genehmigungen. So ist eine effiziente, effektive Evaluierung natürlich schwierig. Der Jahresbericht sollte daher einige Normen erfüllen. Für jede ausgestellte Genehmigung sollte eine detaillierte Beschreibung des Materials, des Empfängers und des Endverwenders abgegeben werden. Im Falle der Verweigerung von Genehmigungen sollte der Grund der Verweigerung ausführlicher dargelegt werden.
Zweitens bin ich der Ansicht, dass die Endverwender der exportierten Waffen besser überwacht werden müssen. In Afrika sind Togo und Burkina Faso offiziell die Endverwender von Waffen aus Bulgarien, während diese in Wirklichkeit nach Liberia und an die Rebellen in Sierra Leone geschleust werden. Botschaften von EU-Mitgliedstaaten sollten vor Ort intensivere Kontrollen durchführen können. Es sollten auch Strafmaßnahmen gegen Transitländer, die gegen Waffenembargos verstoßen, ergriffen werden.
Drittens muss es meines Erachtens eine bessere Überwachung der Herstellung militärischer Ausrüstungsgüter im Ausland durch EU-Unternehmen in Lizenz oder im Rahmen von Vereinbarungen der industriellen Zusammenarbeit geben. Es geht nicht an, dass einem bestimmten Land eine Genehmigung für Waffen verweigert wird und Waffenhersteller dieses Verbot umgehen, indem sie Waffeneinzelteile liefern, die dann vor Ort zusammengebaut werden.
Ein vierter Mangel ist das Fehlen jeglicher Kontrolle privater Waffenhändler, deren Zahl seit dem Ende des Kalten Krieges stets zunimmt. Von den fünfhundert Millionen leichten Waffen, die weltweit in Umlauf sind, sind nach Angaben der UN 40 bis 60 % illegal.
Ein letztes schwerwiegendes Defizit des EU-Verhaltenskodex besteht darin, dass er nicht rechtsverbindlich ist. Zur Zeit handelt es sich um ein unverbindliches
. Verstöße gegen den Kodex können nicht geahndet werden.
Abschließend, Herr Präsident, möchte ich die Hoffnung aussprechen, dass der EU-Verhaltenskodex die Basis für einen internationalen Verhaltenskodex für Waffenexporte bildet. Es macht keinerlei Sinn, dass Europa sich für eine Bekämpfung des Waffenhandels einsetzt, während China und Russland ohne jegliche Beschränkung weiterhin Waffen in Krisengebiete exportieren. Die UN-Konferenz im Juli war in dieser Hinsicht eine verpasste Chance, und meines Erachtens muss dieses Thema ein fester Bestandteil des transatlantischen Dialogs bleiben."@de7
"Κύριε Πρόεδρε, καταρχάς θα ήθελα να συγχαρώ τον συνάδελφο κ. Titley για την ιδιαίτερα τεκμηριωμένη και εποικοδομητική έκθεσή του. Οι προσπάθειές του μαζί με τις εποικοδομητικές συμβουλές άλλων συναδέλφων συνέβαλαν ώστε να επιτευχθεί στο Σώμα συναίνεση σχετικά με ένα ιδιαίτερα λεπτό θέμα: τον έλεγχο του εμπορίου όπλων.
Μετά τις επιθέσεις στην Αμερική, αυξάνεται η ανησυχία ότι η τεράστια εξάπλωση των όπλων στον κόσμο οδηγεί σε ασταθείς χώρες, οι οποίες αποτελούν το υπέδαφος της τρομοκρατίας. Στην έκθεση Titley ορθά παρατηρείται ότι ο κώδικας συμπεριφοράς της ΕΕ του 1998 αποτελεί ένα σημαντικό βήμα προς μία πιο συνεκτική και διαφανή ευρωπαϊκή πολιτική για τις εξαγωγές όπλων.
Παράλληλα, όμως, θα ήθελα να επισημάνω ορισμένες ελλείψεις και κενά, από τα οποία θα αναφέρω πέντε.
Κατά πρώτον, οι ετήσιες εκθέσεις των κρατών μελών δεν είναι εναρμονισμένες. Ορισμένες χώρες, όπως η Μεγάλη Βρετανία και η Ιρλανδία, διαβιβάζουν μία εξαντλητική περιγραφή των χορηγηθεισών αδειών, καθώς και του αριθμού και της αξίας των εξαχθέντων όπλων. Άλλες χώρες, όπως η Αυστρία και η Ελλάδα, δεν διαβιβάζουν καμία απολύτως πληροφορία σχετικά με τις χορηγηθείσες άδειες. Κατ’ αυτόν τον τρόπο, είναι φυσικά δύσκολη η αποτελεσματική και πραγματική αξιολόγηση της κατάστασης. Γι’ αυτό, η ετήσια έκθεση πρέπει να πληροί ορισμένους κανόνες. Για κάθε χορηγηθείσα άδεια πρέπει να δίδεται λεπτομερής περιγραφή του υλικού, του προορισμού και του τελικού χρήστη. Για τις αρνήσεις χορήγησης αδειών, πρέπει να επεξηγούνται λεπτομερώς οι λόγοι άρνησης.
Κατά δεύτερον, πιστεύω, ακόμη, ότι πρέπει να υπάρχει καλύτερος έλεγχος σχετικά με τον τελικό χρήστη των εξαχθέντων όπλων. Στην Αφρική, το Τόγκο και η Μπουρκίνα είναι επισήμως οι τελικοί χρήστες όπλων από τη Βουλγαρία, ενώ τα όπλα, στην πραγματικότητα, διαβιβάζονται στη Λιβερία και στους αντάρτες της Σιέρα Λεόνε. Οι πρεσβείες των κρατών μελών της ΕΕ πρέπει να μπορούν να διαδραματίζουν εντονότερο ελεγκτικό ρόλο επιτόπου. Πρέπει, επίσης, να προβλεφθούν μέτρα κυρώσεων για τις χώρες διαμετακόμισης που δεν σέβονται το εμπάργκο όπλων.
Τρίτον, κατά τη γνώμη μου, πρέπει να ασκείται καλύτερος έλεγχος στην παραγωγή στρατιωτικού εξοπλισμού στο εξωτερικό από επιχειρήσεις της ΕΕ, στο πλαίσιο εμπορικών συμφωνιών συνεργασίας. Δεν είναι δυνατόν μία χώρα να αρνείται την άδεια εξαγωγής όπλων και οι παραγωγοί όπλων να παρακάμπτουν αυτήν την απαγόρευση μέσω του εφοδιασμού με εξαρτήματα όπλων, τα οποία συναρμολογούνται επιτόπου.
Μία τέταρτη έλλειψη είναι ότι δεν υφίσταται κανένας απολύτως έλεγχος επί των κατασκευαστών ιδιωτικών όπλων, τα οποία μετά το τέλος του ψυχρού πολέμου αυξάνονται συνεχώς. Από τα 500 εκατ. ελαφρά όπλα, τα οποία κυκλοφορούν παγκοσμίως, σύμφωνα με τα ΗΕ το 40 με 60% είναι παράνομα.
Μία τελευταία σοβαρή έλλειψη του κώδικα συμπεριφοράς της ΕΕ είναι το γεγονός ότι αυτός δεν είναι νομικά δεσμευτικός. Επί του παρόντος, υφίσταται μία εθελοντική “συμφωνία κυρίων”. Δεν είναι δυνατή η επιβολή κυρώσεων σε όποιον παραβιάζει τον κώδικα.
Τέλος, κύριε Πρόεδρε, θα ήθελα να εκφράσω την ελπίδα ο κώδικας συμπεριφοράς της ΕΕ να αποτελέσει τη βάση για έναν παγκόσμιο κώδικα σχετικά με τις εξαγωγές όπλων. Δεν έχει απολύτως κανένα νόημα να ασκεί η Ευρώπη έλεγχο στο εμπόριο όπλων τη στιγμή που η Κίνα και η Ρωσία εξακολουθούν να εξάγουν όπλα απεριόριστα σε περιοχές κρίσης. Η διάσκεψη του ΟΗΕ τον Ιούλιο αποτέλεσε, από αυτήν την άποψη, μία χαμένη ευκαιρία και πιστεύω ότι το θέμα αυτό πρέπει να αποτελεί μόνιμο μέρος του διατλαντικού διαλόγου."@el8
"Mr President, first of all I should like to congratulate Mr Titley on his very sound and constructive report. His efforts, as well as useful contributions by other fellow MEPs, have enabled this Parliament to reach more or less consensus on an otherwise very sensitive issue: the control of the arms trade.
In light of the attacks in America, there is growing awareness of the fact that the vast distribution of arms worldwide leads to unstable countries which form the breeding ground for terrorism. The Titley report rightly points out that the 1998 EU Code is a major step forward towards a more coherent and transparent European policy on arms exports.
At the same time, however, a number of shortcomings and flaws have been flagged, five of which I should like mention.
First of all, the annual reports of the Member States are not harmonised. Some countries, including Great Britain and Ireland, give a detailed account of the permits issued and of the amount and value of exported arms. Other countries, such as Austria and Greece, give no information whatsoever about the licences issued. In that way, an efficient, effective assessment is, of course, difficult. The annual report would, therefore, need to meet a number of standards. Each permit issued should be accompanied by a detailed description of the material, the addressee and end user. For permits refused, the reason for refusal should be explained in more detail.
Secondly, in my opinion, the monitoring procedures concerning the end user of the exported arms should be stepped up. In Africa, Togo and Burkina Faso are officially the end users of arms supplied from Bulgaria, whilst in reality, these are passed on to Liberia and the rebels of Sierra Leone. Embassies of EU Member States could play a more supervisory role
. Penal measures should also be introduced for transit countries that violate arms embargos.
Thirdly, I am of the opinion that tighter controls should be in place for the production of military equipment under licence abroad by EU companies or in the framework of industrial joint venture agreements. It is not acceptable for a certain country to be refused a licence for weapons and for arms manufacturers to be able to circumvent that ban by supplying arms components which are then assembled on site.
A fourth shortcoming is that there is no control whatsoever on private arms dealers, the number of which is rising all the time since the end of the cold war. Of the five hundred million light arms in circulation worldwide, forty to sixty percent of these are illegal, according to the UN.
A final serious shortcoming of the EU Code of Conduct is that it is not legally binding. At the moment, it is a no-strings-attached gentlemen’s agreement. Sanctions cannot be imposed on those who breach the Code.
Finally, I should like to express the hope that the EU Code of Conduct will form the basis for a worldwide code on the export of arms. It makes no sense whatsoever for Europe to be committed to controlling the arms trade, while China and Russia continue to export weapons to crisis areas without any restrictions. In that sense, the UN Conference in July was a missed opportunity, and I believe that this topic must remain a permanent feature in the transatlantic dialogue."@en3
"(NL) Señor Presidente, en primer lugar, quiero felicitar al Sr. Titley por su informe tan serio y edificante. Sus esfuerzos, al igual que las contribuciones constructivas de otros colegas, han logrado que casi se haya alcanzado un consenso sobre un tema muy sensible “el control del comercio de armas”.
A la luz de los ataques en América, aumenta la idea de que la enorme diseminación de armas en el mundo propicia la inestabilidad en países que constituyen un caldo de cultivo para el terrorismo. Como muy bien se ha señalado en el informe Titley, el Código europeo de 1998 constituye un importante avance hacia una política europea más coherente y transparente en materia de exportación de armas.
No obstante, al mismo tiempo, se han señalado algunas deficiencias y lagunas; volveré a referirme a cinco de ellas.
En primer lugar, los informes anuales de los Estados miembros no están armonizados. Algunos países como, por ejemplo, Gran Bretaña e Irlanda describen con detalle las licencias concedidas, las cantidades y el valor de las armas exportadas. Otros países, como Austria y Grecia, no dan en absoluto información sobre las licencias concedidas. De esta forma, por supuesto, es difícil realizar una evaluación eficiente y eficaz. El informe anual debería, por tanto, cumplir una serie de normas. Cada licencia concedida debería verse acompañada de una descripción detallada del material, el intermediario y el usuario final. En el caso de las licencias que se rechacen, debería informarse más detalladamente de los motivos del rechazo.
En segundo lugar, también creo que debería existir un mejor control del usuario final de las armas exportadas. En África, los usuarios finales oficiales de las armas procedentes de Bulgaria son Togo y Burkina, pero en realidad, se destinan a Liberia y a los rebeldes de Sierra Leona. Las embajadas de los Estados miembros de la UE podrían ejercer un control más estricto en esas zonas. Así mismo, deberían adoptarse sanciones respecto de los países de tránsito que violan los embargos de armas.
En tercer lugar, debe existir, en mi opinión, un mejor control sobre la producción bajo licencia de equipos militares en el extranjero a través de empresas de la UE o en el marco de acuerdos de cooperación industrial. No es aceptable que en un determinado país se rechace una licencia de armas y que los fabricantes de armas sorteen esa prohibición suministrando piezas que se ensamblan en el lugar en cuestión.
Una cuarta deficiencia es que no existe en absoluto control sobre los agentes comerciales de armas, cada vez más numerosos desde el final de la Guerra Fría. De los quinientos millones de armas de pequeño calibre que circulan por todo el mundo, entre el cuarenta y el sesenta por ciento son ilegales, según la ONU.
Una última deficiencia grave del Código de Conducta de la UE es no ser jurídicamente vinculante. En este momento, es un
libre. No pueden imponerse sanciones a aquéllos que violen el Código.
Por último, señor Presidente, quisiera manifestar la esperanza de que el Código de Conducta de la UE constituya la base de un código mundial relativo a la exportación de armas. No tiene ningún sentido que Europa se esfuerce por controlar el comercio de armas, mientras que China y Rusia continúan exportando armas de forma ilimitada a las zonas envueltas en crisis. La conferencia de la ONU celebrada en julio sobre esta cuestión fue una oportunidad perdida, y creo que esta materia debe continuar formando parte de manera permanente del diálogo transatlántico."@es12
"Arvoisa puhemies, ensiksi haluan onnitella kollega Titleyä hänen erittäin vankasta ja rakentavasta mietinnöstään. Titleyn vaivannäön ja muiden kollegojen rakentavan panoksen ansiosta parlamentti pääsi lähestulkoon yksimielisyyteen erittäin herkästä aiheesta, asekaupan hallinnasta.
Yhdysvaltoihin tehtyjen hyökkäysten valossa tajuamme entistä selvemmin, että aseiden voimakas leviäminen maailmassa synnyttää epävakaita maita, jotka muodostavat kasvualustan terrorismille. Titleyn mietinnössä huomautetaan perustellusti, että EU:n käytännesääntö vuodelta 1998 on suuri edistysaskel kohti johdonmukaisempaa ja avoimempaa eurooppalaista aseidenvientipolitiikkaa.
Mutta samalla mietinnössä viitataan moniin puutteisiin ja heikkouksiin, joista haluan mainita viisi.
Ensiksi jäsenvaltioiden kansallisia selvityksiä ei ole yhdenmukaistettu. Jotkin maat, kuten Iso-Britannia ja Irlanti, antavat kattavan kuvauksen myönnetyistä vientiluvista sekä aseviennin määrästä ja rahallisesta arvosta. Toiset maat, esimerkiksi Itävalta ja Kreikka, eivät anna myönnetyistä vientiluvista minkäänlaisia tietoja. Tällä tavalla on tietysti vaikeaa päästä tehokkaaseen ja tarkoituksenmukaiseen arviointiin. Sen takia kansallisten selvitysten pitäisi täyttää tietyt standardit. Jokaista myönnettyä vientilupaa kohden pitäisi antaa yksityiskohtainen kuvaus materiaalista, määränpäästä ja loppukäyttäjästä. Evättyjen vientilupien osalta pitäisi selvittää perusteellisemmin eväämisen syytä.
Toiseksi uskon myös, että maasta vietyjen aseiden loppukäyttäjiä pitää valvoa tehokkaammin. Afrikassa Togo ja Burkina Faso ovat virallisesti Bulgariasta vietyjen aseiden loppukäyttäjiä, mutta todellisuudessa aseet toimitetaan Liberiaan ja Sierra Leonen kapinallisille. EU:n jäsenvaltioiden lähetystöt voisivat harjoittaa voimakkaampaa valvontaa paikan päällä. Asesaartoa rikkoviin kauttakulkumaihin pitäisi lisäksi kohdistaa rangaistustoimia.
Kolmanneksi meidän pitää nähdäkseni valvoa paremmin puolustustarvikkeiden lisenssivalmistusta ulkomailla EU-yritysten toimesta tai teollisten yhteistyösopimusten puitteissa. Ei saa olla niin, että joltakin maalta evätään lupa ja asevalmistajat kiertävät kieltoa toimittamalla aseiden osia, jotka kootaan sitten paikan päällä.
Neljäs puute on se, että minkäänlaista valvontaa ei kohdisteta yksityisiin aseiden välittäjiin, joiden määrä on kasvanut jatkuvasti kylmän sodan päätyttyä. Maailmassa on tällä hetkellä kierrossa 500 000 000 pienikaliiperista asetta, ja YK:n mukaan 40–50 prosenttia niistä on laittomia.
EU:n käytännesäännön viimeinen vakava puute on se, että se ei ole oikeudellisesti sitova. Se on tällä hetkellä herrasmiessopimus, joka ei velvoita mihinkään. Käytännesäännön rikkojille ei voida määrätä sanktioita.
Arvoisa puhemies, lopuksi haluan ilmaista toiveeni, että EU:n käytännesääntö luo pohjan maailmanlaajuiselle aseidenvientiä koskevalle käytännesäännölle. Ei ole mitään mieltä, jos Eurooppa ponnistelee asekaupan hallitsemiseksi samaan aikaan kun Kiina ja Venäjä jatkavat rajoittamatta aseiden vientiä kriisialueille. YK:n heinäkuinen konferenssi oli tässä suhteessa hukkaan heitetty mahdollisuus, ja mielestäni tästä aiheesta pitää tulla transatlanttisen vuoropuhelun pysyvä osa."@fi5
"Monsieur le Président, permettez-moi tout d’abord de féliciter notre collègue Titley pour son rapport malgré tout solide et constructif. Ses efforts ainsi que les contributions constructives apportées par d’autres collègues ont permis d’atteindre un quasi-consensus au sein de ce Parlement sur un thème malgré tout très sensible, à savoir la maîtrise du commerce des armes.
À la lumière des attaques qui ont eu lieu aux États-Unis, nous prenons de plus en plus conscience du fait que la diffusion considérable des armements dans le monde déstabilise certains pays, qui nourrissent le terrorisme. Le rapport Titley fait remarquer justement que le code de bonne conduite mis en place par l’UE en 1998 constitue un important pas en avant vers une politique européenne à la fois plus cohérente et plus transparente en matière d’exportation d’armements.
Mais dans le même temps, le rapport indique un certain nombre de défauts et de lacunes. Je voudrais en citer cinq.
Premièrement, les rapports annuels des États membres ne sont pas harmonisés. Certains pays comme la Grande-Bretagne et l’Irlande donnent une description détaillée des licences accordées et de la quantité et de la valeur des armes exportées. D’autres pays, comme l’Autriche et la Grèce, ne donnent absolument aucune information sur les licences qu’ils ont octroyées. Il est naturellement difficile, dans de telles conditions, de procéder à une évaluation efficace. Le rapport annuel devrait par conséquent satisfaire à plusieurs normes. Il faudrait donner une description détaillée du matériel, du destinataire et de l’utilisateur final pour chaque licence. Lorsque les licences ont été refusées, les raisons devraient être explicitées plus clairement.
Deuxièmement, je pense aussi qu’il faudrait renforcer le contrôle sur l’utilisateur final des armements exportés. En Afrique, le Togo et le Burkina sont officiellement les utilisateurs finaux d’armements bulgares, alors qu’en réalité ceux-ci sont transportés vers le Liberia et les rebelles de la Sierra Leone. Les ambassades de l’UE pourraient exercer une surveillance accrue sur place. Des sanctions devraient être prévues à l’encontre des pays de transit qui brisent les embargos sur les armements.
Troisièmement, je suis d’avis qu’il serait nécessaire de renforcer le contrôle sur la production de licences relatives aux équipements militaires produits à l’étranger par des entreprises de l’UE ou dans le cadre d’accords de coopération industrielle. Il n’est pas acceptable qu’un pays déterminé se voie refuser une licence d’armements et que les producteurs contournent cette interdiction en livrant des pièces qui sont ensuite assemblées sur place.
Une quatrième lacune est issue de l’absence totale de contrôle sur les fabricants d’armes privés, qui se multiplient depuis la fin de la guerre froide. Sur les cinq cents millions d’armes légères en circulation dans le monde actuellement, quarante à soixante pour cent sont illégales, selon l’ONU.
Le dernier défaut sérieux du code de conduite de l’Union européenne est qu’il n’est pas contraignant sur le plan juridique. Actuellement, il s’agit d’un "gentlemen's agreement" facultatif. Aucune sanction ne peut être infligée à ceux qui violeraient le code.
Enfin, Monsieur le Président, je voudrais exprimer l’espoir que le code de conduite de l’UE formera le socle d’un code mondial en matière d’exportation d’armements. Cela n’a strictement aucun sens que l’Europe s’efforce de maîtriser le commerce des armes tandis que la Chine et la Russie continuent d’exporter des armes sans restriction aucune vers des régions en crise. Sur ce plan, la conférence de l’ONU en juillet est une occasion manquée et je pense que ce sujet doit demeurer un chapitre permanent du dialogue transatlantique."@fr6
"Signor Presidente, in primo luogo voglio congratularmi con il collega, onorevole Titley per la sua relazione assai solida e costruttiva. I suoi sforzi e i contributi costruttivi di altri colleghi hanno permesso di raggiungere quasi l'unanimità in questo Parlamento su un tema alquanto delicato: il controllo delle esportazioni di armi.
Alla luce degli attentati in America cresce la consapevolezza che l'enorme diffusione di armi nel mondo genera instabilità nei paesi, che a sua volta costituisce il terreno di coltura per il terrorismo. Nella relazione Titley si nota correttamente che il codice UE del 1998 rappresenta un importante passo avanti verso una politica europea più coerente e trasparente in materia di esportazioni di armi.
Ma nel contempo si punta il dito su alcune carenze e lacune di cui tengo a citarne cinque.
Primo, le relazioni annuali degli Stati membri non sono armonizzate. Alcuni paesi come la Gran Bretagna e l'Irlanda presentano una descrizione dettagliata delle licenze rilasciate e della quantità e del valore delle armi esportate. Altri paesi invece, quali l'Austria e la Grecia, non forniscono alcuna informazione sulle licenze rilasciate, rendendo così ovviamente difficile una valutazione efficiente ed efficace. La relazione annuale pertanto dovrebbe soddisfare una serie di criteri. Per ogni licenza rilasciata dovrebbe seguire una accurata descrizione del materiale, del destinatario e dell'utente finale. Per le licenze rifiutate occorrerebbe indicarne il motivo in modo più esaustivo.
Secondo, credo anche che occorrerebbe un migliore controllo sul destinatario finale delle armi esportate. In Africa, Togo e Burkina sono gli utenti finali ufficiali delle armi esportate dalla Bulgaria, mentre in realtà queste vengono inviate in Liberia e ai ribelli della Sierra Leone. Le ambasciate degli Stati membri dell'UE dovrebbero poter svolgere in loco un più forte ruolo di controllo. Occorrerebbe imporre altresì sanzioni sui paesi che riesportano le armi importate e che violano gli embarghi sulle armi.
Terzo, a mio avviso occorre un migliore controllo sulla produzione su licenza di attrezzature militari all'estero da parte di aziende dell'UE o nell'ambito di accordi di collaborazione industriale. E' inaccettabile che a un determinato paese si neghi una licenza per le armi e che i produttori di armi aggirino tale divieto fornendo componenti di armi che poi vengono assemblate in loco.
Una quarta lacuna è che non esiste alcun controllo sugli intermediari privati, il cui numero è in crescita dalla fine della guerra fredda. Secondo l'ONU, dei cinquecento milioni di armi leggere in circolazione nel mondo, dal 40 al 60 percento sono illegali.
Un’ultima grave lacuna del codice di condotta UE è che non è giuridicamente vincolante. In questo momento resta ancora un "
volontario. Non si possono imporre sanzioni a chi viola il codice.
Infine, signor Presidente, tengo ad esprimere la speranza che il codice di condotta UE costituisca la base di un codice mondiale relativo alle esportazioni di armi. Non ha alcun senso che l'Europa si impegni per il controllo delle esportazioni di armi mentre la Cina e la Russia continuano ad esportare armi senza limitazioni nelle zone di crisi. La conferenza ONU di luglio a tale proposito è stata un’occasione mancata e io credo che questo tema debba restare una componente permanente del dialogo transatlantico."@it9
"Mr President, first of all I should like to congratulate Mr Titley on his very sound and constructive report. His efforts, as well as useful contributions by other fellow MEPs, have enabled this Parliament to reach more or less consensus on an otherwise very sensitive issue: the control of the arms trade.
In light of the attacks in America, there is growing awareness of the fact that the vast distribution of arms worldwide leads to unstable countries which form the breeding ground for terrorism. The Titley report rightly points out that the 1998 EU Code is a major step forward towards a more coherent and transparent European policy on arms exports.
At the same time, however, a number of shortcomings and flaws have been flagged, five of which I should like mention.
First of all, the annual reports of the Member States are not harmonised. Some countries, including Great Britain and Ireland, give a detailed account of the permits issued and of the amount and value of exported arms. Other countries, such as Austria and Greece, give no information whatsoever about the licences issued. In that way, an efficient, effective assessment is, of course, difficult. The annual report would, therefore, need to meet a number of standards. Each permit issued should be accompanied by a detailed description of the material, the addressee and end user. For permits refused, the reason for refusal should be explained in more detail.
Secondly, in my opinion, the monitoring procedures concerning the end user of the exported arms should be stepped up. In Africa, Togo and Burkina Faso are officially the end users of arms supplied from Bulgaria, whilst in reality, these are passed on to Liberia and the rebels of Sierra Leone. Embassies of EU Member States could play a more supervisory role
. Penal measures should also be introduced for transit countries that violate arms embargos.
Thirdly, I am of the opinion that tighter controls should be in place for the production of military equipment under licence abroad by EU companies or in the framework of industrial joint venture agreements. It is not acceptable for a certain country to be refused a licence for weapons and for arms manufacturers to be able to circumvent that ban by supplying arms components which are then assembled on site.
A fourth shortcoming is that there is no control whatsoever on private arms dealers, the number of which is rising all the time since the end of the cold war. Of the five hundred million light arms in circulation worldwide, forty to sixty percent of these are illegal, according to the UN.
A final serious shortcoming of the EU Code of Conduct is that it is not legally binding. At the moment, it is a no-strings-attached gentlemen’s agreement. Sanctions cannot be imposed on those who breach the Code.
Finally, I should like to express the hope that the EU Code of Conduct will form the basis for a worldwide code on the export of arms. It makes no sense whatsoever for Europe to be committed to controlling the arms trade, while China and Russia continue to export weapons to crisis areas without any restrictions. In that sense, the UN Conference in July was a missed opportunity, and I believe that this topic must remain a permanent feature in the transatlantic dialogue."@lv10
"Senhor Presidente, em primeiro lugar queria felicitar o senhor deputado Titley pelo seu relatório sério e construtivo. Os seus esforços, bem como os contributos construtivos de outros colegas, fizeram com que o Parlamento chegasse praticamente a consenso sobre um assunto que, todavia, é muito sensível: o controlo do comércio de armamentos.
À luz dos atentados cometidos na América, é cada vez maior a consciência de que a enorme disseminação de armas no mundo dá origem a países instáveis que se tornam solo fértil para o terrorismo. No relatório Titley faz-se notar, justificadamente, que o Código da União Europeia de 1998 é um progresso importante no sentido de uma política europeia mais coerente e mais transparente em matéria de exportação de armamentos.
Ao mesmo tempo, porém, assinalam-se algumas insuficiências e lacunas, cinco das quais gostaria de referir aqui.
Em primeiro lugar, os relatórios anuais dos Estados-Membros não são harmonizados. Alguns países, como o Reino Unido e a Irlanda, apresentam uma descrição pormenorizada das autorizações emitidas e da quantidade e valor dos armamentos exportados. Outros países, tais como a Áustria e a Grécia, não dão quaisquer informações sobre as licenças emitidas. Assim, é claro que é difícil uma avaliação eficiente e eficaz. O relatório anual deveria, pois, satisfazer determinadas normas. Para cada autorização emitida, deveria ser fornecida uma descrição pormenorizada do material, do destinatário e do utilizador final. No caso das autorizações recusadas, as razões da recusa deveriam ser explicadas de modo mais exaustivo.
Em segundo lugar, penso que deveria haver um melhor controlo dos utilizadores finais dos armamentos exportados. Em África, o Togo e o Burkina Faso são oficialmente os utilizadores finais de armamento proveniente da Bulgária, quando, na verdade, esse armamento é passado à Libéria e aos rebeldes da Serra Leoa. As embaixadas dos Estados-Membros deveriam, localmente, ter a possibilidade de exercer um papel de controlo mais forte. Dever-se-iam também adoptar medidas penais contra os países de passagem que violam os embargos ao armamento.
Em terceiro lugar, e em meu entender, deveria haver um melhor controlo da produção sob licença de equipamento militar no estrangeiro por parte de empresas da União Europeia ou no âmbito de acordos de cooperação industrial. Não pode acontecer que se recuse a determinado país uma autorização de armamento e que os produtores de armamento contornem essa proibição fornecendo componentes de armas para estas serem montadas localmente.
Uma quarta insuficiência é a total inexistência de controlo dos fabricantes de armamento privados, que são cada vez mais numerosos desde o fim da guerra fria. Segundo as Nações Unidas, dos quinhentos milhões de armas ligeiras que estão em circulação no mundo, 40% a 60% são ilegais.
Uma última insuficiência grave do Código de Conduta da União Europeia é o facto de não ser juridicamente vinculativo. De momento, é um acordo de cavalheiros facultativo. Não podem ser impostas sanções a quem desrespeitar o Código.
Por fim, Senhor Presidente, gostaria de exprimir a esperança de que o Código de Conduta da União Europeia constitua a base de um código mundial relativo à exportação de armamentos. Não tem sentido nenhum a Europa empenhar-se no sentido de um controlo do comércio de armas, quando a China e a Rússia continuam sem restrições a exportar armas para regiões de crise. A Conferência das Nações Unidas de Julho foi, neste plano, uma oportunidade falhada, e penso que o assunto deve continuar a ser uma componente permanente do diálogo transatlântico."@pt11
"Herr talman! Först och främst vill jag gratulera kollega Titley till hans ändå mycket gedigna och konstruktiva betänkande. Hans ansträngningar liksom de konstruktiva bidragen från andra kolleger har sörjt för att vi nästan har uppnått samförstånd i parlamentet i fråga om ett ämne som ändå är mycket känsligt: kontrollen av vapenhandeln.
Mot bakgrund av attentaten i Amerika växer insikten om att den enorma spridningen av vapen i världen leder till instabila länder som utgör grogrunden för terrorism. I Titley-betänkandet påpekas med rätta att EU-koden från 1998 är ett viktigt steg framåt mot en mer sammanhängande och tydlig europeisk politik i fråga om vapenexport.
Men samtidigt påpekas några brister och luckor, och jag skulle vilja ta upp fem av dessa.
För det första är medlemsstaternas årsrapporter inte harmoniserade. Vissa länder, som Storbritannien och Irland, ger en utförlig beskrivning av de tillstånd som beviljats och av mängden och värdet i fråga om de exporterade vapnen. Andra länder, som Österrike och Grekland, ger över huvud taget ingen information om de tillstånd som utfärdats. På det sättet är det naturligtvis svårt att genomföra en rationell, effektiv utvärdering. Årsrapporten borde därför uppfylla vissa normer. För varje tillstånd som utfärdas bör en detaljerad beskrivning av materielen, adressaten och slutanvändaren ges. För tillstånd som inte beviljas bör motiveringen till detta anges utförligare.
För det andra, jag tror också att det bör finnas en bättre kontroll av slutanvändaren av de exporterade vapnen. I Afrika är Togo och Burkina Faso officiellt slutanvändarna av vapen från Bulgarien, medan dessa i verkligheten slussas vidare till Liberia och rebellerna i Sierra Leone. EU-medlemsstaternas ambassader på platsen skulle kunna spela en starkare kontrollerande roll. Det borde också införas straffåtgärder mot transitländer som bryter mot vapenembargon.
För det tredje måste det enligt min uppfattning finnas en bättre kontroll av EU-företag som tillverkar militär utrustning på licens i utlandet och av tillverkning som sker inom ramen för industriella samarbetsavtal. Det får inte vara så att ett land inte beviljas tillstånd för vapen och att vapentillverkarna kringgår detta förbud genom att leverera delar till vapen som sedan monteras på plats.
En fjärde brist är att det över huvud taget inte finns någon kontroll av privata vapenhandlare, vilka det finns allt fler av sedan det kalla kriget tog slut. Av de 500 miljoner lätta vapen som är i omlopp i världen är enligt FN mellan 40 och 60 procent illegala.
En sista allvarlig brist hos EU:s uppförandekod är att den inte är bindande i lag. För närvarande är den en "gentlemen's agreement" som inte medför några förpliktelser. Det går inte att införa några sanktioner mot den som bryter mot koden.
Slutligen, herr talman, skulle jag vilja uttala en förhoppning om att EU:s uppförandekod skall utgöra grunden till en världsomfattande kod för export av vapen. Det är helt meningslöst att Europa engagerar sig för en kontroll av vapenhandeln medan Kina och Ryssland fortsätter att exportera obegränsade mängder vapen till krisområden. FN-konferensen i juli var ett misslyckande på det området, och jag tror att detta ämne även i fortsättningen måste vara en permanent del av den transatlantiska dialogen."@sv13
|
| lpv:unclassifiedMetadata |
"gentlemen's agreement""9
"in situ"10,3
|
Named graphs describing this resource:
The resource appears as object in 2 triples